ECLI:NL:GHAMS:2023:1937
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verval machtiging uithuisplaatsing na instemming raad met beëindiging GI
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige]. De ouders, verzoekers in hoger beroep, waren het niet eens met de beslissing van de kinderrechter van 10 maart 2023, die de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De ouders stelden dat er geen gronden meer waren voor deze verlenging en dat de GI onvoldoende had gedaan om contactherstel tussen hen en [minderjarige] te bevorderen. De GI daarentegen verdedigde de beslissing van de kinderrechter, stellende dat de verlenging noodzakelijk was voor het herstel van de gezinsrelaties en om escalaties te voorkomen.
Het hof heeft vastgesteld dat de Raad voor de Kinderbescherming op 5 juli 2023 schriftelijk heeft ingestemd met het voorgenomen besluit van de GI om de machtiging tot uithuisplaatsing te beëindigen. Dit leidde ertoe dat de machtiging tot uithuisplaatsing op 5 juli 2023 verviel, waardoor de ouders geen belang meer hadden bij een beoordeling van de uithuisplaatsing over de periode van 5 juli 2023 tot 16 september 2023. Het hof heeft zich daarom beperkt tot de beoordeling van de gronden voor de uithuisplaatsing in de periode van 16 maart 2023 tot 5 juli 2023.
Het hof concludeert dat in deze periode voldaan werd aan de wettelijke gronden voor de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing. Er was al jarenlang sprake van een zorgelijk opvoedklimaat en de hulpverlening had niet het gewenste effect gehad. De ouders en [minderjarige] hadden elkaar beschuldigd van huiselijk geweld en er waren zorgen over de opvoedingssituatie. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter, voor zover deze betrekking heeft op de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing tot 5 juli 2023.