ECLI:NL:GHAMS:2023:192
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling en omgangscontacten tussen vader en kinderen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin een zorgregeling voor de kinderen werd vastgesteld. De man, wonende in Turkije, heeft in hoger beroep gevraagd om een zorgregeling waarbij hij contact kan hebben met zijn kinderen, die sinds september 2021 in Nederland verblijven. De vrouw, de moeder van de kinderen, heeft zich verzet tegen onbegeleide omgang en heeft zorgen geuit over de veiligheid van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende informatie is om een zorgregeling vast te stellen die in het belang van de kinderen is. Er is behoefte aan nader onderzoek naar de situatie en de relatie tussen de man en de vrouw, en hoe het contact tussen de man en de kinderen op een veilige manier kan worden hersteld. Het hof heeft de vordering van de man om een voorlopige omgangsregeling en videobelcontacten vast te stellen afgewezen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.