ECLI:NL:GHAMS:2023:2052

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
23-001423-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens valsheid in geschrift met betrekking tot een overeenkomst

Op 5 september 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft valsheid in geschrift, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het opmaken en vervalsen van een document dat als bewijs diende voor een overeenkomst. De tenlastelegging stelde dat de verdachte op of omstreeks 8 november 2015 te Vuren een geschrift had opgemaakt dat valselijk de indruk wekte dat er een overeenkomst bestond tussen hem en een derde partij, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 22 augustus 2023 heeft de raadsvrouw van de verdachte vrijspraak bepleit. Zij voerde aan dat het oogmerk om het document als echt te gebruiken niet bewezen kon worden, aangezien de verdachte het document niet aan derden had getoond en geen intentie had om het te gebruiken. De advocaat-generaal daarentegen achtte de tenlastelegging wel bewezen, maar het hof kwam tot de conclusie dat er voldoende bewijs was dat er wel degelijk een afspraak tussen de verdachte en de derde partij had plaatsgevonden, waardoor de valsheid in geschrift niet wettig en overtuigend kon worden bewezen.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters R.D. van Heffen, M.F.J.M. de Werd en A.J. van Es aanwezig waren. Het arrest is uitgesproken op een openbare zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001423-22
datum uitspraak: 5 september 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2022 in de strafzaak onder parketnummer
15-720046-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
22 augustus 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd – voor zover in hoger beroep nog aan de orde – dat:
1.
hij op of omstreeks 08 november 2015 te Vuren, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een document/overeenkomst 'Levering diensten' valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft hij, verdachte, valselijk en/of in strijd met de waarheid, voornoemd document opgemaakt waaruit zou moeten blijken dat er tussen verdachte en [naam] een overeenkomst bestond, terwijl er in werkelijkheid nooit een overeenkomst tussen beide personen bestond, zulks met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vrijspraak

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij aangevoerd dat het oogmerk om het ten laste gelegde document als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken niet bewezen kan worden. De verdachte heeft het geschrift niet aan derden laten zien en had niet de bedoeling om het document te gebruiken. Daarnaast, aldus de raadsvrouw, stelt de tenlastelegging dat de valsheid van het document er in zou bestaan dat daarin is opgenomen dat er een overeenkomst was tussen
de verdachteen [naam], terwijl het document de naam van
de BV van de verdachteals contractspartij vermeldt.
De advocaat-generaal acht het ten laste gelegde bewezen. Hij heeft betoogd dat de omstandigheid dat de verdachte het document niet daadwerkelijk heeft gebruikt niet aan een bewezenverklaring in de weg staat. Daarnaast blijkt uit de tenlastelegging genoegzaam dat erop wordt gedoeld dat een overeenkomst, zoals in het betreffende document is neergelegd, nooit heeft bestaan tussen de verdachte en [naam]. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot voorwaardelijke taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 1 jaar.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het dossier blijkt dat [naam] de verdachte heeft benaderd om een vrachtwagen te huren van de verdachte of zijn vennootschap en dat de laatste op 8 november 2015 daadwerkelijk een vrachtwagen aan [naam] ter beschikking heeft gesteld. In het ten laste gelegde document – dat valsheid in geschrift zou opleveren – gaat het om levering van diensten, te weten het gebruik van laaddoks voor omladen en het gebruik van een hal. Dit document is opgesteld als een overeenkomst tussen [BV] BV enerzijds en [naam] anderzijds.
Ten laste is gelegd dat er in werkelijkheid nooit een overeenkomst tussen de verdachte en [naam] heeft bestaan. Uit het voorgaande blijkt evenwel dat de verdachte op 8 november 2015, na een daartoe strekkend verzoek van [naam], een vrachtwagen aan [naam] heeft verhuurd of anderszins ter beschikking gesteld. Er is dus een afspraak tussen beiden gemaakt.
Naar het oordeel van het hof kan het tenlastegelegde daarom niet wettig en overtuigend bewezen worden, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. A.J. van Es, in tegenwoordigheid van
mr. R. Vosman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 september 2023.
mr. A.J. van Es is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.