ECLI:NL:GHAMS:2023:165
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Huurrecht van de voormalig echtelijke woning na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het huurrecht van de voormalig echtelijke woning na de echtscheiding van partijen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft op 27 juni 2022 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 april 2022, waarin de echtscheiding werd uitgesproken. De man, verweerder in hoger beroep, heeft op 20 september 2022 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 december 2022, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
De vrouw verzocht om toewijzing van het huurrecht van de woning aan de [A-straat] te [plaats A], terwijl de man verzocht om bekrachtiging van de bestreden beschikking, waarin was bepaald dat hij enig huurder zou zijn van de woning. Het hof heeft vastgesteld dat beide partijen belang hebben bij het verkrijgen van het huurrecht, maar heeft uiteindelijk geoordeeld dat het huurrecht aan de man dient toe te komen. Het hof heeft hierbij de belangen van beide partijen afgewogen, waarbij het perspectief van de vrouw op het vinden van een andere woning groter werd geacht dan dat van de man. De man heeft een emotionele band met de woning, aangezien het zijn ouderlijk huis is, maar de vrouw heeft meer mogelijkheden om een andere woning te vinden, mede door de mogelijkheid van een urgentieverklaring. Het hof heeft de bestreden beschikking dan ook bekrachtigd en het meer of anders verzochte afgewezen.