ECLI:NL:GHAMS:2023:1520

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
23-000528-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor baldadigheid door bekrassen van verkiezingsposters

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor baldadigheid, omdat hij op 11 maart 2021 met een ijzeren staaf verkiezingsposters van Forum voor Democratie had bekrast. De tenlastelegging stelde dat deze handeling gevaar of nadeel kon teweegbrengen, maar het hof oordeelde dat de posters illegaal waren aangebracht en reeds door anderen waren beplakt. Hierdoor kon de gedraging van de verdachte geen gevaar of nadeel meer teweegbrengen.

De advocaat-generaal had betoogd dat de gedragingen van de verdachte het straatbeeld aantastten en overlast konden veroorzaken, maar het hof oordeelde dat artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht niet strekt tot bescherming van de openbare orde, maar tot bescherming van de algemene veiligheid van goederen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de baldadigheid had gepleegd, en sprak hem vrij. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en de eerder uitgevaardigde strafbeschikking, en verklaarde niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan.

De uitspraak benadrukt dat baldadigheid alleen kan worden gepleegd tegen andermans goed of persoon, en dat in dit geval de illegale situatie van de posters betekende dat ze aan niemand toebehoorden. De beslissing van het hof is een belangrijke uitspraak over de grenzen van baldadigheid en de bescherming van de openbare orde versus de bescherming van goederen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000528-22
datum uitspraak: 6 juni 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (locatie Amsterdam) van 21 februari 2022 in de strafzaak onder parketnummer 96-246950-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1984,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 mei 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 11 maart 2021 te Amsterdam op of aan de openbare weg, de Eerste van Swindenstraat, althans op enige voor het publiek toegankelijke plaats, tegen goederen baldadigheid heeft gepleegd, waardoor gevaar of nadeel kon worden teweeggebracht, bestaande die baldadigheid uit het maken van gaten in een poster.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 395a van het Wetboek van Strafvordering.

Vrijspraak

Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep primair vrijspraak bepleit. Daartoe heeft hij het volgende aangevoerd:
  • de gedraging van de verdachte was een middel om zijn mening te uiten. Zijn doel was niet het veroorzaken van ergerlijke overlast;
  • baldadigheid kan alleen worden gepleegd tegen andermans goed (of persoon). Omdat de posters illegaal waren opgeplakt, behoorden zij echter aan niemand toe;
  • met het illegaal opplakken van de posters was een illegale situatie gecreëerd. Het weghalen van de posters zou de openbare orde hebben hersteld, zodat geen gevaar of nadeel teweeg is gebracht.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daartoe heeft zij van belang geacht dat de gedragingen van de verdachte het straatbeeld aantastten en een troeperig en naar beeld gaven, hetgeen overlast kon opleveren. Dat baldadigheid niet kan worden gepleegd tegen een
res nulliusis voorts onjuist, nu de strafbaarstelling van baldadigheid strekt tot bescherming van de openbare orde.
Het oordeel van het hof
Juridisch kader
De tenlastelegging is toegesneden op baldadigheid zoals bedoeld in artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Voor een veroordeling op grond van deze strafbepaling is vereist dat de handeling van de verdachte een zodanige baldadigheid betreft, dat deze gevaar of nadeel teweeg kan brengen. In dat verband is van belang dat artikel 424 Sr, blijkens de titel van het wetboek waarin zij is opgenomen, strekt tot bescherming van de algemene veiligheid van (personen en) goederen.
Feiten en omstandigheden
Op 11 maart 2021 heeft de verdachte met een ijzeren staaf een aantal verkiezingsposters van Forum voor Democratie bekrast. Op de posters was (een foto van) het gezicht van [naam01] te zien en de verdachte heeft op de posters de ogen van [naam01] beschadigd. Op de foto in het dossier is te zien dat op deze posters door derden reeds een feesthoedje en een clownsneus was geplakt. De posters waren aangebracht op een schutting voor een pand dat werd verbouwd en waren zichtbaar vanaf de openbare weg. Nu de posters niet op een zogeheten verkiezingszuil waren aangebracht, gaat het hof er – gelet op het bepaalde in artikel 4.7 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 van Amsterdam – vanuit dat deze illegaal waren opgeplakt. De posters waren de volgende dag overplakt met andere posters.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat het ten laste gelegde niet kan worden bewezen. Daarbij is van belang dat de posters illegaal waren aangebracht en reeds waren beplakt door anderen, zodat de gedragingen van de verdachte geen gevaar of nadeel meer teweeg hebben kunnen brengen aan deze posters. Dat de gedragingen van de verdachte mogelijk een troeperig en naar beeld gaven en in strijd waren met de openbare orde, zoals door de advocaat-generaal naar voren is gebracht, doet aan het voorgaande niet af nu artikel 424 Sr niet strekt tot bescherming van de openbare orde, maar tot bescherming van de algemene veiligheid van (personen en) goederen.
Naar het oordeel van het hof is aldus niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 25 maart 2021 onder CJIB nummer [nummer01] .
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. van der Heijden, mr. R. Kuiper en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. L. Muyselaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 juni 2023.
=========================================================================
[…]