ECLI:NL:GHAMS:2023:1756

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
200.324.502/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Sequa Petroleum N.V. en onmiddellijke voorzieningen

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 13 juli 2023, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Sequa Petroleum N.V. over de periode van 26 februari 2020 tot 1 juni 2023. De verzoekster, ADS Securities LLC, heeft gegronde redenen aangevoerd voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa, onder andere vanwege het niet houden van aandeelhoudersvergaderingen in 2020 en 2021, het ontbreken van gecontroleerde jaarrekeningen over 2019 en 2020, en de samenstelling van de raad van commissarissen die niet voldoet aan de statutaire eisen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er inderdaad gegronde redenen zijn voor twijfel aan de gang van zaken binnen Sequa, en heeft besloten dat een onderzoek noodzakelijk is om helderheid te krijgen over de verschillende aangevoerde punten van zorg. Tevens is er een onmiddellijke voorziening getroffen door een commissaris met beslissende stem te benoemen, om het toezicht op het bestuur van Sequa te versterken. De kosten van het onderzoek en de benoeming van de commissaris komen voor rekening van Sequa. De beschikking is openbaar uitgesproken en de kosten van de procedure zijn aan Sequa opgelegd.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.324.502/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 13 juli 2023
inzake
de besloten vennootschap naar het recht van de Verenigde Arabische Emiraten
ADS SECURITIES LLC,
statutair gevestigd te Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. V.R. Vroomen
mr. B. Kemp, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de naamloze vennootschap
SEQUA PETROLEUM N.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. W.M. Smelt, mr. S.V. Stephensonen
mr. J. van Hemel, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
[A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.M. Leeuwenburgh,kantoorhoudende te Rotterdam.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als ADS;
  • verweerster als Sequa;
  • belanghebbende als [A] ;
  • Tennor Holding B.V. als Tennor;
  • [B] als [B] ;
  • [C] als [C] ;
  • [D] als [D] .

1.Het verloop van het geding

1.1
ADS heeft bij verzoekschrift van 22 maart 2023, aangevuld bij aanvullend verzoekschrift van 9 mei 2023, de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Sequa over de periode vanaf 14 augustus 2019 met betrekking tot een aantal hierna (onder 3.2) te noemen onderwerpen;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. primair een tijdelijke bestuurder van Sequa te benoemen met beslissende stem en subsidiair een tijdelijke commissaris van Sequa te benoemen met beslissende stem;
b. of een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
3. Sequa te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Sequa heeft bij verweerschrift van 11 mei 2023, aangevuld bij aanvullend verweerschrift van 23 mei 2023, de Ondernemingskamer verzocht ADS niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, althans het verzoek van ADS af te wijzen en ADS te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 1 juni 2023. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over het beleid van Sequa, een olie- en gasonderneming. Sequa drijft een onderneming die zich toelegt op olie- en gasexploratie en -productie. Nadat enkele eerdere projecten wegens gebrek aan perspectief zijn gestaakt, heeft Sequa in 2022 met twee Afrikaanse partijen een joint venture gesloten om onderdelen te kopen van een
offshoreolieveld bij Angola van Sonangol, de Angolese staatsoliemaatschappij. Sequa beschrijft haar business model zelf als “high risk, high yield”. Voor onderzoek naar de commerciële levensvatbaarheid van een olie- of gasveld zijn namelijk omvangrijke investeringen nodig en ook het doen van (exploratie)boringen vergt grote investeringen, zonder zekere opbrengst; als op de plek van boring geen olie of gas wordt aangetroffen moet de gehele investering worden afgeschreven. Wordt wel olie of gas aangetroffen, dan kan het rendement enorm zijn.
ADS is sinds enkele jaren aandeelhouder van Sequa. Zij meent dat de
checks and balancesbij Sequa ondermaats zijn en dat de informatieverstrekking aan de aandeelhouders door Sequa, ook over de joint venture, tekort schiet.
2.2
Sequa is op 27 augustus 2013 opgericht. Haar grootste aandeelhouders zijn thans ADS (circa 36,3%) en, sinds februari 2023, Audacia Investments Ltd. (hierna: Audacia). Ongeveer 20% van haar aandelen is genoteerd aan de Euronext Acces in Parijs. Bestuurders van Sequa zijn [B] (sinds 27 augustus 2013), [C] (sinds 30 oktober 2013) en [D] (sinds 18 juni 2019). Zij zijn als bestuurders gezamenlijk bevoegd Sequa te vertegenwoordigen. De raad van commissarissen van Sequa wordt gevormd door [A] (sinds 24 juli 2019).
2.3
De statuten van Sequa bepalen onder meer dat de vennootschap een raad van commissarissen heeft, bestaande uit ten minste drie en ten hoogste vijf commissarissen, te benoemen door de algemene vergadering (artikel 17.1). Aanvulling van de raad van commissarissen geschiedt door coöptatie (artikel 17.2). Volgens de statuten zijn bestuursbesluiten over het aangaan van een duurzame samenwerking die van ingrijpende betekenis is voor de vennootschap onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van zowel de raad van commissarissen als de algemene vergadering (artikel 14.1).
2.4
In oktober 2013 heeft Sequa door uitgifte van aandelen $ 27,8 miljoen aan additionele investeringen aangetrokken. Daarvan was $ 26 miljoen afkomstig van Sapinda Holding B.V. (thans genaamd Tennor Holding B.V., hierna: Tennor), een vennootschap van [E] (hierna: [E] ), en Centrics (hierna: Centrics), een andere aan Tennor gelieerde vennootschap. Als gevolg van de aandelenemissie verkreeg Tennor een controlerend belang in Sequa. De financiering vanuit Tennor ontving Sequa via Shard Capital Partners LLP (hierna: Shard).
2.5
Sequa heeft sinds haar oprichting in drie projecten geïnvesteerd. Zij heeft in 2014 een licentie verworven voor de exploratie en exploitatie van de Aksai Contract Area in Kazachstan. Verder heeft zij in 2015 de aandelen in Tellus Petroleum Invest AS verworven en daarmee indirect de
asset portfoliovan Wintershall (de “Wintershall Transactie”) en de
asset portfoliovan de Gina Krog unit (de “Gina Krog Acquisitie”), beide op het continentaal plat van Noorwegen. In december 2015 heeft Sequa de markt geïnformeerd dat de Wintershall Transactie niet werd voortgezet en in april 2016 dat de Gina Krog Acquisitie niet werd voortgezet, steeds als gevolg van de marktomstandigheden. De olieprijzen daalden in die tijd van $ 100 per vat in 2014 naar minder dan $ 30 per vat in 2016. De Aksai licentie, die na 2015 nog voor drie jaar werd verlengd met als doel de eerste olieput (die niet commercieel levensvatbaar bleek) te sluiten en drie aanvullende olieputten te exploreren, heeft Sequa laten verlopen omdat het bestuur vreesde dat de investering niet zou worden terugverdiend en in 2019 heeft Sequa de betreffende dochteronderneming verkocht.
2.6
Vanaf 2o18 heeft Sequa zich vooral gericht op het verbeteren van haar financiële positie door conversie in aandelen van door Sequa uitgegeven converteerbare obligaties, die Sequa ter financiering van de investeringen in Kazachstan en Noorwegen had uitgegeven. Daartoe zijn op 24 juli 2019 de obligaties geannuleerd en vond op 14 augustus 2019 de uitgifte van nieuwe aandelen plaats (hierna: de Conversie).
2.7
In januari 2019 heeft Sequa met Trent Petroleum Holding B.V. (hierna: Trent Petroleum), een aan [E] gelieerde vennootschap, een services agreement gesloten waaronder Trent Petroleum Sequa's algemene kosten en uitgaven zou betalen. In 2020 heeft Sequa $ 2,2 miljoen in rekening gebracht onder deze overeenkomst.
2.8
Op 30 mei 2019 is [E] afgetreden als commissaris bij Sequa. Op 15 juli 2019 overleed [F] , die eveneens commissaris bij Sequa was. Sedert 24 juli 2019 bestaat de raad van commissarissen van Sequa uitsluitend uit [A] . [A] is een werknemer van Tennor.
2.9
ADS had van Tennor/ [E] , tot zekerheid voor aanzienlijke vorderingen van ADS, door Sequa uitgegeven obligaties verkregen ter waarde van in totaal $ 92,6 miljoen. Doordat Tennor haar verplichtingen niet nakwam, heeft ADS de zekerheid uitgewonnen. Als gevolg van de Conversie verwierf ADS uiteindelijk op 26 februari 2020 haar huidige aandelenbelang in Sequa. Volgens de huidige koers is de waarde daarvan $ 4,2 miljoen.
2.1
Na de Conversie heeft Sequa zich weer gericht op het vinden van nieuwe investeringskansen. In de periode 2019-2021 heeft zij op zeventien projecten een bieding uitgebracht.
2.11
In 2021 is Sequa (via haar dochteronderneming Sequa Petroleum UK Ltd.) in overleg getreden met NAMCOR Exploration and Production (Proprietary) Ltd. (het staatsoliebedrijf van Namibië, hierna: NAMCOR) en Petrolog Energies Ltd. (een Afrikaanse multinational, hierna: Petrolog) over een joint venture vennootschap genaamd Sungara Energies Limited (hierna: de Sungara JV). Doel was het verwerven door de Sungara JV van deelnemingen in drie zogenoemde blokken van een offshore olieveld van Sonangol P&P (het staatsoliebedrijf van Angola, hierna: Sonangol P&P).
2.12
FSV, de accountant van Sequa, liet Sequa op 23 november 2021 weten dat een accountantsverklaring met betrekking tot de jaarrekeningen 2019 en 2020 nog niet kon worden afgegeven omdat “
from a compliance perspective we have serious issues because of an investigation by (…) AFM into one of your related parties.” Op 27 december 2021 schreef FSV van AFM te hebben vernomen “
dat FSV hangende het onderzoek tot 18 januari geen verklaringen mag afgeven voor al onze wettelijke controle klanten”.
2.13
Op 18 januari 2022 heeft Sequa's bestuurder [B] FSV per e-mail gevraagd om een “
update on FSV’s ability to sign of our 2019 and 2020 accounts”.
2.14
Eveneens op 18 januari 2022 heeft ADS Sequa verzocht om de meest recente gecontroleerde jaarrekeningen. Sequa heeft daarop de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde jaarrekeningen 2019 en 2020 aan ADS gestuurd. Daarbij vermeldde zij dat deze jaarrekeningen nog niet waren goedgekeurd door de accountant.
2.15
Op 25 en 28 januari en 1 februari 2022 heeft [B] bij FSV gerappelleerd.
2.16
Op de vraag van ADS om een verklaring voor het ontbreken van een accountantsverklaring heeft Sequa op 1 februari 2022 meegedeeld dat dit deels aan de COVID-pandemie is te wijten, dat het geen verband houdt met Sequa of haar jaarstukken en dat de accountant verwacht dat de kwestie spoedig zal worden opgelost.
2.17
Bij brief van 16 februari 2022 heeft ADS 37 vragen gesteld aan Sequa over onder meer de onderwerpen aandeelhoudersvergaderingen, jaarstukken, operations, kasgelden en corporate governance. ADS heeft het bestuur van Sequa verzocht een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen in verband met (onder meer) het uitblijven van een aandeelhoudersvergadering in 2020 en 2021, de niet-gecontroleerde jaarrekeningen over 2019 en 2020 en de operationele gang van zaken binnen Sequa. ADS verzocht bovendien om de ontbinding van Sequa te agenderen.
2.18
Bij brief van 3 maart 2022 heeft Sequa de vragen van ADS schriftelijk beantwoord maar aan de verzoeken niet voldaan. Sequa schreef onder meer:
“(…) the independent auditor’s reports are not yet available as we understand from the auditor that they, for the time being, have been prevented by the Dutch Authority for the Financial Markets (AFM) from issuing audit reports for a number of companies. As far as we are aware, the delay has not been caused by and does not relate to the Company itself (…)”
Verder liet Sequa ADS weten dat zij vasthield aan een accountantsrapport van FSV over 2019 en 2020, en dat zij voor het boekjaar 2021 een andere accountant overwoog.
2.19
Bij e-mail van 10 maart 2022 heeft FSV aan Sequa bericht:
“(…)
In de afgelopen perioden hebben wij al regelmatig gesproken over de controleverklaringen 2019 en 2020 van[Sequa]
en het feit dat wij de controle van 2021 niet meer zullen verrichten. We hebben van jou uiteindelijk de juridische structuur gekregen en daaruit blijkt dat[ [E] ]
en de aan hem gerelateerde deelnemingen minimaal 36% van de aandelen heeft. Gegeven het feit dat Sequa een relatie heeft met Tennor Holding B.V. /[ [E] ]
en dat de heer [E] een UBO is en in o.a. 2019 nog overwegende zeggenschap had, en wellicht nu nog heeft, hebben wij als directie van FSV om moverende redenen besloten om aan Tennor en de aan haar gerelateerde vennootschappen geen verklaringen af te geven. Hier valt dus ook[Sequa
] onder.
Concreet betekent dit dat wij over 2019 en 2020 de controleverklaring niet zullen verstrekken. (…)”
2.2
Op 12 april 2022 is Sequa (via haar 100% dochtervennootschap Sequa Petroleum UK Limited) een aandeelhoudersovereenkomst aangegaan met NAMCOR, Petrolog en de Sungara JV. In dat verband werd onder meer afgesproken dat de aandeelhouders tegen uitgifte van 18 miljoen aandelen ieder een
equitybijdrage van $ 10 miljoen zouden doen, die de Sungara JV voor de aanbetaling voor de Angola transactie zou aanwenden.
2.21
Op 13 april 2022 heeft Sequa in een persbericht laten weten samen met NAMCOR en Petrolog te zijn aangewezen als
preferred bidderdoor Sonangol P&P voor de onder 2.11 bedoelde drie blokken.
2.22
Op 28 april 2022 heeft Sequa in een persbericht (onder meer) bekendgemaakt dat de Sungara JV en Sonangol P&P een overeenkomst voor participaties in drie blokken hebben gesloten voor een prijs van circa $ 500 miljoen (hierna: de Angola transactie) waarbij de Sungara JV binnen twee jaar na de contractsluiting een
depositvan $ 50 miljoen dient te voldoen. De prijs zal worden gefinancierd door een combinatie van
equitybijdragen van de JV partners en leningen van derden. Blok 15/06, waarin voor 10% wordt deelgenomen, is een bewezen olieveld met reserves van naar schatting 75 miljoen vaten, waar reeds meer dan 100.000 vaten per dag worden geproduceerd, met mogelijkheid tot opschaling. De andere twee blokken, 23 en 27, waarin voor 40% en 35% wordt deelgenomen, zijn exploratiegebieden. Afronding van de transactie wordt in 2022 voorzien.
2.23
Bij brief van 3 mei 2022 heeft ADS Sequa laten weten de in de brief van Sequa van 3 maart 2022 gegeven antwoorden onbevredigend, onaannemelijk en onverifieerbaar te vinden. ADS heeft ook aangedrongen op een aandeelhoudersvergadering, onder meer omdat voor de Angola transactie de toestemming van de algemene vergadering is vereist.
2.24
Op 12 mei 2022 heeft Sequa haar aandeelhouders opgeroepen voor een aandeelhoudersvergadering op 17 juni 2022. Op de agenda stond onder meer:
“(…)
(2) (b) Shareholders’ questions and requests (discussion)
(…)
(b.2) The absence of the audited 2019 and 2020 financial statements (discussion)
(…)
(b.4) The Company’s cash balances (discussion)
(…)
(b.7) The Company’s corporate governance (discussion)
(…)
(5) Proposals to adopt the annuals accounts 2019 (vote)
(a)
Proposals to adopt the annuals accounts 2019 (vote)
(b)
Proposals to adopt the annuals accounts 2020 (vote)
(…)
(8) Proposal to approve (within the meaning of Section 2:107a of the Dutch Civil Code) the entering into the Sungara Joint Venture (vote) (…)”
2.25
In de bij de oproeping voor de aandeelhoudersvergadering gevoegde
explanatory notesis enige informatie verstrekt over de Sungara JV en de Angola transactie. In aanvulling op hetgeen al in de persberichten was bekendgemaakt is onder meer vermeld dat er een aandeelhoudersovereenkomst is gesloten en is kort weergegeven wat daarin is vastgelegd, waaronder de afspraak dat ieder van de drie deelnemers $ 10 miljoen aan
fundingbeschikbaar moet stellen in ruil voor telkens 18 miljoen aandelen. Daarnaast zal er bij derde partijen geleend gaan worden. Naar verwachting 70% van de prijs zal worden gefinancierd door
senior debten 30% door
equity, quasi equityof
mezzanine-junior debt. Verder is enige informatie verschaft over de structuur en governance van de Sungara JV. Dezelfde informatie is op de website van Sequa geplaatst.
2.26
Op 1 juni 2022 liet FSV Sequa weten:
“(…) In our e-mail from 10 March 2022 we informed you that given[Sequa’s]
relationship with Tennor Holding B.V. and its related parties, we had to consider whether we can continue our client relationship with[Sequa]
.
We informed you that we decided to put all our audit work for [Sequa
] on hold. This audit work relates to the 2019 and 2020 statutory financial Statements of Sequa Petroleum N.V., which audits are unfinished currently. In the meantime, you have not provided us with new information as to the end of the relationship with Tennor Holding B.V. and its related parties.
Given the fact that we expect to hand in our license for performing statutory audits at the end of June 2022, and given the fact that the Sequa / Tennor relationship continues, it is not possible that we will not[sic]
be able to finish any audit work for[Sequa]
. As a result, we repeat our recommendation to you to consider selecting and appointing a successor auditor as soon as possible. (…)”
2.27
Bij brief van 14 juni 2022 heeft ADS Sequa om informatie verzocht, onder meer over de operationele gang van zaken, de jaarrekeningen 2019 en 2020 en over de Sungara JV.
2.28
In de (digitaal gehouden) aandeelhoudersvergadering van 17 juni 2022 (hierna: de aandeelhoudersvergadering) was 75,4% van het aandelenkapitaal aanwezig of vertegenwoordigd. Naast het bestuur en de commissaris was alleen ADS in de vergadering aanwezig. In de aandeelhoudersvergadering, die ongeveer zes uur duurde, is onder meer uitgespreid gesproken naar aanleiding van vragen van ADS. Tevens zijn de jaarrekeningen 2019 en 2020 vastgesteld en is het aangaan van de Sungara JV goedgekeurd.
2.29
Bij brief van 30 juni 2022 heeft ADS nogmaals haar bezwaren schriftelijk uiteengezet. Sequa heeft daarop bij brief van 6 juli 2022 gereageerd.
2.3
Medio augustus 2022 hield Sequa op een klantenrekening bij Shard een tegoed aan van $ 12.704.681. Op 18 augustus 2022 is op verzoek van Sequa door [E] en Tennor een garantie (hierna: de garantie) afgegeven ten behoeve van Sequa, strekkende tot zekerheid van uitbetaling door Shard op uiterlijk 26 augustus 2022 van dit tegoed aan kort gezegd Sequa of een door haar aan te wijzen partij. Het bedrag is niet betaald, waarna [B] namens Sequa bij e-mail van 31 augustus 2022 bij [E] en Tennor aanspraak heeft gemaakt op betaling. Daarop volgden gedurende enkele maanden deelbetalingen tot een bedrag van in totaal € 1,05 miljoen.
2.31
Op 2 december 2022 heeft de Engelse High Court of Justice in een
summary judgmentTennor veroordeeld tot onder meer betaling van € 27 miljoen aan ADS. Tot zekerheid van betaling van dit bedrag heeft ADS op 12 december 2022 conservatoir beslag doen leggen op de aandelen van Tennor in Sequa.
2.32
Begin 2023 heeft Sonangol laten weten niet gehouden te zijn de Angola transactie af te ronden zolang [E] (middellijk) aandeelhouder van Sequa was. Sequa heeft vervolgens bij [E] aangedrongen op overdracht van diens aandelen. In februari 2023 heeft Tennor, in weerwil van het gelegde beslag, haar aandelen in Sequa overgedragen aan Audacia, een in Dubai gevestigde investeringsmaatschappij waarin [E] volgens Sequa geen belang (meer) houdt. Het inmiddels failliete Sapinda Asia, dat ook door [E] wordt gecontroleerd, heeft eveneens een belang in Sequa. Dit belang is niet overgedragen. Door het faillissement heeft [E] geen zeggenschap meer binnen Sapinda Asia.
2.33
Teneinde betaling onder de garantie af te dwingen heeft Sequa op 27 maart 2023 het faillissement van Tennor aangevraagd. Nadat de vordering van Sequa uit hoofde van de garantie aanzienlijk was afgenomen heeft Sequa dat faillissementsverzoek ingetrokken.
2.34
Sequa heeft de door haar bij Shard aangehouden tegoeden teruggebracht van ruim $ 14 miljoen op 31 december 2021 tot circa $ 3 miljoen per 1 juni 2023.
2.35
Voltooiing van de Angola transactie heeft nog niet plaatsgevonden.
2.36
Inmiddels heeft Sequa PwC bereid gevonden de jaarrekening 2021 te controleren.

3.De gronden van de beslissing

3.1
ADS heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa die een onderzoek rechtvaardigen en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft ADS – samengevat – het volgende naar voren gebracht:
a. de juridische
checks and balancesbinnen Sequa zijn niet op orde. Er is in de jaren 2020 en 2021 geen aandeelhoudersvergadering gehouden. De jaarstukken 2019 en 2020 zijn ten onrechte niet door een accountant gecontroleerd, maar vervolgens is de vaststelling van deze niet-gecontroleerde jaarrekeningen wel geagendeerd voor de aandeelhoudersvergadering van 17 juni 2022. Vaststelling van een niet-gecontroleerde jaarrekening kan wettelijk en statutair alleen in geval van overmacht, maar daarvan was volgens ADS geen sprake. Verder voldoet de raad van commissarissen sinds 2019 niet aan de statutaire eis dat deze minstens uit drie personen bestaat. Dat is nog niet hersteld, ondanks de toezegging van het bestuur van Sequa in de aandeelhoudersvergadering van 15 juni 2022 dat in de vacatures zou worden voorzien.
b. de informatieverstrekking door Sequa aan haar aandeelhouders schiet tekort. De redenen die Sequa geeft voor het niet houden van aandeelhoudersvergaderingen volstaan niet. Over de reden waarom de accountant van Sequa de controle van de jaarrekeningen 2019 en 2020 niet heeft afgerond zijn onjuiste verklaringen verstrekt. Dat de jaarrekeningen ondanks het ontbreken van een accountantsverklaring een juist beeld geven kan niet worden aangenomen, omdat is gebleken dat de bij Shard aangehouden liquide middelen niet direct en op eerste verzoek door Shard worden verstrekt. Het vermelden van die middelen in de jaarstukken onder het hoofdje “
cash and cash equivalents” is daarom onterecht. De vragen van ADS over het aanhouden van liquide middelen bij Shard en de reden voor die keuze zijn niet bevredigend beantwoord; zo is de omvang van de bij Shard aangehouden tegoeden niet onthuld. Ook de vragen van ADS over de Sungara JV en de Angola transactie zijn voorafgaand, tijdens en na de aandeelhoudersvergadering van juni 2022 onvoldoende (verifieerbaar) beantwoord, waardoor ADS die transactie niet kan beoordelen. Dat klemt te meer, omdat bij de investeringen die Sequa eerder heeft gedaan, de projecten in Kazachstan en Noorwegen, het volledige geïnvesteerde vermogen van in totaal $ 142,2 miljoen verloren is gegaan. Dat schept geen vertrouwen voor het slagen van de Angola transactie. Voor de Angola transactie zal Sequa al haar resterende liquide middelen moeten aanwenden; het is daarmee een ‘alles of niets’-transactie. Inmiddels lijkt uit nieuwsberichten te volgen dat Sequa niet heeft voldaan aan haar verplichting een aanbetaling te doen, dat NAMCOR dat in Sequa’s plaats heeft gedaan, dat een bestuurder van de Sungara JV is geschorst en de voorzitter van het bestuur van NAMCOR is gearresteerd. Maar ook daarover verstrekt Sequa ten onrechte geen informatie aan haar aandeelhouders.
c. Sequa heeft haar medewerking verleend aan de overdracht door Tennor aan Audacia van de aandelen van Tennor in Sequa waarop het beslag van ADS rust, hetgeen een strafbaar feit is.
3.2
ADS heeft gevraagd een onderzoek te bevelen naar de volgende onderwerpen:
a. de relatie tussen Sequa enerzijds en [E] en aan hem gelieerde vennootschappen anderzijds, waaronder:
(1) het totale aandelenbelang van de aan [E] gelieerde vennootschappen in Sequa;
(2) het stemgedrag van de aan [E] gelieerde vennootschappen tijdens de algemene vergadering van Sequa; en
(3) het in rekening brengen van $ 2,2 miljoen door Sequa onder de services agreement met Trent Petroleum;
het volledige gebrek aan operationele activiteiten en de inspanningen van het bestuur in dit verband;
het niet houden van algemene vergaderingen in 2020 en 2021;
de liquide middelen aangehouden bij Shard en de informatieverstrekking daarover aan de algemene vergadering;
de Sungara JV (inclusief de Angola Transactie) en de informatieverstrekking daarover aan de algemene vergadering;
de accountantscontrole van de jaarrekeningen 2019 en 2020 en de informatieverstrekking daarover aan de algemene vergadering;
de samenstelling van de raad van commissarissen;
de rol van Sequa bij de overdracht door Tennor aan Audacia van de beslagen aandelen in Sequa; en
de gang van zaken rondom de aanbetaling voor de Sungara JV en de informatieverstrekking daarover aan de algemene vergadering.
3.3
Sequa heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal hieronder waar nodig op dit verweer ingaan.
3.4
De Ondernemingskamer is van oordeel dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa, die een onderzoek rechtvaardigen. Dat volgt uit wat hierna wordt overwogen.
Governance en informatieverstrekking: geen aandeelhoudersvergaderingen
3.5
In de jaren 2020 en 2021 heeft Sequa geen aandeelhoudersvergaderingen gehouden. Sequa heeft als verklaring daarvoor gewezen op de COVID-pandemie en de vertraging die bij het verkrijgen van een accountantsverklaring voor de jaarrekeningen over 2019 en 2020 was ontstaan. Sequa wijst er verder op dat ADS in die periode ook niet heeft gevraagd om informatie of het houden van een aandeelhoudersvergadering en dat ADS ook geen gebruik heeft gemaakt van haar statutaire recht zelf een vergadering bijeen te roepen. Deze uitleg bevredigt niet. Uitgangspunt is dat op Sequa de wettelijke en statutaire verplichting rust jaarlijks aandeelhoudersvergaderingen te houden. Het is niet duidelijk of Sequa heeft geprobeerd oplossingen te vinden voor de beperkingen die tijdens de COVID-pandemie golden voor het houden van fysieke aandeelhoudersvergaderingen, bijvoorbeeld door op een andere wijze te vergaderen. Dat de vertraging in het verkrijgen van een goedkeurende accountantsverklaring voor de jaarrekeningen 2019 en 2020 (waarover hierna onder 3.7 en verder) aanleiding was om geen algemene vergadering te houden is niet goed te begrijpen; het zou veeleer een reden moeten zijn om wél een aandeelhoudersvergadering te houden, zodat de aandeelhouders daarover tijdig en juist kunnen worden geïnformeerd. Dat in 2020 en 2021 geen aandeelhoudersvergaderingen is gehouden, roept daarom vragen op.
3.6
De aandeelhoudersvergadering vond uiteindelijk plaats in 2022, nadat ADS daarom tot tweemaal toe had verzocht. Volgens Sequa was zij na het sluiten van de Sungara JV al van plan om een aandeelhoudersvergadering te houden en wilde zij wachten tot daarover meer duidelijk was. Dat is op zichzelf echter geen goede reden om zonder toelichting het eerste verzoek van ADS om een algemene vergadering af te wijzen, temeer omdat er in 2020 en 2021 ook al geen aandeelhoudersvergaderingen waren gehouden. Al met al leidt de gang van zaken met betrekking tot het houden van aandeelhoudersvergaderingen van Sequa tot twijfel aan een juiste gang van zaken.
Governance en informatieverstrekking: geen gecontroleerde jaarstukken
3.7
Voor de jaarstukken van Sequa over 2019 en 2020 is geen accountantsverklaring afgegeven. Daarover heeft Sequa aangevoerd dat zij doorlopend bij haar accountant, FSV, op het verstrekken van de accountantsverklaringen heeft aangedrongen. Eerst zou FSV, vanwege een onderzoek van de AFM naar [E] en Tennor, tijdelijk geen verklaring hebben mogen afgeven. Later bleek Sequa dat het een eigen beslissing van FSV was om definitief geen accountantsverklaringen meer af te geven en zelfs haar WTA-vergunning in te leveren. Toen Sequa dat eenmaal wist heeft ze een nieuwe accountant aangezocht en inmiddels gevonden.
3.8
Een en ander roept vragen op over de wijze waarop Sequa de problemen met het verkrijgen van de accountantsverklaringen van FSV, die al begonnen met de controle van de jaarrekening 2019, heeft geadresseerd. Uit de onder 2.12, 2.19 en 2.26 genoemde stukken, in onderlinge samenhang bezien, lijkt te volgen dat de problemen in november 2021 ontstonden, waarna in december 2021 duidelijk werd dat FSV op last van de AFM tot uiterlijk 18 januari 2022 de controle van de jaarrekeningen 2019 en 2020 van Sequa moest opschorten. Sequa heeft weliswaar tussen Sequa heeft weliswaar tussen 18 januari en 1 februari 2022 bij FSV schriftelijk gerappelleerd, maar daaruit volgt nog niet dat Sequa zich, zoals zij stelt, intensief heeft ingespannen tijdig gecontroleerde jaarrekeningen te verkrijgen. In het bijzonder is nog onduidelijk of Sequa de door FSV eind 2021 opgegeven reden waarom deze haar werkzaamheden niet kon afronden heeft geverifieerd, of Sequa zekerheid heeft geprobeerd te krijgen over de vraag of FSV de controle van de jaarrekeningen na 18 januari 2022 wel zou kunnen afronden en of zij zich heeft vergewist van haar positie en haar alternatieven als dat niet het geval zou zijn. Op 10 maart 2020 liet FSV aan Sequa weten dat zij de jaarrekeningen 2019 en 2020 niet zou controleren vanwege het belang van [E] in Sequa en dat zij geen accountantsverklaringen zou afgeven zolang dat belang er was. Dat Sequa naar aanleiding van die mededeling direct de nodige maatregelen heeft getroffen om zo spoedig mogelijk alsnog de controle van de jaarrekeningen 2019 en 2020 te doen plaatsvinden is vooralsnog niet gebleken.
3.9
Sequa heeft er nog op gewezen dat het aangaan van de Sungara JV en de Angola transactie heeft meegebracht dat zij PwC bereid heeft gevonden haar jaarrekeningen te controleren, te beginnen met die van 2021; voor controle van de jaarrekeningen 2019 en 2020 die inmiddels zijn vastgesteld, ziet Sequa geen aanleiding. Daarmee is nog geen antwoord gegeven op de vraag, of Sequa zich voordien voldoende heeft ingespannen een nieuwe accountant te vinden.
3.1
Daarnaast is het de vraag, of Sequa ADS juist heeft geïnformeerd over de reden van het ontbreken van de twee accountantsverklaringen. Dat de vertraging iets met de COVID-19 pandemie te maken heeft, zoals Sequa ADS schreef, blijkt nergens uit. De mededelingen van Sequa in haar brief van 3 maart 2022 (zie 2.18) en die in de aandeelhoudersvergadering, waar Sequa zei “recentelijk” te hebben begrepen dat de accountant ook over 2019 en 2020 geen verklaring meer zou afgeven, lijken op gespannen voet te staan met hetgeen Sequa toen al wist, namelijk dat FSV de jaarrekening 2021 niet zou controleren en dat FSV de relatie met Tennor/ [E] problematisch vond, zoals blijkt uit de onder 2.12, 2.19 en 2.26 aangehaalde berichten van FSV, in het bijzonder dat van 10 maart 2022. De mededeling van Sequa van 3 maart 2022 aan ADS dat het ontbreken van een accountantsverklaring niets met Sequa te maken heeft, laat zich bovendien in zoverre relativeren dat het de verknochtheid van Sequa met Tennor was die het onoverkomelijke probleem vormde. Er zijn dan ook twijfels aan de juistheid en volledigheid van de informatieverstrekking van Sequa aan ADS.
3.11
Sequa heeft de vaststelling van de gecontroleerde jaarstukken over 2019 en 2020, hoewel een accountantsverklaring ontbrak, niettemin geagendeerd op de aandeelhoudersvergadering. Zij heeft in de aandeelhoudersvergadering medegedeeld dat de accountant geen inhoudelijk commentaar had op de gepubliceerde jaarstukken. Of dat standpunt juist is, kan worden betwijfeld (zie ook hierna onder 3.18) en kan hoe dan ook niet door aandeelhouders zelf worden vastgesteld, zeker niet in een aandeelhoudersvergadering waarin de accountant afwezig is. ADS had overigens van tevoren om aanwezigheid van de accountant gevraagd; Sequa heeft dat verzoek ook aan de accountant gedaan, maar liet ter vergadering weten dat deze niet aanwezig zou zijn omdat hij vreesde dat dat de indruk zou kunnen wekken “
to sign off the audit from which they are prohibited.”
3.12
In de aandeelhoudersvergadering heeft Sequa verder het standpunt ingenomen dat de reden voor het ontbreken van de accountantsverklaringen mogelijk als overmacht kan worden gezien en dat dat ook in de gedeponeerde jaarstukken 2019 en 2020 is vermeld. Daarom meent zij niet in strijd te hebben gehandeld met de wet en haar statuten, die (in artikel 26 lid 5) voorschrijven dat niet-gecontroleerde jaarstukken niet door de algemene vergadering worden vastgesteld, behoudens overmacht. ADS heeft de juistheid van dat standpunt reeds ter vergadering in twijfel geroepen en voorgesteld om de vaststelling aan te houden totdat de jaarstukken alsnog door een nieuwe accountant waren gecontroleerd, maar tevergeefs. De vaststelling van de jaarstukken 2019 en 2020 is met een meerderheid van stemmen (waaronder noodzakelijkerwijs die van Tennor) aangenomen. Ook deze gang van zaken roept vragen op, omdat onduidelijk is (mede gezien het onder 3.8 overwogene) of het beroep op overmacht terecht is, of het desondanks doen vaststellen van de ongecontroleerde jaarstukken in het belang was van Sequa en of Sequa daarmee aan haar verplichtingen jegens (onder meer) haar aandeelhouders heeft voldaan. Dat het bij Sequa (en dus bij haar jaarstukken) over relatief beperkte ‘hoofdkantooractiviteiten’ zou gaan, is daarbij van ondergeschikt belang.
Governance: incomplete raad van commissarissen
3.13
Sedert 24 juli 2019 bestaat de raad van commissarissen uitsluitend uit [A] , hoewel de statuten van Sequa bepalen dat de raad van commissarissen uit minimaal drie personen bestaat. ADS heeft daarover al in haar brief van 16 februari 2022 (zie 2.17) haar beklag gedaan en daarbij ook de vraag gesteld of [A] als onafhankelijk kan worden beschouwd als bedoeld in de Corporate Governance Code.
3.14
Sequa heeft daarover opgemerkt dat het een onbedoelde situatie is die ontstond omdat er tijdelijk geen commissarissen waren, na het aftreden van [E] in 2019 en het overlijden van de andere commissaris enkele weken nadien. Sequa voert al jaren het (door haar jaarstukken kenbare) beleid om de raad van commissarissen te versterken met kwalitatief goede kandidaten parallel aan het zoeken naar goede investeringskansen. Zij liet ADS bij brief van 3 maart 2022 (zie 2.18) desgevraagd weten dat [A] niet als onafhankelijk geldt als bedoeld in de Code en dat versterking van de raad van commissarissen zou plaatsvinden “
upon acquisition of a major opportunity”. Zolang de toekomst van Sequa onzeker was, was het evenwel niet mogelijk hoogwaardige kandidaten voor de raad van commissarissen aan te trekken. Gelijktijdig met de Angola transactie is dat wel gelukt en er is inmiddels een kandidaat geselecteerd die in de volgende aandeelhoudersvergadering zal worden gepresenteerd. Ook wil Sequa op korte termijn een derde kandidaat benoemen. De Angola transactie is beoordeeld door de raad van commissarissen in de persoon van [A] . Dat [A] op dat moment nog als niet-onafhankelijk gold, heeft zijn oordeel niet beïnvloed. ADS had ten slotte veel eerder kunnen klagen over de strategie van Sequa met betrekking tot (het tijdstip van) commissarissenbenoemingen en haar aandeelhoudersrechten kunnen inzetten om zelf een commissaris voor te dragen. Aldus steeds Sequa.
3.15
De Ondernemingskamer constateert dat de omvang van de raad van commissarissen van Sequa al sinds medio 2019 niet voldoet aan het in haar statuten genoemde minimum. Dat de regeling van artikel 24 lid 1 in de statuten daarvoor een rechtvaardiging vormt is onwaarschijnlijk: er is de afgelopen jaren geen sprake geweest van “ontstentenis” of “belet” maar lijkt een welbewust door Sequa gevoerd beleid te zijn geweest de raad van commissarissen niet overeenkomstig haar statuten aan te vullen. Daar komt bij dat de enige persoon die sinds 2019 de raad van commissarissen heeft gevormd, [A] , een (bezoldigde) werknemer is van Tennor, die tot begin 2023 grootaandeelhouder was van Sequa. Hij is aldus niet onafhankelijk als bedoeld in de Corporate Governance Code. Dat roept bovendien de vraag op naar de kwaliteit en de effectiviteit van het door de van de raad van commissarissen uitgevoerde toezicht op het bestuur. Dat is vooral prangend bij de belangrijkste transactie voor Sequa in jaren: de Sungara JV, die leidde tot de Angola transactie. Het geeft te denken dat, waar (ook in de opvatting van Sequa) over die bewuste transactie aan de aandeelhouders slechts beperkt informatie kon worden verstrekt vanwege haar beursnotering, het toezicht op de besluitvorming van het bestuur over die transactie niet voldeed aan de daaraan op grond van de statuten en de Corporate Governance Code te stellen eisen. Met name kan de vraag worden gesteld in hoeverre het aldus door uitsluitend [A] , als bezoldigd medewerker van Tennor uitgeoefende toezicht een reële bescherming vormde voor de belangen van alle aandeelhouders van Sequa.
3.16
De bezwaren die ADS reeds bij brief van 16 februari 2022 op dit vlak kenbaar maakte, hebben tot op heden niet geleid tot verandering, laat staan tot verbetering, van de samenstelling van raad van commissarissen van Sequa. In dat licht bezien is Sequa’s verwijt aan ADS dat zij niet eerder heeft geklaagd en ook zelf een nieuwe commissaris had kunnen voordragen niet serieus te noemen. De samenstelling van de raad van commissarissen levert gegronde redenen op voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa.
Governance en informatieverstrekking: liquide middelen bij Shard
3.17
Volgens haar jaarrekening 2020 bedroegen de liquide middelen (
cash and cash equivalents) van Sequa $ 17,768.000. Daarvan bestond blijkens diezelfde jaarrekening $ 17,510.000 uit “
investment deposits”. Op vragen van ADS heeft Sequa in haar brief van 3 maart 2022 medegedeeld dat zij haar kasgelden houdt “
in current accounts and instant access deposit accounts in the UK”.Voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering heeft ADS daarover een aantal vragen gesteld, waaronder of Sequa liquide middelen aanhoudt bij Shard en of daarbij enige betrokkenheid was van [E] of Tennor. Deze vragen zijn in de aandeelhoudersvergadering bevestigend beantwoord. Concrete informatie over het bedrag dat bij Shard werd aangehouden wilde Sequa ADS toen niet geven. Ook heeft Sequa in de aandeelhoudersvergadering (en nadien, in haar brief van 6 juli 2022) medegedeeld dat zij steeds in staat was geweest haar tegoeden vrijelijk bij Shard op te nemen en dat het probleem van het aanhouden van tegoeden bij Shard in ieder geval wordt opgelost in het kader van de Angola transactie, omdat de volledige tegoeden nodig zijn voor die investering.
3.18
Volgens ADS is Shard een aan [E] gelieerde instelling zonder bankvergunning, die blijkens mediaberichten uit 2017 en 2019 in verband wordt gebracht met frauduleuze praktijken. Zij trekt in twijfel dat de tegoeden vrij beschikbaar zijn en meent dat deze in de jaarrekeningen ten onrechte onder “
cash” zijn opgenomen. ADS stelt dat de kastegoeden niet bij een dubieuze partij maar op een normale bankrekening thuishoren.
3.19
Sequa heeft aangevoerd dat zij in 2013 de betaling voor de aan Tennor en Centrics uitgegeven aandelen op een bij Shard aangehouden rekening heeft ontvangen. Shard had toen nog geen slechte reputatie en Sequa had tegen deze gang van zaken daarom geen bezwaar. Toen Shard later in opspraak raakte heeft Sequa zich intensief ingezet om de tegoeden daar weg te halen. Daarin is zij in belangrijke mate geslaagd: de tegoeden bij Shard, die in 2015 nog $ 75 miljoen bedroegen, zijn ten tijde van de mondelinge behandeling teruggebracht tot een bedrag van circa $ 3 miljoen en zullen verder tot nihil worden teruggebracht. Sequa meent verder dat zij over haar tegoeden bij Shard alle informatie aan ADS heeft verstrekt waar deze om vroeg en waartoe ADS gerechtigd was: zij heeft alleen niet vermeld wat de omvang was van haar tegoeden bij Shard, maar daartoe was zij ook niet verplicht.
3.2
De Ondernemingskamer acht niet goed begrijpelijk waarom Sequa niet van aanvang af heeft bewerkstelligd dat haar kasgelden op een normale bankrekening bij een goed bekend staande financiële instelling werden aangehouden, in plaats van bij een instelling die daarvoor geen vergunning heeft. De Ondernemingskamer is er niet van overtuigd dat Sequa haar tegoeden bij Shard “
continuously” (zie Sequa’s brief van 6 juli 2022, 2.29) heeft teruggebracht, al was het maar omdat vaststaat dat zij in 2017 nog een deel van een belastingteruggave uit Noorwegen (die in totaal $ 15 miljoen bedroeg) bij Shard heeft gedeponeerd. Onduidelijk is verder of Sequa daadwerkelijk heeft gepoogd de bij Shard aangehouden tegoeden te verplaatsen naar een normale bankrekening (en zo ja, of dat al voor de aandeelhoudersvergadering het geval was) of dat haar bij Shard aangehouden tegoeden sedert 2015 vooral zijn verminderd vanwege noodzakelijke opnames voor Sequa’s operationele activiteiten. Kennelijk was Sequa wel van mening dat haar kastegoeden niet meer bij Shard thuishoorden vanaf het moment dat Shard in opspraak raakte, hoewel niet duidelijk is vanaf wanneer dat het geval was. Aannemelijk is wel dat Sequa sinds de aandeelhoudersvergadering actief heeft ingespannen om haar tegoeden bij Shard terug te breng en dat zij daar uiteindelijk ook deels in is geslaagd.
3.21
Uit hetgeen Sequa in dat verband heeft aangevoerd leidt de Ondernemingskamer evenwel ook af dat twijfelachtig is dat die tegoeden steeds vrijelijk beschikbaar zijn en waren. Sequa heeft na de aandeelhoudersvergadering Tennor en [E] om een garantie gevraagd, en die op 18 augustus 2022 verkregen, voor het gehele op dat moment bij Shard uitstaande bedrag van $ 12.704.681. De garantie strekte ertoe dat Tennor en/of [E] dat bedrag aan Sequa zullen betalen als Shard dat niet uiterlijk op 26 augustus 2022 doet. Sequa heeft vervolgens [E] en Tennor onder de garantie aangesproken omdat Shard geen gevolg gaf aan betalingsverzoeken. [E] en Tennor hebben vervolgens slechts mondjesmaat en na tal van sommaties willekeurige bedragen overgemaakt. Op 3 februari 2023 stond nog een tegoed van $ 11.612.522 van Sequa uit bij Shard. Als drukmiddel heeft Sequa op 27 maart 2023 het faillissement van Tennor aangevraagd. Pas kort voor de mondelinge behandeling is het tegoed teruggebracht tot $ 3.096.647,48. Hoe deze gang van zaken kan stroken met de mededeling van Sequa in de aandeelhoudersvergadering dat zij steeds in staat is geweest haar tegoeden vrijelijk bij Shard op te nemen, is onverklaard gebleven. Of de bij Shard aangehouden tegoeden in de jaarrekeningen terecht als “
investment deposits” onder het kopje “
cash and cash equivalents” zijn opgenomen, valt dan ook te betwijfelen. Overigens is ook nog onduidelijk of Sequa snellere betaling van Shard, c.q. betaling onder de garantie, had kunnen bewerkstelligen. Sequa heeft verschillende berichten overgelegd van [B] aan [E] in de periode eind augustus-oktober 2022 waarin de noodzaak voor het overmaken van het geld wordt benadrukt, maar het eerste schriftelijke betalingsverzoek aan Shard lijkt te dateren van 9 december 2022.
3.22
Het is resumerend, onduidelijk of Sequa de (naar is gebleken: substantiële) tegoeden die zij bij Shard aanhield voldoende voortvarend heeft afgebouwd en of zij die in haar jaarstukken terecht onder het kopje “
cash and cash equivalents” heeft opgenomen. Dat brengt ook mee dat vooralsnog niet kan worden beoordeeld of de informatieverstrekking daarover aan de aandeelhouders aan de daaraan te stellen maatstaven voldeed. De onderzoeker zal in het uit te voeren onderzoek dan ook tevens aandacht aan die informatieverstrekking dienen te besteden.
Informatieverstrekking: de Sungara JV en Angola transactie
3.23
Volgens ADS schoot de informatieverstrekking aan de aandeelhouders over de Sungara JV en de Angola transactie tekort omdat in de
explanatory notes(zie 2.25) geen informatie werd verstrekt over
( i) de achtergrond van de Sungara JV;
(ii) de beoogde wijze van financiering van Sequa's verplichtingen in het kader van de Sungara JV;
(iii) de hoogte van de verschuldigde aanbetaling onder de koopovereenkomst;
(iv) het verwachte rendement op de Sungara JV;
( v) de termijn waarop rendement wordt verwacht;
(vi) de aan de Sungara JV en Angola Transactie verbonden risico's;
(vii) een schatting van de benodigde investeringen voor (a) het verhogen van de productie van productieblok 15/06 en (b) het productioneel krijgen van ontwikkelingsblokken 23 en 27 en de beoogde wijze van financiering van deze investeringen;
(viii) de geschatte inhoud van de ontwikkelingsblokken 23 en 27;
(ix) eventuele verplichtingen in het kader van het productioneel krijgen van ontwikkelingsblokken 23 en 27 en de daaraan verbonden sancties; en
( x) eventuele onafhankelijke beoordelingen door deskundige derde partijen.
Ook ontbrak enige documentatie over de transactie. In de aandeelhoudersvergadering is vervolgens mondeling wel concretere informatie verstrekt, bijvoorbeeld over de koopprijs, de waardering van de asset, de wijze van financiering, de hoogte van de aanbetaling, het break-even point en het verwachte rendement, maar deze informatie is niet verifieerbaar, aldus ADS.
3.24
Sequa heeft aangevoerd dat haar verplichting om de transactie vertrouwelijk te houden eraan in de weg stond haar aandeelhouders meer informatie te verstrekken dan zij deed. Zij meent dat professionele investeerders in de olie- en gassector als ADS met de door haar wel verstrekte informatie een gedegen inschatting kunnen maken van het te verwachten rendement op deze investering.
3.25
De Ondernemingskamer acht de door Sequa vooraf verstrekte schriftelijke informatie over de Sungara JV en de Angola transactie naar voorlopig oordeel onvoldoende, met name door het ontbreken van enig inzicht over het te verwachten rendement en de mogelijke risico’s. Over de relevante kwesties is mondeling in de algemene vergadering wel meer concrete informatie verstrekt, maar aandeelhouders is geen mogelijkheid verstrekt die informatie op juistheid te controleren. De aandeelhoudersgoedkeuring voor de Angola transactie zou immers in diezelfde vergadering moeten worden gegeven. Dat die goedkeuring wordt gevraagd voordat het
due diligenceonderzoek was voltooid en rapporten van deskundige derden (zoals de technische en commerciële beoordeling van TRACS International Limited) nog niet waren afgerond, doet twijfel rijzen over de mate waarin (het bestuur van) Sequa de algemene vergadering in staat heeft willen stellen zich daadwerkelijk een eigen oordeel over de transactie te vormen. Sequa heeft aangevoerd dat geen uitstel van besluitvorming mogelijk was gezien in de koopovereenkomst opgenomen termijn voor aandeelhoudersgoedkeuring van 35 dagen, en dat zij niet het risico op ontbinding van de overeenkomst door Sonangol P&P wilde lopen. Daarmee is de door Sequa gemaakte keuze om de algemene vergadering slechts zeer summier te voorzien van informatie over de voorgenomen transactie, waarbij het hele resterende vermogen van de vennootschap zou worden geïnvesteerd echter nog niet verklaard. Overigens is de Angola transactie inmiddels, circa een jaar na de aandeelhoudersvergadering, nog steeds niet afgerond.
Medewerking Sequa overdracht beslagen aandelen Tennor
3.26
Volgens ADS heeft Sequa een strafbaar feit gepleegd (namelijk gehandeld in strijd met artikel 189 Wetboek van Strafrecht) door haar medewerking te verlenen aan de overdracht van de aandelen van Tennor aan Audacia, welke overdracht beslaglegger ADS heeft benadeeld. Sequa meent dat haar medewerking geen strafbaar feit oplevert, omdat alleen handelingen die worden verricht met het oogmerk om het voortbestaan of de tenuitvoerlegging van het beslag feitelijk te belemmeren strafbaar zijn gesteld. Dat oogmerk ontbrak. Belangrijker is verder dat zij door haar medewerking (die slechts bestond uit het erkennen van de levering en de inschrijving daarvan in het aandeelhoudersregister) handelde in het belang van de vennootschap. De overdracht betekende immers de redding van de Angola transactie.
3.27
De Ondernemingskamer stelt voorop dat het hier gaat om beslag dat is gelegd ten laste van Tennor. Het is niet aan de Ondernemingskamer om in deze enquêteprocedure vast te stellen of de medewerking van Sequa aan de overdracht van de aandelen van Tennor aan Audacia een strafbaar feit oplevert. Er bestaat evenwel geen aanleiding om te twijfelen aan de reden die Sequa voor haar medewerking heeft gegeven, namelijk het mogelijk maken van de Angola transactie, die zij in haar belang acht. Onbetwist heeft zij immers aangevoerd dat Sonangol zich begin 2023 onverwacht op het standpunt stelde niet verplicht te zijn de Angola transactie af te ronden zolang [E] aandeelhouder van Sequa was. Sequa heeft als gevolg daarvan bij [E] erop aangedrongen dat hij zijn aandelen in Sequa zou vervreemden en dat is ook gebeurd. Sequa heeft dus naar eigen zeggen slechts in het belang van de vennootschap willen handelen. Daarmee is nog niet de vraag beantwoord of Sequa zich bewust was van het mogelijk strafbare karakter van haar optreden, hoe zij dat risico heeft gewogen en of haar alternatieven ten dienste stonden. De onderzoeker zal daarom in het uit te voeren onderzoek aandacht aan deze kwestie mogen besteden.
Geen gegronde reden: 3.2 sub a en b
3.28
Over de onderwerpen die hiervoor zijn genoemd onder 3.2 sub a en b heeft ADS geen voldoende kenbare gegronde redenen aangevoerd voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa. Wat er verder zij van het belang van [E] in Sequa, dat enkele gegeven levert op zichzelf die twijfel niet op. Het betoog over de overeenkomst met Trent is onvoldoende toegelicht. Over de operationele activiteiten van Sequa na de afbouw van de projecten in Kazachstan en Noorwegen heeft Sequa afdoende toegelicht dat zij zich eerst heeft gericht op herstel van haar financiële positie en vervolgens op de nodige projecten heeft geboden (zie 2.6 en 2.10).
Geen gegronde reden: aanbetaling Angola transactie
3.29
Volgens ADS heeft Sequa, blijkens berichten in buitenlandse kranten, een negatieve rol gespeeld bij de aanbetaling aan Sonangol die in het kader van de Angola transactie was vereist, maar zijn er ook twijfels over de partijen met wie de Sungara JV overeenkomst is gesloten. Zij wenst dat het onderzoek ook die kwestie omvat.
3.3
Sequa meent dat het verzoek moet worden afgewezen omdat het de aanbetaling betreft van de Sungara JV, een buitenlandse vennootschap waar het enquêterecht niet op ziet. Dat verweer slaagt. De aanbetaling is een verplichting van de Sungara JV en Sequa Petroleum UK Limited (zie 2.20) is contractueel jegens de Sungara JV gehouden daaraan een bijdrage te leveren. Voor onderzoek naar Sequa’s rol in de buitenlandse vennootschappen die bij die uiteindelijke aanbetaling zijn betrokken, laat staan naar de buitenlandse partners met wie Sequa (indirect) de Sungara JV is aangegaan, is naast de hiervoor reeds besproken kwestie van de bij Shard aangehouden tegoeden en de problemen die dat opleverde voor de financiële verplichtingen die Sequa met de Angola transactie indirect was aangegaan, geen ruimte. Overigens heeft Sequa de vragen van ADS over de aanbetaling in haar verweerschrift en aanvullend verweerschrift – ten overvloede – beantwoord, onder meer door erop te wijzen dat in de aandeelhoudersovereenkomst was overeengekomen dat de aandeelhouders in de Sungara JV in eerste instantie niet in gelijke delen hoefden bij te dragen, maar aanspraak behielden op gelijke deelname in de Sungara JV indien dat voor
completionwas rechtgetrokken. Van deze regeling heeft Sequa (althans Sequa Petroleum UK Limited) gebruik gemaakt. Inmiddels heeft Sequa haar evenredige bijdrage aan de aanbetaling voldaan.
Belangenafweging
3.31
Sequa meent dat de belangenafweging meebrengt dat het verzoek moet worden afgewezen. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Veel van de kwesties waarover ADS klaagt, zoals het niet houden van aandeelhoudersvergaderingen en het ontbreken van gecontroleerde jaarrekeningen over 2019 en 2020) staan vast, zodat een onderzoek daarnaar niets toevoegt. Inmiddels heeft Sequa een nieuwe accountant benoemd, PwC, zodat in ieder geval de jaarstukken 2021 gecontroleerd zullen worden en PwC heeft toegezegd de controle op korte termijn te zullen afronden. De raad van commissarissen wordt zeer binnenkort versterkt. De problemen als gevolg van de betrokkenheid van [E] zijn grotendeels ten einde, doordat Tennor haar aandelen heeft verkocht en de bij Shard aangehouden tegoeden aanzienlijk zijn verminderd. De informatie waar ADS om vroeg is inmiddels, ook in het kader van de onderhavige procedure, verstrekt. Na jaren van tegenvallende resultaten en slechte marktomstandigheden staat Sequa nu op het punt een veelbelovende transactie te sluiten met de Angola transactie, die op korte termijn (naar verwachting derde kwartaal 2023) zal worden afgerond. Een onderzoek en mogelijke onmiddellijke voorzieningen zullen Sequa’s participatie in de Angola transactie in gevaar brengen, omdat dat het vertrouwen in Sequa van Sonangol P&P, de joint venture partners en potentiële financieringspartijen kan verminderen, reputatieschade kan veroorzaken en haar beurskoers negatief kan beïnvloeden, hetgeen ook de (andere) aandeelhouders raakt. Een onderzoek kan ten slotte de afronding van de accountantscontrole vertragen en is kostbaar en belastend voor haar kleine organisatie. Aldus steeds Sequa.
3.32
De Ondernemingskamer is van oordeel dat een afweging van belangen niet tot afwijzing van het verzoek leidt. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat een onderzoek over tal van onderwerpen klaarheid zal moeten brengen. De door Sequa aangevoerde positieve ontwikkelingen hebben zich nog geen van alle verwezenlijkt; er is nog geen gecontroleerde jaarrekening 2021 (laat staan over 2019 en 2020), nog geen nieuw benoemde commissaris(sen) en Sequa houdt nog steeds een tegoed aan bij Shard. Wat de impact van een onderzoek betreft op de Angola transactie is van belang dat [E] nog steeds indirect aandeelhouder van Sequa is, namelijk via het inmiddels failliete Sapinda Asia. Kennelijk is dat voor Sonangol P&P geen reden geweest om de Angola transactie niet voort te zetten; welke factoren het sluiten van de transactie daadwerkelijk in gevaar kunnen brengen is aldus niet eenvoudig in te schatten. Het risico dat een onderzoek ongunstig uitwerkt op de Sungara JV en de Angola transactie is niet geheel denkbeeldig (de vrees daarvoor bij Sequa is althans niet onbegrijpelijk), maar er is ook geen aanleiding dat risico zo groot in te schatten dat dat het belang van ADS bij een onderzoek naar de gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Sequa in de schaduw stelt. Daarbij moet worden bedacht dat ADS zelf ook aandeelhouder is en er daarmee belang bij heeft dat Sequa goede bedrijfsresultaten boekt.
Onderzoek
3.33
De Ondernemingskamer zal een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sequa bevelen vanaf 26 februari 2020, de datum waarop ADS aandeelhouder is geworden, tot 1 juni 2023, dat zich met name richt op dat wat hiervoor onder 3.4 tot en met 3.27 is vermeld. Het staat de onderzoeker vrij in het onderzoek aandacht te schenken aan gebeurtenissen van voor 26 februari 2020, voor zover deze licht doen schijnen op hetgeen in de onderzoeksperiode is voorgevallen.
3.34
De Ondernemingskamer zal het bedrag dat het onderzoek maximaal mag kosten niet meteen vaststellen. Zij zal de onderzoeker vragen om binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen.
Onmiddellijke voorzieningen
3.35
De Ondernemingskamer is van oordeel dat de toestand van Sequa, zoals die blijkt uit het voorgaande, het nodig maakt de navolgende onmiddellijke voorziening te treffen. Zij zal een commissaris (met beslissende stem) benoemen, wat betekent dat overeenkomstig die stem wordt besloten, ook als die stem afwijkt van de meerderheid van de uitgebrachte stemmen in de raad van commissarissen. De Ondernemingskamer acht het in dit stadium geboden en afdoende dat het toezicht op het bestuur van Sequa, mede gelet op de aandeelhoudersbelangen, op korte termijn door een onafhankelijke commissaris wordt versterkt door toevoeging van een onafhankelijke commissaris aan de raad van commissarissen .
3.36
De te benoemen commissaris mag het ook tot zijn/haar taak rekenen te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen kan worden bereikt.
3.37
Voor het treffen van andere onmiddellijke voorzieningen ziet de Ondernemingskamer voorlopig geen aanleiding.
Kosten
3.38
De Ondernemingskamer zal de kosten van het onderzoek en de te benoemen commissaris voor rekening brengen van Sequa.
3.39
De Ondernemingskamer zal Sequa als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, veroordelen in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Sequa Petroleum N.V. over de periode vanaf 26 februari 2020 tot 1 juni 2023 zoals omschreven in rechtsoverweging 3.33 van deze beschikking;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon om het onderzoek te verrichten;
houdt in verband met het bepaalde in 3.34 de vaststelling van het onderzoeksbudget aan en verzoekt de onderzoeker binnen zes weken na de beschikking waarbij hij/zij als onderzoeker wordt aangewezen een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Sequa Petroleum N.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor het begin van zijn/haar werkzaamheden zekerheid moet stellen;
benoemt mr. C.C. Meijer tot raadsheer-commissaris, zoals bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van de procedure – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot commissaris van Sequa Petroleum N.V. met beslissende stem;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze commissaris voor rekening komen van Sequa Petroleum N.V. en bepaalt dat Sequa Petroleum N.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de commissaris zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van zijn/haar werkzaamheden;
veroordeelt Sequa Petroleum N.V. in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van ADS Securities LLC begroot op € 4.332;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2023.