Uitspraak
27 juni 2023gedane verzoek namens
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 27 juni 2023 een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren van het Gerechtshof Amsterdam in een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mrs. A.M. van Amsterdam, F.J.P.M. Haas, N. Djebali en W.J. Blokland. De raadsheren Van Amsterdam, Haas en Djebali hebben op 3 juli 2023 gereageerd op het verzoek, terwijl mr. Blokland, die aanvankelijk deel uitmaakte van de zittingscombinatie, niet meer betrokken was bij de behandeling van de zaak. Het hof heeft op 27 juli 2023 het wrakingsverzoek afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in het verzoek tegen mr. Blokland, omdat deze niet meer deel uitmaakte van de zittingscombinatie. De bezwaren van verzoeker waren voornamelijk inhoudelijk van aard en betroffen de aanduiding van de hoofdzaak als 'Aanslag Grafrecht', terwijl verzoeker meende dat het om 'Vastrecht Onderhoud' ging. Het hof oordeelde dat dergelijke inhoudelijke bezwaren tijdens de zitting in de hoofdzaak naar voren gebracht konden worden en dat er geen grond was voor wraking. Bovendien had verzoeker eerder al meerdere wrakingsverzoeken ingediend die allemaal waren afgewezen, wat leidde tot de conclusie dat hij misbruik maakte van het wrakingsmiddel. Het hof besloot dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen.