Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Art. 10 Concurrentiebeding en relatiebedingVanaf de dag waarop het dienstverband is geëindigd (…) is het Werknemer gedurende 12 maanden verboden voor uw rekening dan wel door of met anderen een onderneming te drijven, of op enigerlei wijze werkzaam, behulpzaam of betrokken te zijn dan wel direct of indirect belang te hebben bij een onderneming welke zich (mede) bezighoudt met het verlenen van diensten in de voetbal-lifestyle of sport, dan wel het verrichten van werkzaamheden, die gelijk, gelijksoortig zijn aan de diensten resp. de werkzaamheden welke door [ [geïntimeerde] ] verleend c.q. verricht worden in de voetbal-lifestyle of sport branche. Werknemer heeft wel het recht te blijven schrijven voor alle ander soort platformen die geen verbanden hebben met [ [geïntimeerde] ].
3.3. Beoordeling
(i) [appellant] te bevelen om artikel 10 van de arbeidsovereenkomst na te komen voor de duur zoals in die bepaling vermeld, op straffe van een dwangsom;
(ii) [appellant] te verbieden om tot 1 september 2022 voor eigen rekening dan wel door of met anderen een onderneming te drijven, of op enigerlei wijze werkzaam, of behulpzaam of betrokken te zijn dan wel direct of indirect belang te hebben bij een onderneming welke zich (mede) bezighoudt met het verlenen van diensten in de voetbal lifestyle of sport, dan wel het verrichten van werkzaamheden die gelijk, gelijksoortig zijn aan de diensten resp. werkzaamheden welke door [geïntimeerde] verleend c.q. verricht worden in de voetbal-lifestyle of sport branche, op straffe van een dwangsom;
(iii) [appellant] op straffe van een dwangsom te verbieden tot 1 september 2023
-samenwerkingsverbanden aan te gaan met relaties;
-financieel in welke vorm dan ook met relaties bij een dergelijke zaak belang te hebben;
-diensten in welke vorm dan ook voor relaties, relaties van werkgever te verrichten;
-te solliciteren naar een functie en/of het afsluiten van een arbeidsovereenkomst bij een relatie;
-op enigerlei wijze werkzaam te zijn voor of bij (voormalige) relaties en/of prospects van [geïntimeerde] in welke vorm dan ook (…);
- relaties en/of prospects van [geïntimeerde] te benaderen, hetzij direct, hetzij indirect, hetzij actief, hetzij passief;
(iv) de onder (i) tot en met (iii) genoemde dwangsommen vast te stellen op € 5.000,-- per overtreding met een maximum van € 50.000,--;
in conventie:
(5.2) het gevorderde verbod zoals hiervoor onder 3.1 sub (ii) vermeld toegewezen;
(5.4) bepaald dat [appellant] een dwangsom verbeurt van € 5.000,-- voor elke keer dat hij de verboden van 5.2 en 5.3 niet nakomt, met een maximum van € 50.000,--;
(5.5) [appellant] veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 7.500,-- aan voorschot op verschuldigd geworden boetes;
(5.6) bepaald dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt;
(5.7) het in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst opgenomen relatiebeding geschorst voor zover het relaties van [geïntimeerde] betreft waarvan het [appellant] niet bekend is dat [geïntimeerde] daarmee samenwerkt of heeft samengewerkt;
(5.8) bepaald dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt.
grief Ikomt [appellant] (onder meer) op tegen het oordeel van de kantonrechter onder 4.5 tot en met 4.9, waarin is geoordeeld dat [appellant] zes keer het concurrentiebeding heeft overtreden en deswege een voorschot op de boete is verschuldigd van € 7.500,--.
“Developing athletes profiles and brands is what we do best”.Aldus acht het hof voorshands voldoende aannemelijk dat de werkzaamheden die [appellant] verricht in [bedrijf], als gevolg van de kennis en know how die hij heeft opgedaan bij [geïntimeerde] , een potentiële aantasting vormen van het bedrijfsdebiet van [geïntimeerde] .
[appellant] heeft hier tegenover gesteld dat hij sinds zijn opleidingsstage in 2016 bij [geïntimeerde] alleen werkzaam is geweest in de voetbal-lifestyle en sportbranche, dat hij zijn (enige) werkervaring in deze branche heeft opgedaan en dat handhaving van het concurrentie-en relatiebeding daardoor neerkomt op een beroepsverbod. Het hof volgt hem daarin niet. [appellant] is opgeleid als fotograaf en heeft als zodanig genoeg kansen op de arbeidsmarkt, ook buiten de sport- en lifestyle branche. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verschillende betaalde opdrachten die [appellant] al daadwerkelijk in andere branches heeft uitgevoerd. Bovendien is tussen partijen niet in geschil dat er in de regio verschillende vacatures openstaan die aansluiten bij het profiel van [appellant] , zo heeft [appellant] in dat kader zelf verwezen naar 20 vacatures die op 31 augustus 2022 in zijn regio openstonden voor een fotograaf/videograaf. De beperkingen die [appellant] mogelijk ondervindt in het uitoefenen van zijn beroep als gevolg van het concurrentiebeding, wegen al met al niet op tegen de belangen van [geïntimeerde] bij handhaving van het beding.
Turan/Easystaff). Daarbij zal de rechter moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, de aard van de overeenkomst, de inhoud van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen.