ECLI:NL:GHAMS:2023:188
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verrekening van onbetaalde facturen en boetes in bouwcontracten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] V.O.F. tegen [geïntimeerde] B.V. inzake onbetaalde facturen na stukadoorswerkzaamheden. [appellante] heeft in opdracht van [geïntimeerde] werkzaamheden verricht, maar heeft daarbij een vreemdeling zonder tewerkstellingsvergunning ingeschakeld. Dit leidde tot boetes van de Inspectie SZW, die zowel aan [appellante] als aan [geïntimeerde] en de hoofdaannemer KDR zijn opgelegd. [geïntimeerde] heeft geprobeerd deze boetes en de juridische kosten te verrekenen met de vordering van [appellante] op basis van de algemene voorwaarden van de overeenkomst. De kantonrechter heeft de vordering van [appellante] afgewezen en de tegenvordering van [geïntimeerde] grotendeels toegewezen. In hoger beroep heeft [appellante] negen grieven ingediend, maar het hof heeft deze grieven verworpen en de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelt dat [appellante] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen door de inschakeling van een illegale arbeidskracht en dat [geïntimeerde] de boetes rechtsgeldig heeft kunnen verrekenen met de vordering van [appellante].