ECLI:NL:GHAMS:2023:165

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
200.313.793/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht van de voormalig echtelijke woning na echtscheiding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het huurrecht van de voormalig echtelijke woning na de echtscheiding van partijen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft op 27 juni 2022 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2022, waarin de echtscheiding werd uitgesproken. De man, verweerder in hoger beroep, heeft op 20 september 2022 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 december 2022, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.

De vrouw verzocht om toewijzing van het huurrecht van de woning aan de [A-straat] te [plaats A], terwijl de man verzocht om bekrachtiging van de bestreden beschikking, waarin was bepaald dat hij enig huurder zou zijn van de woning. Het hof heeft vastgesteld dat beide partijen belang hebben bij het verkrijgen van het huurrecht, maar heeft uiteindelijk geoordeeld dat het huurrecht aan de man dient toe te komen. Het hof heeft hierbij de belangen van beide partijen afgewogen, waarbij het perspectief van de vrouw op het vinden van een andere woning groter werd geacht dan dat van de man. De man heeft een emotionele band met de woning, aangezien het zijn ouderlijk huis is, maar de vrouw heeft meer mogelijkheden om een andere woning te vinden, mede door de mogelijkheid van een urgentieverklaring. Het hof heeft de bestreden beschikking dan ook bekrachtigd en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.313.793/01
zaaknummer rechtbank: C/13/ 709428/ FA RK 21-6983 (LB/MD)
beschikking van de meervoudige kamer van 31 januari 2023 in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [plaats A] ,
verzoekster in hoger beroep,
verder te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. A.J. van Ommeren te Amsterdam,
en
[de man] ,
wonende te [plaats A] ,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de man,
advocaat: mr. M. Westerveld te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
De vrouw is op 27 juni 2022 in hoger beroep gekomen van een gedeelte van de beschikking van 21 april 2022.
2.2
De man heeft op 20 september 2022 een verweerschrift ingediend.
2.3
Bij beschikking van 1 juni 2022 van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan de man onder bewind gesteld wegens zijn lichamelijke/geestelijke toestand, met benoeming van [X] B.V. t.h.o.d.n. [X] Bewindvoering & Budgetbeheer tot bewindvoerder.
Bij brief van 24 oktober 2022, door de man ingediend op 1 november 2022, heeft [X] Bewindvoering & Budgetbeheer (hierna: de bewindvoerder) zich desgevraagd akkoord verklaard met het voeren van verweer door de man in de onderhavige procedure.
2.4
De mondelinge behandeling heeft op 5 december 2022 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Ook is [Y] namens de bewindvoerder verschenen.

3.De feiten

3.1
Partijen zijn gehuwd [in] 2007. Bij de in zoverre niet bestreden beschikking van 21 april 2022 is tussen hen de echtscheiding uitgesproken. Deze beschikking is op 29 september 2022 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
3.2
Partijen zijn de ouders van [kind 1] (hierna: [kind 1] ), geboren [in] 2013. Hij heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de vrouw.
Onder begeleiding van het Ouder- en Kind Team (OKT) zijn partijen een voorlopige zorgregeling overeengekomen waarbij [kind 1] tijd met de man doorbrengt elke vrijdag en zaterdag van 15.00 uur tot 18.30 uur. Deze regeling is vastgelegd in de beschikking van 21 april 2022. Uitbreiding van de zorgregeling zal in overleg met en onder begeleiding van het OKT plaatsvinden.
3.3
Bij beschikking van 11 maart 2022 betreffende voorlopige voorzieningen heeft de rechtbank Amsterdam, voor zover thans van belang, het verzoek van de vrouw om toewijzing van het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan haar afgewezen bij gebrek aan belang.
3.4
Bij beschikking van 1 juni 2022 van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam is een mentorschap ingesteld ten behoeve van de man.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden beschikking is, voor zover thans van belang, bepaald dat de man enig huurder zal zijn van de woning aan het adres [A-straat] te [plaats A] met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Partijen hadden over en weer verzocht om toewijzing van het huurrecht.
4.2
De vrouw verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, haar verzoek ten aanzien van het huurrecht van de woning aan de [A-straat] te [plaats A] toe te wijzen.
4.3
De man verzoekt de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De vrouw stelt dat zij meer belang heeft bij het huurrecht van de voormalig echtelijke woning. [kind 1] is gewend in de buurt en gaat er naar school. Ter zitting in hoger beroep heeft de vrouw toegelicht dat [kind 1] in groep 6 van de [basisschool] zit en dat hij te voet naar school kan.
Niet alleen [kind 1] woont bij de vrouw, maar ook [kind 2] (hierna: [kind 2] ), haar dochter van (hof: thans) negentien jaar uit een eerdere relatie. Als de vrouw al in aanmerking zou komen voor een urgentieverklaring, krijgt zij die voor een kleinere woning omdat [kind 2] meerderjarig is. De voormalig echtelijke woning biedt wel voldoende ruimte; het is een eengezinswoning met drie slaapkamers en een tuin.
De man woont alleen en kan volgens de vrouw makkelijker vervangende woonruimte vinden. Gezien zijn leeftijd komt hij in aanmerking voor een seniorenwoning en wellicht kan hij een urgentieverklaring op medische gronden krijgen. Overigens is de vrouw bereid de man te gedogen in de woning als zij het huurrecht toegewezen krijgt, zolang de man zijn best doet andere woonruimte te vinden.
5.2
De man stelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat zijn belang bij het huurrecht zwaarder weegt dan het belang van de vrouw. Hij wijst er in de eerste plaats op dat partijen aanvankelijk overeenstemming hadden over het huurrecht; de man zou in de woning blijven wonen en de vrouw zou een urgentieverklaring aanvragen. Vlak voor de zitting over de voorlopige voorzieningen heeft de vrouw zich aan de afspraken onttrokken. Primair stelt de man dat de vrouw is gehouden aan die afspraken.
Subsidiair stelt hij dat haar verzoek moet worden afgewezen. Voor de man heeft de woning grote emotionele waarde, omdat het zijn ouderlijk huis is waarin zijn ouders decennialang hebben gewoond. Daarnaast vreest de man dakloos te worden indien hij de voormalig echtelijke woning moet verlaten. De man kan zich heel moeilijk redden door een verscheidenheid aan problemen. Uit neurologisch onderzoek in februari 2022 is gebleken dat hij uitgebreide microvasculaire schade heeft aan zijn hersenen (hersenbloedingen), waarschijnlijk als gevolg van slechte regulatie van zijn diabetes. Daarnaast is bij hem sprake van polyartrose (slijtage) en peesontstekingen. Ook heeft hij een verstandelijke beperking en cognitieve en psychische problemen.
De man krijgt geen urgentieverklaring. Hij heeft die op medische gronden aangevraagd en dat verzoek is afgewezen. Voor een seniorenwoning is een wachtlijst en bovendien is de man niet oud genoeg (59 jaar). Hij heeft niet de financiële middelen om een woning in de vrije sector te huren.
De vrouw kan wel een urgentieverklaring krijgen en daarmee reageren op woningen in de juiste buurt en met de gewenste hoeveelheid slaapkamers. Overigens is [kind 2] meerderjarig en kan zij eigen woonruimte zoeken.
5.3
Het hof wijst het meest verstrekkende verweer van de man af. Het moge zo zijn dat partijen hebben besproken dat de man in de woning zou blijven wonen en dat de vrouw met behulp van een urgentieverklaring elders zou gaan wonen met [kind 1] en [kind 2] , maar dat de man en de vrouw hierover een definitieve afspraak hebben gemaakt, is niet vast komen te staan. De man heeft een ‘overeenkomst tot het gebruik van de echtelijke (huur)woning’ in het geding gebracht, maar die is niet ondertekend. De vrouw heeft de stelling van de man voorts gemotiveerd betwist. De man heeft geen bewijsaanbod gedaan.
5.4
De man en de vrouw stellen ieder het meest belang te hebben bij toewijzing van het huurrecht van de voormalig echtelijke woning. Het hof stelt vast dat beide partijen belang hebben bij het verkrijgen van het huurrecht van de woning. Voor de vrouw geldt dat zij vooral voor haar kinderen – in het bijzonder: [kind 1] - in de vertrouwde omgeving wil blijven; de voormalig echtelijke woning biedt aan hen drieën voorts voldoende ruimte.
Voor de man is het vooral zijn (fysieke en mentale) gezondheid die maakt dat hij waarde hecht aan het kunnen blijven wonen in de woning, waaraan hij bovendien grote emotionele waarde hecht. Het is zijn ouderlijk huis en sinds 2006 woont hij er weer.
Voor beiden geldt dat de financiële middelen beperkt zijn en dat hun netwerk klein is.
5.5
Bij de weging van de belangen van partijen is voor het hof doorslaggevend dat het perspectief van de vrouw op een andere woning groter is dan dat van de man. Door de man is gesteld - en door de vrouw niet weersproken - dat de vrouw een urgentieverklaring kan krijgen. Of de man een urgentieverklaring op medische gronden kan krijgen, is niet zeker. Zelf stelt de man daarvoor niet in aanmerking te komen, omdat hij reeds een woning heeft die eenvoudig kan worden aangepast, bijvoorbeeld omdat er voor zijn vader ooit al een traplift is aangelegd. Zonder urgentieverklaring is de man, die pas sinds februari 2021 staat ingeschreven bij de woningbouwvereniging, vrijwel kansloos op de huidige woningmarkt. Hij heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij op woningen heeft gereageerd, maar dat hij steeds in de onderste regionen van de wachtlijst staat.
Daarmee zijn de kansen van de vrouw om andere woonruimte te vinden groter dan die van de man. Mogelijkerwijs kan de vrouw niet in hetzelfde stadsdeel blijven wonen, hetgeen zou meebrengen dat [kind 1] meer reistijd naar school heeft dan wel naar een andere school moet gaan. In het licht van het belang om onderdak te hebben, is een schoolwijziging echter niet onoverkomelijk.
De vrouw heeft in dat verband gesteld dat het zelfs met een urgentieverklaring nog wel één à twee jaar kan duren voordat zij een woning krijgt. Hoewel het niet wenselijk is dat partijen onder één dak blijven wonen, bewijst de huidige situatie (waarin de man en de vrouw gescheiden in de woning wonen: de man verblijft op zolder) dat de man zal gedogen dat de vrouw in de voormalig echtelijke woning blijft zolang zij geen andere woning heeft. Alleen al om die reden zal het hof de behandeling van de zaak niet aanhouden in afwachting van het vinden van vervangende woonruimte door de vrouw, zoals zij ter zitting in hoger beroep heeft verzocht.
5.6
Op grond van het vorenstaande en na afweging van de wederzijdse belangen van partijen is het hof evenals de rechtbank van oordeel dat het huurrecht van de woning aan de man dient toe te komen. Het hof zal de bestreden beschikking dan ook in zoverre bekrachtigen.
5.7
Dit leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep, voor zover daarbij is bepaald dat de man enig huurder zal zijn van de woning aan het adres [A-straat] te [plaats A] ;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.N. van de Beek, mr. G.W. Brands-Bottema en mr. M. Fiege, in tegenwoordigheid van mr. F.J.E. van Geijn als griffier en is op 31 januari 2023 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.