ECLI:NL:GHAMS:2023:1785

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
23-002712-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake bedreiging en eenvoudige belediging met vorderingen van benadeelde partijen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 14 oktober 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1963 te [geboorteplaats], werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en eenvoudige belediging. De feiten vonden plaats op 28 juni 2022 te Amsterdam, waarbij de verdachte zich schuldig maakte aan bedreiging en belediging van een ambtenaar tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen aan drie benadeelden, elk ter hoogte van € 250,00 voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De aanvangsdatum van de wettelijke rente is vastgesteld op 28 juni 2022. Het openbaar ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere veroordeling.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-184829-22 en 13-032984-22 (gevoegd)
parketnummer hoger beroep : 23-002712-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
1 juni 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 oktober 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats]
adres: [adres]

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 2 en in de zaak met parketnummer 13-032984-22 bewezenverklaarde levert op:
telkens:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
gepleegd
in de zaak met parketnummer 13-184829-22
feit 1:
op 28 juni 2022 te Amsterdam;
feit 2:
op 28 juni 2022 te Amsterdam;
en in de zaak met parketnummer 13-032984-22
feit 1:
op 8 februari 2022 te Amsterdam;

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 63, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 juni 2022.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 juni 2022.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-184829-22 onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 juni 2022.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling.
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tenuitvoerlegging, met parketnummer 15-279422-21.
Gewezen door mr. M.L.M. van der Voet, in bijzijn van C. van der Laan, griffier.
mr. M.L.M. van der Voet