ECLI:NL:GHAMS:2023:217
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van integrale vrijspraak in hoger beroep tegen bedreiging
Op 31 januari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1988, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, die werd beschuldigd van bedreiging. Het hof heeft de integrale vrijspraak van de verdachte bevestigd, na het horen van de advocaat-generaal en de verdediging. Tijdens de zittingen op 5 augustus 2020, 24 augustus 2021 en 17 januari 2023 is het bewijs en de verklaringen van deskundigen besproken. De advocaat-generaal had gevorderd tot een voorwaardelijke taakstraf, maar het hof oordeelde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte opzet had op een bedreiging die de redelijke vrees voor levensgevaar of zware mishandeling bij de aangeefster kon oproepen. Het hof heeft de vrijspraakoverweging van de rechtbank vervangen door een eigen overweging, waarin het hof concludeert dat de bedreigende aard van de woorden van de verdachte niet bewezen kon worden. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.E. de Waard, en mr. S.M.M. Bordenga was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.