4.1Bij de bestreden beschikking is bepaald dat de ouders gezamenlijk met de uitoefening van het gezag worden belast over [minderjarige ] .
Daarnaast is de volgende zorgregeling vastgesteld:
a. [minderjarige ] verblijft bij de vader:
- vanaf 3 oktober 2022 op maandag, 8 uur per week, waarbij [minderjarige ] bij de
vader zal avondeten;
vanaf 5 november 2022 iedere zondag van 9.00 uur tot en met maandag 12.00 uur;
vanaf 3 december 2022 iedere zaterdag van 9.00 uur tot en met zondag 17.00 uur;
vanaf 30 december 2022 éénmaal per twee weken van vrijdag 17.00 uur tot en met
zondag 17.00 uur;
b. de ene week videobelt [minderjarige ] de vader op woensdag rond 17.00 uur, en de
andere week verblijft [minderjarige ] bij de vader van woensdag om 17.00 uur tot
donderdagochtend naar het kinderdagverblijf;
c. daarnaast gedurende vakanties en feestdagen:
- oud en nieuw op 31 december (in de even jaren) tot 2 januari 11.00 uur;
- Eerste Paasdag (in de even jaren), Tweede Paasdag (in de oneven jaren);
- de verjaardag van de vader op 24 april (ieder jaar);
- Koningsdag 27 april (in de even jaren);
- Bevrijdingsdag 5 mei (in de even jaren);
- de verjaardag van [minderjarige ] [in] (in de even jaren);
- Vaderdag (ieder jaar);
- Hemelvaartsdag (in de even jaren);
- Eerste Pinksterdag (in de even jaren) tot Tweede Pinksterdag 11.00 uur, Tweede
Pinksterdag (in de oneven jaren);
- Eerste Kerstdag (in de even jaren) tot Tweede Kerstdag 11.00 uur, Tweede
Kerstdag (in de oneven jaren);
- kerstvakantie: de eerste week in de even jaren en de tweede week in de oneven jaren;
- de zomervakantie (in de even jaren beslist de vader in welke periode [minderjarige ] bij hem verblijft) gedurende een periode van drie weken, dit wordt uiterlijk op 1 januari van het jaar doorgegeven aan de andere ouder;
- de voorjaarsvakantie (in de even jaren);
- de meivakantie (in de oneven jaren),
waarbij de vader in alle gevallen [minderjarige ] haalt en brengt;
d. [minderjarige ] verblijft bij de moeder:
- met Sinterklaas;
- de kerstvakantie (de eerste week in de oneven jaren en de tweede week in de even jaren);
- de zomervakantie (in de oneven jaren beslist de moeder in welke periode [minderjarige ] bij haar verblijft) gedurende een periode van drie weken, dit wordt uiterlijk op 1 januari van het jaar doorgegeven aan de andere ouder;
- voorjaarsvakantie (in de oneven jaren);
- meivakantie (in de even jaren);
- herfstvakantie (ieder jaar).
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de vader aan de moeder als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige ] telkens dient te voldoen € 161,- per maand met
ingang de datum van de beschikking en voor wat betreft de toekomstige termijnen bij vooruitbetaling te voldoen.