ECLI:NL:GHAMS:2023:1881
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nihilstelling van partneralimentatie en de inspanningsverplichting van de alimentatiegerechtigde in het licht van de nietigheid van het kerkelijk huwelijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot nihilstelling van de partneralimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2022 aangevochten, waarin zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie werd afgewezen. De man stelt dat de vrouw niet voldoet aan haar inspanningsverplichting om in haar eigen levensonderhoud te voorzien, aangezien haar onderneming niet winstgevend is en zij onvoldoende uren aan haar onderneming besteedt. Hij betoogt dat de lotsverbondenheid is verbroken door de nietigheid van het kerkelijk huwelijk, wat zou moeten leiden tot nihilstelling van de alimentatie.
De vrouw, verweerster in het principaal hoger beroep, heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de man te veroordelen in de werkelijke proceskosten. Zij stelt dat de rechtbank de man niet-ontvankelijk had moeten verklaren in zijn verzoek, omdat er geen wijziging van omstandigheden zou zijn. De vrouw betoogt dat haar verdiencapaciteit door het huwelijk is afgenomen en dat zij meer tijd nodig heeft om economisch zelfstandig te worden.
Het hof heeft de grieven van beide partijen besproken en geconcludeerd dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek. Het hof oordeelt dat de vrouw een inspanningsverplichting heeft, maar dat de man niet voldoende heeft aangetoond dat de vrouw in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. De nietigheid van het kerkelijk huwelijk heeft geen gevolgen voor de alimentatieverplichting. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking en compenseert de proceskosten.