ECLI:NL:GHAMS:2023:201
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging zorgregeling op grond van artikel 1:265g BW in een familiezorgzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van een zorgregeling tussen een vader en zijn kinderen. De vader, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, verzocht om een uitbreiding van de zorgregeling. De moeder, die de kinderen voornamelijk verzorgt, was van mening dat de huidige regeling voldoende was en dat uitbreiding niet in het belang van de kinderen zou zijn. De kinderen, die onder toezicht stonden van een gecertificeerde instelling, hebben medische en gedragsproblemen, wat de zorgsituatie complex maakt.
Het hof heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn in de situatie van de kinderen en dat de vader in staat is om een grotere rol in hun zorg en opvoeding te vervullen. De raad voor de kinderbescherming en de gezinsmanager van de gecertificeerde instelling hebben beide geadviseerd om de zorgregeling uit te breiden. Het hof heeft geoordeeld dat de wijziging van de zorgregeling noodzakelijk is in het belang van de kinderen, en heeft de beschikking van de kinderrechter vernietigd. De nieuwe regeling houdt in dat de kinderen eens per veertien dagen van vrijdag na school tot woensdag naar school bij de vader verblijven. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van het kind in de zorgregeling en de noodzaak voor ouders om samen te werken in het belang van hun kinderen. Het hof heeft de bezwaren van de moeder tegen de uitbreiding van de zorgregeling niet voldoende onderbouwd geacht, en heeft de vader in zijn verzoek gesteund.