Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 12 september 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer01] , heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer01] ,
hij op of omstreeks 21 september 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer02] heeft mishandeld door eenmaal of meermaals met zijn vlakke hand en/of zijn vuisten in/tegen het gezicht, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer02] te slaan en/of stompen.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
“(…) cliënt(zag)
zich genoodzaakt een ‘wake-up call’ te geven door [slachtoffer02] een klap in het gezicht te geven. Enkel met het doel om haar te kalmeren en zijn eigen huisraad te beschermen”, aldus de raadsvrouw. Primair is er sprake van noodweer.
Bewezenverklaring
hij op 12 september 2018 te Amsterdam zijn levensgezel [slachtoffer01] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer01]
hij op 21 september 2019 te Amsterdam zijn levensgezel [slachtoffer02] heeft mishandeld door met zijn vlakke hand en zijn vuist in/tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer02] te slaan en te stompen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
eengemoedsbeweging bij client teweeg brengen'. Bij een beroep op noodweerexces komt volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad juist ook betekenis toe aan de indringendheid van de door de verdachte aangevoerde argumenten. Gelet op dit alles acht het hof het niet aannemelijk dat de vernielingen door [slachtoffer02] hebben geleid tot een hevige gemoedsbeweging bij de verdachte die
in doorslaggevende mateheeft geleid tot het bewezenverklaarde geweld. Het hof acht het daarentegen aannemelijk dat dit geweld in hoofdzaak (doorslaggevende mate) is terug te voeren op de giftige relatie tussen de verdachte en [slachtoffer02] . Het beroep op noodweerexces wordt dan ook verworpen.
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
geen enkelstrafbaar feit wordt gepleegd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.