Uitspraak
mr. C.A.F. Visserte Wormerveer, gemeente Zaanstad,
mr. A. Vogelaarte Wormerveer, gemeente Zaanstad.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin haar vordering tot terugbetaling van een bedrag van € 17.054,15 door haar voormalig partner werd afgewezen. De vrouw stelde dat zij dit bedrag had geleend aan de man voor zijn bloemenstal, maar de kantonrechter oordeelde dat zij haar stelling onvoldoende had onderbouwd. De vrouw heeft in hoger beroep twee grieven ingediend. De eerste grief betreft de afwijzing van haar vordering op basis van een geldlening. De vrouw betoogt dat de kantonrechter ten onrechte geen onderscheid heeft gemaakt tussen de privépersoon van de man en zijn onderneming. De tweede grief betreft het beroep op ongerechtvaardigde verrijking, waarbij de vrouw stelt dat de man ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van haar. Het hof oordeelt dat de vrouw niet voldoende feiten heeft gesteld om aan te nemen dat er sprake is van een geldlening of ongerechtvaardigde verrijking. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.