ECLI:NL:GHAMS:2023:2033
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om tijdelijk eenhoofdig gezag en intrekking van het hoger beroep met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de vader om tijdelijk eenhoofdig gezag over zijn minderjarige kind. De vader, vertegenwoordigd door mr. T.C. ten Rouwelaar-Hoogland, had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 december 2022, waarin het verzoek om eenhoofdig gezag was aangehouden in afwachting van een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder, vertegenwoordigd door mr. I. van Dijk-van Oosterhout, heeft op haar beurt een verweerschrift ingediend. Tijdens de procedure heeft de vader op 20 juni 2023 laten weten het hoger beroep in te trekken, onder de voorwaarde dat partijen elk hun eigen proceskosten zouden dragen. De moeder heeft echter verzocht om de vader in de proceskosten te veroordelen, wat het hof heeft overwogen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader nodeloos proceskosten heeft veroorzaakt, aangezien hij pas op het laatste moment zijn verzoek tot intrekking heeft gedaan, terwijl de relevante informatie al eerder beschikbaar was. Het hof heeft de vader daarom niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep en hem veroordeeld in de proceskosten van de moeder, die zijn begroot op € 1.457,-. Deze kosten dienen binnen veertien dagen na de uitspraak te worden voldaan, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig betaald.