Uitspraak
1.mr. [geïntimeerde 1] ,
mr. [geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
[bedrijf 1]” met de vermelding “
opname lening” of “
lening 5 kinderen”.
De hypothecaire verplichting van moeder aan ons als erfgenamen is ontstaan doordat wij haar schuld aan [bedrijf 1] B.V. hebben voldaan in ruil voor de hypothecaire inschrijving. De acte van lening is bijgevoegd.”
4.De klacht
- sprake was van een onverplichte rechtshandeling;
- klager en de zus als schuldeisers van moeder aantoonbaar benadeeld werden;
- duidelijk was dat moeder en de kinderen 1 tot en met 5 er op gericht waren klager en de zus als schuldeisers te benadelen.
5.Beoordeling
- de klacht van de zus niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een machtiging aan klager;
- de klacht van klager niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze (1) is gericht tegen het kantoor van de notaris en kandidaat-notaris ( [bedrijf 2] B.V.) en (2) ziet op een verzoek om schadevergoeding;
- de klacht van klager tegen de kandidaat-notaris voor het overige ongegrond verklaard;
- de klacht van klager tegen de notaris voor het overige ongegrond verklaard.
- niet weersproken is, zoals ook door de kamer vastgesteld, dat klager de brief van de vereffenaars van 15 september 2017 heeft ontvangen. Die brief was voorzien van vele bijlagen, waaronder een boedelbeschrijving, een hypothecair bericht inzake de woning, een nota van het notariskantoor (inzake de beneficiaire aanvaarding) en een overzicht met mutaties van de bankrekening van moeder;
- klager heeft in zijn klaagschrift verklaard dat door de boedelbeschrijving hem voor het eerst is gebleken van het bestaan van de hypothecaire lening;
- uit de boedelbeschrijving blijkt dat de schulden van de nalatenschap de bezittingen overtreffen;
- klager heeft een professionele achtergrond als registeraccountant. Een registeraccountant wordt verondersteld te weten dat voor de vestiging van een hypotheekrecht de medewerking van een notaris vereist is;
- uit het hypothecaire bericht had klager – in combinatie met de nota van het notariskantoor – kunnen afleiden dat de notaris de bij de vestiging van de hypotheek betrokken notaris was;
- uit de overgelegde bankafschriften blijkt dat in 2016 door moeder een betaling is gedaan aan het kantoor van de notaris.