ECLI:NL:GHAMS:2023:1784

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
23-002357-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling en beschadiging van andermans goed

Op 1 juni 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 augustus 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 8 augustus 2022 in Amsterdam is beschuldigd van mishandeling en het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van andermans goed. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van veertig uren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan diagnostisch onderzoek en behandeling. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 919,00 aan schadevergoeding, bestaande uit materiële en immateriële schade. De aanvangsdatum van de wettelijke rente is vastgesteld op 8 augustus 2022.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-201551-22
parketnummer hoger beroep : 23-002357-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 juni 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 augustus 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats]
adres: [adres 1] ,
thans uit andere hoofde gedetineerd in de [detentieadres]

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
gepleegd
feit 1 subsidiair:
op 8 augustus 2022 te Amsterdam;
feit 2:
op 8 augustus 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich meldt op afspraken met de reclassering bij reclassering Leger des Heils op het adres [adres 2] , zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde meewerkt aan onderzoek ten behoeve van diagnostiek en (eventueel) daaruit voortvloeiende ambulante behandeling bij [instelling 1], of een soortgelijke hulpverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, zijnde [instelling 2] of een andere begeleide woonvorm, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de hele proeftijd of zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van passende dagbesteding in de vorm van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van € 919,00 (negenhonderdnegentien euro) bestaande uit
€ 619,00 (zeshonderdnegentien euro) materiële schade en € 300,00 (driehonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst af de vordering van € 200,00 (tweehonderd euro) aan immateriële schade.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 919,00 (negenhonderdnegentien euro) bestaande uit € 619,00 (zeshonderdnegentien euro) materiële schade en € 300,00 (driehonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 18 (achttien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 8 augustus 2022.
Gewezen door mr. M.L.M. van der Voet, in bijzijn van C. van der Laan, griffier.
mr. M.L.M. van der Voet