ECLI:NL:GHAMS:2023:1980

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
23-001920-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van snelheidsovertreding met betrekking tot artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij de verdachte op 7 juli 2022 was vrijgesproken van een snelheidsovertreding. De verdachte had op 3 april 2020 te Zwaagdijk-Oost, gemeente Medemblik, als bestuurder van een personenauto, de maximumsnelheid van 100 kilometer per uur met 48 kilometer per uur overschreden. Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak en vorderde een bewezenverklaring van de snelheidsovertreding. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte alsnog schuldig bevonden aan de tenlastegelegde overtreding van artikel 62, bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Het hof overwoog dat het niet vereist is om een kalibratietabel standaard aan het strafdossier toe te voegen, mits er voldoende bewijs is dat de kalibratie van de snelheidsmeter geldig was op het moment van de meting. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 1 jaar. Het hof hield rekening met het tijdsverloop en eerdere overtredingen van de verdachte, maar achtte de opgelegde straffen passend en geboden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001920-22
datum uitspraak: 22 augustus 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland van 7 juli 2022 in de strafzaak onder parketnummer 96-093950-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 augustus 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 3 april 2020 te Zwaagdijk-Oost, gemeente Medemblik als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Westfrisiaweg (N307), geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 148 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kantonrechter.
Noodzaak voegen kalibratietabel in strafdossier
De advocaat-generaal heeft, onder verwijzing naar de appelschriftuur van 28 juli 2022, gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde snelheidsovertreding. Daarbij heeft hij – kort gezegd – opgemerkt dat voor een bewezenverklaring, het geen vereiste is dat de kalibratietabel deel uitmaakt van het dossier. Voldoende is dat in het op ambtseed/-belofte opgemaakte proces-verbaal van de politie is vermeld dat de goedkeuring van de kalibratie van de boordsnelheidsmeter ten tijde van de snelheidsmeting geldig was.
De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de kalibratietabel deel moet uitmaken van het dossier omdat dit kan dienen als controle op de bevindingen van de politie. Nu de kalibratietabel in deze zaak in hoger beroep alsnog aan het dossier is toegevoegd, en de raadsman daarover geen opmerkingen heeft, heeft de raadsman zich wat betreft het bewijs gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof overweegt als volgt.
Naar het oordeel van het hof is het niet vereist om standaard de kalibratietabel toe te voegen aan het strafdossier. In de regel volstaat een op ambtseed/-belofte opgemaakt proces-verbaal van de politie. Alleen indien er sprake is van een gemotiveerd verzoek, dan wel een gemotiveerd verweer omtrent de vastgestelde snelheid, toegespitst op de concrete zaak, kan aanleiding bestaan de kalibratietabel alsnog aan het dossier toe te voegen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 3 april 2020 te Zwaagdijk-Oost, gemeente Medemblik, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Westfrisiaweg (N307), geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 148 kilometer per uur.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 62, bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De kantonrechter heeft de verdachte vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis. Vanwege het tijdsverloop en het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) heeft de advocaat-generaal – anders dan de officier van justitie in eerste aanleg – geen (voorwaardelijke) ontzegging van de rijbevoegdheid gevorderd.
De raadsman heeft het hof verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met het tijdsverloop, artikel 63 Sr en de omstandigheid dat het rijbewijs van de verdachte mogelijk onder druk komt te staan. Deze omstandigheden maken dat de raadsman vraagt om een geheel voorwaardelijke straf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft als beginnend bestuurder van een personenauto de maximumsnelheid van 100 kilometer per uur met maar liefst 48 kilometer per uur overschreden, waardoor hij de verkeersveiligheid ernstig in gevaar heeft gebracht.
Het hof houdt er in het nadeel van de verdachte rekening mee dat hij, blijkens het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 juni 2023, eerder voor een soortgelijk feit onherroepelijk is beboet; op 10 oktober 2019, een half jaar voor het bewezen verklaarde feit, heeft hij een strafbeschikking opgelegd gekregen van € 370,00 voor eveneens een snelheidsovertreding. Dit heeft de verdachte er kennelijk niet van weerhouden nogmaals een soortgelijk feit te begaan.
Gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd, acht het hof een geldboete, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, alsmede een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid, zoals in eerste aanleg gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden. Gelet op de Justitiële Documentatie van de verdachte – waaruit blijkt dat de verdachte ná het onderhavige feit meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen ter zake van overtredingen van de verkeerswetgeving – acht het hof een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid nog altijd aangewezen om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst nogmaals (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van € 500,00 en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 1 jaar passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 62 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S. Jongeling, mr. W.S. Ludwig en mr. P.C. Verloop, in tegenwoordigheid van S. Maerman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 augustus 2023.
mr. S. Jongeling en mr. P.C. Verloop zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]