In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, voor bedreiging van zorgverleners. De Hoge Raad had de zaak teruggewezen naar het hof om opnieuw te oordelen over de toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan verschillende psychiatrische stoornissen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 27 januari 2020 en 16 juni 2020 bedreigende uitlatingen heeft gedaan richting zijn zorgverleners, wat leidde tot vrees bij hen. De verdediging voerde aan dat de verdachte ten tijde van de feiten ontoerekeningsvatbaar was, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Het hof heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht en geen straf of maatregel opgelegd voor de bewezen verklaarde feiten. Voor de niet aan het oordeel van het hof onderworpen feiten heeft het hof een voorwaardelijke taakstraf van 20 uren opgelegd, subsidiair 10 dagen hechtenis. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.