Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van de procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
.[minderjarige 1] verblijft sinds mei 2015 in het huidige pleeggezin.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar twee kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, die niet met het gezag over de kinderen belast is, verzocht om een uitbreiding van de omgangsregeling, die momenteel bestaat uit begeleide omgang van anderhalf uur eens per zes weken. De moeder is in hoger beroep gekomen van een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, die haar verzoek tot uitbreiding had afgewezen. De kinderen verblijven sinds 2015 en 2016 in een pleeggezin en hebben een belast verleden. De gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming hebben in de procedure geadviseerd om de huidige regeling te handhaven, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Het hof heeft de argumenten van de moeder, waaronder haar ontwikkeling en de wens om meer contact met de kinderen te hebben, overwogen, maar oordeelt dat uitbreiding van de omgangsregeling op dit moment niet in het belang van de kinderen is. De huidige regeling biedt de kinderen de nodige rust en structuur, wat essentieel is gezien hun kwetsbaarheid. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder tot uitbreiding van de omgangsregeling af.