ECLI:NL:GHAMS:2023:2034
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vervangende toestemming voor inschrijving op basisschool
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de man tegen een mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam. De man verzocht om vervangende toestemming voor de inschrijving van zijn minderjarige dochter op basisschool ‘[basisschool 1]’ in [plaats A], terwijl de vrouw, de moeder van het kind, toestemming had gekregen voor inschrijving op basisschool ‘[basisschool 2]’ in [plaats B]. De voorzieningenrechter had de vordering van de man in eerste aanleg afgewezen, wat de man in hoger beroep wilde aanvechten.
De man stelde dat er geen definitieve overeenstemming was over de schoolkeuze en dat het in het belang van de minderjarige was om naar ‘[basisschool 1]’ te gaan. De vrouw voerde aan dat de huidige school een goede keuze was en dat het belang van de minderjarige diende te prevaleren. Het hof oordeelde dat, hoewel de man gelijk had in zijn stelling dat er geen definitieve afspraak was, het belang van de minderjarige voorop stond. Het hof concludeerde dat de minderjarige goed functioneerde op ‘[basisschool 2]’ en dat het in haar belang was om daar te blijven, mede gezien de stabiliteit en de sociale omgeving die de school bood.
Het hof bekrachtigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het hof moedigde beide ouders aan om te werken aan hun communicatie ten behoeve van de opvoeding van hun dochter.