ECLI:NL:GHAMS:2023:2032
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en gezag met intrekking van verzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader betreffende kinderalimentatie en gezag over hun minderjarige kind. De vader had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 oktober 2022, waarin zijn verzoek om kinderalimentatie werd afgewezen en aan de moeder vervangende toestemming werd gegeven om het kind in te schrijven voor extra opvang. De vader verzocht het hof om het eenhoofdig gezag over het kind te verkrijgen en de kinderalimentatie vast te stellen op € 600,- per maand. De moeder verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen en de vader in de proceskosten te veroordelen.
Tijdens de procedure heeft het hof vastgesteld dat de vader niet heeft voldaan aan zijn stelplicht met betrekking tot de kinderalimentatie. De vader stelde dat er een mondelinge overeenkomst was over de alimentatie, maar het hof oordeelde dat er geen bindende overeenkomst was, aangezien er geen ondertekend ouderschapsplan was. De vader heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn stellingen te onderbouwen. Het hof heeft ook geoordeeld dat het verzoek van de vader om het gezag te wijzigen is ingetrokken, wat betekent dat daarover niet meer hoeft te worden beslist.
Het hof heeft de vader in de proceskosten veroordeeld, omdat hij nodeloos kosten heeft veroorzaakt door zijn late intrekking van het gezagsverzoek. De totale proceskosten zijn begroot op € 2.571,-, te voldoen binnen veertien dagen na de uitspraak, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig voldaan.