ECLI:NL:GHAMS:2023:1925
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geen kennelijk onredelijke opzegging na langdurige arbeidsongeschiktheid en toekenning vergoeding voor niet-opgenomen vakantiedagen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen KLM Catering Services Schiphol B.V. (KCS) naar aanleiding van een ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid. De appellant, die 15 jaar in dienst was, stelde dat zijn ontslag kennelijk onredelijk was, vooral gezien zijn langdurige arbeidsongeschiktheid door een arbeidsongeval en de vermeende tekortkomingen van KCS in de re-integratie. Het hof oordeelde dat KCS niet aansprakelijk was op grond van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en dat de opzegging niet kennelijk onredelijk was. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat KCS geen verwijt trof voor de arbeidsongeschiktheid van de appellant, en het hof bevestigde deze conclusie. De appellant had ook een vordering ingediend voor niet-opgenomen vakantiedagen, waarvoor het hof in het tussenarrest al een bedrag van € 4.220,- bruto had toegewezen. Het hof bleef bij deze beslissing, ondanks dat KCS betwistte dat de appellant recht had op dit bedrag. Uiteindelijk werd het vonnis van de kantonrechter vernietigd en werd KCS veroordeeld tot betaling van het eerder toegewezen bedrag aan de appellant, met de bepaling dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.