ECLI:NL:GHAMS:2023:1745
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de jeugdzorg
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind 1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft op 25 april 2023 beroep aangetekend tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 25 januari 2023, waarin de GI (William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) was belast met het gezag over [kind 1] en haar halfbroertjes en -zusje. De moeder verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, terwijl de GI verzoekt het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren of af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat [kind 1], geboren in 2021, onder toezicht is gesteld van de GI en sinds 15 oktober 2022 in een gezinshuis verblijft. De moeder heeft in het verleden hulpverlening ontvangen, maar er zijn zorgen over haar opvoedvaardigheden en de veiligheid van de kinderen. De raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd dat de samenwerking tussen de moeder en de GI hersteld moet worden, maar heeft ook gewezen op de risico's van terugplaatsing van [kind 1] bij de moeder.
Het hof heeft geoordeeld dat de machtiging tot uithuisplaatsing terecht is verlengd, gezien de kwetsbaarheid van [kind 1] en de onbetrouwbaarheid van de moeder in stressvolle situaties. De moeder heeft niet aangetoond dat zij in staat is om de zorg voor [kind 1] op zich te nemen. De beslissing van de rechtbank om de machtiging te verlengen is bekrachtigd, waarbij het hof oordeelt dat de inbreuk op het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven gerechtvaardigd is in het belang van de bescherming van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van [kind 1].