In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van diefstal, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 6 juli 2023 en heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De verdachte werd beschuldigd van diefstal van 676,1 kilogram metaal- en koperwaren, die toebehoorden aan [benadeelde01], gepleegd op 20 juni 2021 te Tubbergen. Het hof heeft vastgesteld dat de verbalisanten de verdachte rechtmatig hebben aangehouden, ondanks het verweer van de verdediging dat de aanhouding onrechtmatig was. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de diefstal en heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal door twee of meer verenigde personen. De politierechter had de verdachte vrijgesproken, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 50 dagen voorwaardelijk. Daarnaast is de benadeelde partij [benadeelde01] B.V. niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, en heeft daarbij ook rekening gehouden met de persoon van de verdachte.