ECLI:NL:GHAMS:2023:1538

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
200.246.365/01 OK en 200.249.755/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van bestuurder in ondernemingsrechtelijke geschillen tussen vennootschappen

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 19 juni 2023, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de ontheffing van bestuurders van verschillende besloten vennootschappen. De verzoeksters, Lamb Shepherd Holding B.V. en Byblos B.V., hebben verzocht om ontheffing van de bestuurders van Casa della Gioia B.V. en Raboni O.G. B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder al verschillende beschikkingen gedaan in deze zaken, waarbij onderzoeken naar het beleid en de gang van zaken van de betrokken vennootschappen zijn bevolen. De verzoeken tot ontheffing zijn ingediend naar aanleiding van een langdurig geschil tussen de partijen, waarbij eerder al vaststellingsovereenkomsten zijn gesloten die tot op heden niet zijn uitgevoerd. De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking geoordeeld dat de verzoeken tot ontheffing van de bestuurders toewijsbaar zijn, gezien de omstandigheden en de lange periode waarin de bestuurders hun functie hebben vervuld zonder dat er uitvoering is gegeven aan de eerder gesloten overeenkomsten. De Ondernemingskamer heeft ing. J.A.H. Overing MBA ontheven uit zijn functie als tijdelijk bestuurder van Casa della Gioia B.V. en Raboni O.G. B.V. en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De verdere beslissingen zijn aangehouden voor een mondelinge behandeling die op 20 juli 2023 zal plaatsvinden.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.246.365/01 OK en 200.249.755/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 19 juni 2023
in de zaak met zaaknummer 200.246.365/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMB SHEPHERD HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERS,
thans zonder advocaat, voorheen mr. S.L. Schram,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BYBLOS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CASA DELLA GIOIA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verschenen bij haar bestuurders [E] en [D] ,
3.
[A],
wonende te [....] ,
4.
[B],
wonende te [....] ,
5.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
in persoon verschenen,
en in de zaak met zaaknummer 200.249.755/01 OK van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BYBLOS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABONI O.G. B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTERS,
advocaat:
mr. B. Coskun, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABONI O.G. B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAMB SHEPHERD HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDE,
thans zonder advocaat, voorheen mr. S.L. Schram.
In het vervolg zullen de hierna te vermelden (rechts)personen als volgt worden aangeduid:
  • Casa della Gioia B.V. met Casa;
  • Raboni O.G. B.V. met Raboni;
  • Byblos B.V. met Byblos;
  • Lamb Shepherd Holding B.V. met Lamb;
  • [D] met [D] ; en
  • [E] met [E] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.246.365/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 27 november 2018, 3 december 2018, 28 augustus 2019, 14 november 2019 en 9 december 2019. Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.249.755/01 OK verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 29 januari 2019, 14 november 2019 en 9 december 2019.
1.2
Bij de beschikking van 27 november 2018 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Casa over de periode vanaf 1 januari 2014 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van Casa met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Casa te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Casa niet vertegenwoordigd kan worden. Bij beschikking van dezelfde dag heeft de Ondernemingskamer ing. J.A.H. Overing MBA te Amsterdam (hierna: Overing) aangewezen als bestuurder van Casa. Bij beschikking van 3 december 2018 is drs. E.A. Marseille RA te Amsterdam (hierna: Marseille) aangewezen als onderzoeker.
1.3
Bij de beschikking van 29 januari 2019 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Raboni over de periode vanaf 1 januari 2016 en Marseille benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – Overing benoemd tot bestuurder van Raboni met beslissende stem en is bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Raboni te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder Raboni niet vertegenwoordigd kan worden.
1.4
Marseille heeft de onderzoeken op 11 november 2019 afgerond. Bij de beschikking van 14 november 2019 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 27 november 2018 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Casa en het bij beschikking van 29 januari 2019 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Raboni ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.5
Bij de beschikking van 9 december 2019 heeft de Ondernemingskamer de kosten van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Casa bepaald op € 15.400, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen en de kosten van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Raboni bepaald op € 7.700, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
Bij verzoekschrift van 19 december 2019 hebben Lamb en [D] de Ondernemingskamer op de voet van artikel 2:355 BW verzocht Byblos te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van Raboni en van Casa en [E] te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van STAK.
1.7
Bij verweerschrift van 27 februari 2020 hebben Byblos en [E] verzocht om Lamb en [D] niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek, althans hun verzoek af te wijzen en Lamb en [D] te veroordelen in de kosten van het geding. Voor het geval dat Lamb en [D] niet ter zitting bereid zijn tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomsten die zijn overgelegd als productie 3 bij het verweerschrift, hebben Byblos en [E] bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek de Ondernemingskamer verzocht om Lamb dan wel [D] te ontslaan dan wel te schorsen als bestuurder van Casa en Raboni en eveneens te bevelen dat de aandelen dan wel certificaten van Lamb dan wel [D] in Casa dan wel Raboni tijdelijk ten titel van beheer aan een onafhankelijke derde worden overgedragen, althans zodanige voorzieningen te treffen die de Ondernemingskamer geraden acht, en Lamb en [D] te veroordelen in de kosten van het geding.
1.8
Bij verweerschrift van 5 maart 2020 hebben Lamb en [D] de Ondernemingskamer verzocht [E] als privépersoon niet-ontvankelijk te verklaren in zijn voorwaardelijk verzoek en het voorwaardelijk verzoek van Byblos en [E] af te wijzen.
1.9
Ter terechtzitting van de Ondernemingskamer van 12 maart 2020 zijn de onder 1.6 tot en met 1.8 genoemde verzoek- en verweerschriften behandeld. Partijen zijn toen een minnelijke regeling overeen gekomen die is vastgelegd in twee aan het proces-verbaal van de zitting gehechte door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomsten. Onderdeel van die vaststellingsovereenkomsten is dat partijen hun verzoeken zullen intrekken na uitvoering van hetgeen in de vaststellingsovereenkomsten is opgenomen. Tot op heden is daarvan geen sprake.
1.1
Bij e-mail van 22 mei 2023 heeft Overing de Ondernemingskamer verzocht hem uit zijn functie van door de Ondernemingskamer benoemde tijdelijk bestuurder van Casa en Raboni te ontheffen.
1.11
Bij verzoekschrift van 23 mei 2023 heeft mr. Coskun namens Byblos, Casa, Raboni en [E] de Ondernemingskamer verzocht – samengevat – bepaalde (aanvullende onmiddellijke) voorzieningen te treffen.
1.12
Bij e-mail van 30 mei 2023 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer aan partijen bericht:
“Inmiddels is ruim drie jaar verstreken waarin geen uitvoering is gegeven aan de vaststellingsovereenkomsten. De Ondernemingskamer ziet daarin aanleiding partijen de volgende twee opties voor te houden:
Partijen trekken hun verzoeken tot het vaststellen van wanbeleid en het treffen van definitieve voorzieningen in. Daarmee komt de procedure, en dus ook de benoeming van de heer Overing als tijdelijk bestuurder, tot een einde.
De Ondernemingskamer zal de tweedefaseprocedure voortzetten en beslissen op de verzoeken tot het vaststellen van wanbeleid en het treffen van definitieve voorzieningen. Daartoe zal een mondelinge behandeling worden bepaald. Tijdens deze mondelinge behandeling zal tevens het verzoek van mr. Coskun tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen op de voet van artikel 2:349a BW worden behandeld. De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding die verzoeken voordien te behandelen. De Ondernemingskamer verzoekt de heer Overing in dat geval totdat uitspraak is gedaan als tijdelijk bestuurder aan te blijven en begrijpt uit de e-mail van de heer Overing van 23 mei jl. dat hij daartoe in beginsel bereid is.”
1.13
Mr. Coskun heeft namens Byblos, Casa, Raboni en [E] de Ondernemingskamer bericht voor de tweede optie te kiezen, waarna de voortzetting van de mondelinge behandeling is bepaald op 20 juli 2023.
1.14
Bij e-mail van 8 juni 2023 heeft Overing de Ondernemingskamer nogmaals verzocht hem uit zijn functie van door de Ondernemingskamer benoemde tijdelijk bestuurder van Casa en Raboni te ontheffen.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Mr. Coskun heeft namens Byblos, Casa, Raboni en [E] de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Overing af te wijzen. [D] heeft de Ondernemingskamer verzocht het verzoek toe te wijzen.
2.2
De Ondernemingskamer oordeelt als volgt. De enkele omstandigheid dat Overing verzocht heeft hem te ontheffen uit zijn functie van tijdelijk bestuurder van Casa en Raboni is toereikend voor toewijzing van dat verzoek. Partijen kunnen zich tijdens de mondelinge behandeling - bepaald op 20 juli 2023 - uitlaten over de vraag of benoeming van een opvolgend tijdelijk bestuurder gewenst is. De Ondernemingskamer ziet mede gelet op de termijn die inmiddels is verstreken sinds Overing zijn werkzaamheden is gestart (27 november 2018 respectievelijk 29 januari 2019), het feit dat partijen al in maart 2020 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten ter beëindiging van hun geschillen, maar daaraan tot op heden geen uitvoering hebben gegeven en de omstandigheid dat partijen er kennelijk geen heil in zien daarvan in rechte nakoming te vorderen, op dit moment geen aanleiding om nog voor de mondelinge behandeling van 20 juli 2023 een opvolgend tijdelijk bestuurder te benoemen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft ing. J.A.H. Overing MBA te Amsterdam uit zijn functie van bestuurder van Casa della Gioia B.V. en Raboni O.G. B.V. met ingang van heden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. P.G. Boumeester, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2023.