ECLI:NL:GHAMS:2023:1519

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
200.317.950/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het bevolen onderzoek en getroffen onmiddellijke voorzieningen in het kader van de fusie tussen Stichting Reinier Haga Groep en Stichting Reinier de Graaf Groep

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 14 juni 2023, wordt de beëindiging van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de Stichting Reinier Haga Groep (RHG) en de Stichting Reinier de Graaf Groep (RdGG) behandeld. Dit onderzoek was bevolen in een beschikking van 16 november 2022, waarin ook onmiddellijke voorzieningen waren getroffen. De aanleiding voor deze beschikking is een verzoek van RdGG en Haga, de rechtsopvolger van RHG, om de enquêteprocedure te beëindigen. Dit verzoek werd ondersteund door bewijs dat partijen geen bezwaar hadden tegen de beëindiging van de procedure.

De Ondernemingskamer constateert dat de beoogde ontvlechting van de Reinier Haga Groep op 1 maart 2023 heeft plaatsgevonden, wat betekent dat RHG en de Stichting Langeland Ziekenhuis (LLZ) juridisch zijn gefuseerd in Haga. Aangezien er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen, besluit de Ondernemingskamer het verzoek in te willigen. De beschikking verklaart dat het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen met ingang van de datum van deze beschikking worden beëindigd.

De beschikking is gegeven door een panel van rechters, waaronder de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.317.950/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 14 juni 2023
inzake
1. de stichting
STICHTING REINIER HAGA GROEP,
gevestigd te Den Haag,
2. de stichting
STICHTING REINIER DE GRAAF GROEP,
gevestigd te Delft,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. A.F.J.A. Leijten, mr. I. Koudstaal en mr. M.F. van Schendel, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de stichting
STICHTING REINIER HAGA GROEP,
gevestigd te Den Haag,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van den Muijsenberghen
mr. E.W.M. Rinnooy Kan, kantoorhoudende te Rotterdam,
2. de stichting
STICHTING REINIER DE GRAAF GROEP,
gevestigd te Delft,
advocaten:
mr. A.F.J.A. Leijten, mr. I. Koudstaalen
mr. M.F. van Schendel, kantoorhoudende te Amsterdam,
VERWEERSTERS,
e n t e g e n
1. de stichting
STICHTING HAGA ZIEKENHUIS,
gevestigd te Den Haag,
2. de stichting
STICHTING LANGELAND ZIEKENHUIS,
gevestigd te Zoetermeer,
advocaten:
mr. W.H.A.M. van den Muijsenbergh en mr. E.W.M. Rinnooy Kan, kantoorhoudend te Rotterdam,

3 DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE STICHTING REINIER HAGA GROEP,

  • [A] ;
  • [B] ;
  • [C] ;
  • [D] ;
advocaten:
mr. P.H.E. Voûte, mr. M.H.C. Sinninghe Damstéen
mr. R.R. Menasalvas Garrones, kantoorhoudende te Amsterdam,

4 DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE STICHTING REINIER HAGA GROEP,

  • [E] ,advocaat
    mr. M. Holtzer, kantoorhoudend te Amsterdam,
  • [F] ,

5 DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING REINIER HAGA GROEP,

6 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING HAGA ZIEKENHUIS,

7 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING REINIER DE GRAAF GROEP,

advocaten:
mr. C. Nekemanen
mr. I. Baijens, kantoorhoudende te Amsterdam,

8 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE STICHTING LANGELAND ZIEKENHUIS,

9. de coöperatie
MEDISCH SPECIALISTEN COOPERATIEF HAGA U.A.,
gevestigd te Den Haag,
10. de coöperatie
MEDISCH SPECIALISTEN COOPERATIEF RDGG U.A.,
gevestigd te Delft,
advocaten:
mr. M.H.J. van Rest en mr. M.J.A. de Wit, kantoorhoudende te Den Haag,
11. de coöperatie
MEDISCH SPECIALISTEN COOPERATIEF LANGELAND ZIEKENHUIS U.A.,
gevestigd te Zoetermeer,

12 DE CLIËNTENRAAD VAN STICHTING HAGA ZIEKENHUIS,

13 DE CLIËNTENRAAD VAN LANGELAND ZIEKENHUIS,

14 DE CLIËNTENRAAD VAN DE STICHTING REINIER DE GRAAF GROEP,

advocaten:
mr. R.F. Abelnen
mr. A.J. Rijsterborgh, kantoorhoudende te Amsterdam,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REINIER HAGA MEDISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM B.V.,
gevestigd te Delft,
advocaat:
mr. M.C. Leijten, kantoorhoudende te Amsterdam,
16. de commanditaire vennootschap
REINIER HAGA MEDISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM C.V.,
gevestigd te Delft,
advocaat:
mr. M.C. Leijten, kantoorhoudende te Amsterdam,

17 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN REINIER HAGA MEDISCH DIAGNOSTISCH CENTRUM B.V.,

gevestigd te Delft,
advocaat:
mr. J.J.M. van Mierlo, kantoorhoudende te Tilburg,
BELANGHEBBENDEN.
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster sub 1 en verweerster sub 1 als RHG;
  • verzoekster sub 2 en verweerster sub 2 als RdGG;
  • belanghebbende sub 1 als Haga; en
  • belanghebbende sub 2 als LLZ.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 16 november 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van RHG en RdGG over de periode vanaf 1 januari 2020 en een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd om het onderzoek te verrichten. Daarnaast heeft zij bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang, vooralsnog voor de duur van de procedure en voor zover nodig in afwijking van de statuten, RHG geschorst als bestuurder van RdGG, [E] benoemd tot bestuurder van RdGG en bepaalt dat, in afwijking van de statuten van RdGG alsmede, voor zover nodig in afwijking van artikel 10 Wet medezeggenschap cliëntenraden zorg 2018,
a. a) een raad van toezicht als bedoeld in artikel 2:292a BW wordt ingesteld;
b) de raad van toezicht bestaat uit [G] , [H] , [I] , [J] en [K] ;
c) voor “Stichting Reinier Haga Groep” (behalve in artikel 8.8) steeds wordt gelezen “de raad van toezicht”;
d) artikel 15 buiten toepassing wordt gelaten.
1.3
Bij e-mail van 20 april 2023 hebben mr. Koudstaal en mr. Leijten namens RdGG en Haga (de rechtsopvolger van RHG, zie 2.1 hierna) de Ondernemingskamer verzocht de enquêteprocedure te beëindigen.
1.4
Uit de bij de e-mail bijgesloten bijlage blijkt afdoende dat partijen geen bezwaar hebben tegen de verzochte beëindiging van de procedure.

2.De gronden van de beslissing

2.1
RdGG en Haga hebben in hun verzoek toegelicht dat de beoogde ontvlechting van de Reinier Haga Groep – waarop de bij beschikking van 16 november 2022 getroffen onmiddellijke voorzieningen vooruitliepen – op 1 maart 2023 is geeffectueerd. Dit houdt onder meer in dat RHG en LLZ inmiddels juridisch zijn gefuseerd in Haga.
2.2
Gelet op het voorgaande, en nu er geen bezwaren zijn ontvangen tegen het verzoek tot beëindiging van het bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen en de Ondernemingskamer niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het bij de beschikking van 16 november 2022 bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen zal beëindigen, een en ander met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt met ingang van heden het bij haar beschikking van 16 november 2022 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Stichting Reinier Haga Groep en Stichting Reinier de Graaf Groep alsmede de bij die beschikking getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.C. Meijer, voorzitter, mr. J.M. de Jongh en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en drs. V.G. Moolenaar en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. de Jongh op 14 juni 2023.