In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. De verdachte, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor baldadigheid, omdat hij op 11 maart 2021 met een ijzeren staaf verkiezingsposters van Forum voor Democratie had bekrast. De tenlastelegging stelde dat deze handeling gevaar of nadeel kon teweegbrengen, maar het hof oordeelde dat de posters illegaal waren aangebracht en reeds door anderen waren beplakt. Hierdoor kon de gedraging van de verdachte geen gevaar of nadeel meer teweegbrengen.
De advocaat-generaal had betoogd dat de gedragingen van de verdachte het straatbeeld aantastten en overlast konden veroorzaken, maar het hof oordeelde dat artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht niet strekt tot bescherming van de openbare orde, maar tot bescherming van de algemene veiligheid van goederen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de baldadigheid had gepleegd, en sprak hem vrij. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en de eerder uitgevaardigde strafbeschikking, en verklaarde niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan.
De uitspraak benadrukt dat baldadigheid alleen kan worden gepleegd tegen andermans goed of persoon, en dat in dit geval de illegale situatie van de posters betekende dat ze aan niemand toebehoorden. De beslissing van het hof is een belangrijke uitspraak over de grenzen van baldadigheid en de bescherming van de openbare orde versus de bescherming van goederen.