ECLI:NL:GHAMS:2023:206
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bepaling van kinderalimentatie en draagkrachtvergelijking in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie en de draagkracht van beide ouders. De man, verzoeker in principaal hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 11 maart 2022 aangevochten, waarin zijn bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen was vastgesteld. De vrouw, verzoekster in incidenteel hoger beroep, heeft eveneens haar verzoek tot verhoging van de kinderalimentatie ingediend. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de ingangsdatum van de alimentatie, de behoefte van de kinderen, en de draagkracht van beide ouders. Het hof heeft vastgesteld dat de man vanaf 18 mei 2021 een hogere alimentatieplicht had dan eerder vastgesteld, en heeft de ingangsdatum van de alimentatie aangepast. De draagkracht van de vrouw is berekend op basis van haar werkelijke inkomen, waarbij rekening is gehouden met haar verminderde arbeidsuren. Het hof heeft de kinderalimentatie voor de verschillende periodes vastgesteld op € 208,- per kind per maand van 18 mei 2021 tot 1 oktober 2021, € 250,- van 1 oktober 2021 tot 1 januari 2022, € 278,- van 1 januari 2022 tot 1 juni 2022, en € 164,- per kind per maand vanaf 1 juni 2022. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de man is verplicht om de vastgestelde bedragen aan de vrouw te betalen, met de toekomstige termijnen bij vooruitbetaling.