ECLI:NL:GHAMS:2023:2044
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Tussenbeschikking inzake kinder- en partneralimentatie met bevel tot overleggen van bankafschriften
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep inzake kinder- en partneralimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft op 16 februari 2023 beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2022. De rechtbank had bepaald dat de man € 473,50 per maand per kind aan kinderalimentatie en € 750,- bruto per maand aan partneralimentatie moest betalen. De vrouw verzoekt om deze bedragen te verhogen naar respectievelijk € 1.250,- per kind en € 13.124,- bruto per maand. De man verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2023 zijn beide partijen, bijgestaan door hun advocaten, aanwezig geweest. De vrouw heeft gesteld dat de behoefte van de kinderen en haar eigen behoefte niet alleen afhankelijk zijn van het inkomen, maar vooral van de uitgaven. De man heeft echter betoogd dat de rechtbank terecht is uitgegaan van de uitgaven in 2019 en dat de vrouw niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Het hof heeft besloten dat de man bankafschriften over de jaren 2017, 2018 en 2019 moet overleggen om een volledig beeld te krijgen van de uitgaven van partijen. De zaak is aangehouden om partijen de gelegenheid te geven de benodigde stukken over te leggen en te reageren op elkaars stukken. De beslissing van het hof is op 5 september 2023 openbaar uitgesproken.