Uitspraak
Procesgang
feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
Onderzoek van de zaak
Grondslag van de ontneming
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Volgensde verdediging vormen contante betalingen slechts 10% van de totale omzet (giraal en contant) en geen 60% waarvan in de ontnemingsrapportage is uitgegaan. Ook heeft de verdediging herhaald dat uitgegaan moet worden van een winstmarge van 10% in plaats van 50%.
Contante betalingen
Winstmarge
,wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Met inachtneming van een winstmarge van 50% bedraagt het wederrechtelijk verkregen voordeel in totaal (afgerond) € 114.550,- waarvan 80% wordt toegerekend aan de betrokkene. Het hof komt op grond hiervan tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene op een bedrag van € 91.640,-.
Verplichting tot betaling aan de Staat
Draagkrachtverweer
Overschrijding van de redelijke termijn
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
91.640,- (eenennegentigduizend zeshonderdveertig euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 86.640,- (zesentachtigduizend zeshonderdveertig euro).
mr. T. Weij, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 januari 2023.