ECLI:NL:GHAMS:2023:1877
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming bewindvoerder voor minderjarige met geestelijke en lichamelijke beperkingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder voor de minderjarige [kind], die lijdt aan een autismespectrumstoornis en PTSS. De man, de vader van [kind], is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kantonrechter die de vrouw, de moeder van [kind], tot bewindvoerder had benoemd. De man betwist de geschiktheid van de vrouw als bewindvoerder en verzoekt om de benoeming van een onafhankelijke bewindvoerder. Hij stelt dat de vrouw niet in staat is om de belangen van [kind] goed te behartigen, mede vanwege hun problematische verleden en de vrees dat de vrouw invloed zal uitoefenen op zijn nalatenschap.
Het hof heeft het verloop van het geding in eerste aanleg en de ingediende stukken in hoger beroep in overweging genomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juli 2023 zijn zowel de man als de vrouw, alsook [kind], verschenen. Het hof heeft vastgesteld dat [kind] voldoende in staat is om zijn voorkeur voor de vrouw als bewindvoerder kenbaar te maken. De vrouw heeft in het verleden bewezen dat zij de belangen van [kind] goed kan behartigen en heeft al stappen ondernomen om zijn financiële situatie te verbeteren.
Het hof concludeert dat er geen gegronde redenen zijn om de benoeming van de vrouw tot bewindvoerder te betwisten. De vrees van de man voor wanbeheer is onvoldoende onderbouwd en de wettelijke verplichtingen van de bewindvoerder bieden voldoende waarborgen. De beschikking van de kantonrechter wordt dan ook bekrachtigd, waarbij de vrouw als bewindvoerder wordt gehandhaafd.