ECLI:NL:GHAMS:2023:217

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
23-001640-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van integrale vrijspraak in hoger beroep tegen bedreiging

Op 31 januari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2019. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1988, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, die werd beschuldigd van bedreiging. Het hof heeft de integrale vrijspraak van de verdachte bevestigd, na het horen van de advocaat-generaal en de verdediging. Tijdens de zittingen op 5 augustus 2020, 24 augustus 2021 en 17 januari 2023 is het bewijs en de verklaringen van deskundigen besproken. De advocaat-generaal had gevorderd tot een voorwaardelijke taakstraf, maar het hof oordeelde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte opzet had op een bedreiging die de redelijke vrees voor levensgevaar of zware mishandeling bij de aangeefster kon oproepen. Het hof heeft de vrijspraakoverweging van de rechtbank vervangen door een eigen overweging, waarin het hof concludeert dat de bedreigende aard van de woorden van de verdachte niet bewezen kon worden. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.E. de Waard, en mr. S.M.M. Bordenga was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001640-19
datum uitspraak: 31 januari 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-689165-17 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1988,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
postadres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen in hoger beroep van 5 augustus 2020, 24 augustus 2021 en 17 januari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman en de verdachte naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis met een proeftijd van 2 jaren.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal daarmee de integrale vrijspraak van de verdachte bevestigen met dien verstande dat het hof met betrekking tot feit 1 de navolgende vrijspraakoverweging in de plaats stelt van de vrijspraakoverweging van de rechtbank zoals opgenomen in het vonnis van 18 april 2019, onder paragraaf 4.3.

Vervangende vrijspraakoverweging feit 1

Voor zover al op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzittingen, in het bijzonder gezien hetgeen de daar gehoorde deskundigen hebben verklaard, zou kunnen worden geconcludeerd dat de door de verdachte in het Syrisch-Arabisch geuite woorden als bedreigend zijn aan te merken, is naar het oordeel van het hof niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid komen vast te staan dat de verdachte de opzet had op een bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden dat bij de aangeefster de redelijke vrees kon ontstaan dat zij het leven kon verliezen dan wel zwaar zou worden mishandeld.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. S.M.M. Bordenga en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van mr. M.E. de Waard, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 januari 2023.
Mr. S.M.M. Bordenga is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]