In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1953, was beschuldigd van het negeren van een verkeerslicht terwijl hij op 13 september 2019 met een fiets reed op de Insulindeweg in Amsterdam. Dit leidde tot een ongeval waarbij letsel aan een motorbestuurder is toegebracht. De kantonrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd. De raadsvrouw van de verdachte verzocht om terugwijzing naar de rechtbank, maar het hof wees dit verzoek af, omdat er geen grond was voor terugwijzing. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de overtreding van artikel 62 juncto artikel 68 lid 1 onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, onvoorwaardelijk, en de vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou opleveren. De benadeelde partij kan haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter indienen.