ECLI:NL:GHAMS:2023:1518

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
200.311.400/04 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een OK-bestuurder en OK-beheerder voor aandelenuitgifte door Cicerone Holding B.V. aan Shell Overseas Investments B.V.

In deze beschikking van 21 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam geoordeeld over een verzoek van Cicerone Holding B.V. om aandelen uit te geven aan Shell Overseas Investments B.V. De Ondernemingskamer heeft eerder in 2022 al onmiddellijke voorzieningen getroffen om de financiering van Cicerone door Shell mogelijk te maken. Cicerone had in april 2023 een verzoek ingediend om aandelen uit te geven aan Shell, maar stuitte op problemen met de vereiste notariële akte vanwege het ontbreken van een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van de Ultimate Beneficial Owner (UBO) van Todwick Holdings Limited. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de toestand van Cicerone vereist dat aanvullende onmiddellijke voorzieningen worden getroffen, zodat Shell de noodzakelijke financiering kan verstrekken. De Ondernemingskamer heeft besloten dat Cicerone, in afwijking van artikel 2:196 lid 1 BW, aandelen aan Shell kan uitgeven door middel van een onderhandse akte. Dit besluit is genomen om de continuïteit van de Cicerone-groep te waarborgen en om de eerder gemaakte afspraken met Shell na te komen. De Ondernemingskamer heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.311.400/03 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 juni 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHELL OVERSEAS INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. J.L. van der Schriecken
H.F. ten Bruggencate, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CICERONE HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. L.H.K Peereboom-Bogers, kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n
de vennootschap naar het recht van Malta
TODWICK HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te Marsa (Malta),
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.W. Josephus Jitta, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de door de Ondernemingskamer benoemde beheerder van aandelen
MR. E.L. ZETTELER,
kantoorhoudende te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. L.H.K Peereboom-Bogers, kantoorhoudende te Utrecht.
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als Shell;
  • verweerster als Cicerone;
  • Todwick Holdings Limited als Todwick;
  • Mr. E.L. Zetteler als de OK-beheerder.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 15 juli 2022, 19 juli 2022 en 15 december 2022 in deze zaak.
1.2
Bij beschikkingen van 15 en 19 juli 2022 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover nodig in afwijking van de statuten en/of de
Shareholders Agreemen:
a. mr. C.M. Molhuysen benoemd tot bestuurder van Cicerone met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Cicerone te vertegenwoordigen (hierna: de OK-bestuurder);
b. mr. E.L. Zetteler (hierna: de OK-beheerder) benoemd tot beheerder van aandelen en bepaald dat één van de door Todwick gehouden aandelen in Cicerone met ingang van 15 juli 2022 ten titel van beheer is overgedragen aan de OK-beheerder;
c. bepaald dat voor het nemen van de in artikel 5.1.2 van de
Shareholders Agreementgenoemde besluiten géén unanimiteit in het bestuur of de algemene vergadering van Cicerone is vereist en dat die besluiten kunnen worden genomen door een gewone meerderheid in de algemene vergadering, maar uitsluitend indien de OK-beheerder daarbij vóór stemt;
d. bepaald dat:
o voor vergaderingen van het bestuur van Cicerone geen quorumvereisten gelden;
o het bestuur van Cicerone een algemene vergadering van Cicerone bijeen kan roepen op een termijn van acht dagen;
o tijdens algemene vergaderingen van Cicerone rechtsgeldig besluiten kunnen worden genomen zonder dat het geplaatste kapitaal volledig vertegenwoordigd is;
o algemene vergaderingen en bestuursvergaderingen van Cicerone rechtsgeldig via audio- of videoverbinding kunnen worden gehouden;
o overeenkomstig artikel 5 lid 5 van de statuten – door de algemene vergadering van Cicerone bij een besluit tot uitgifte van aandelen zo nodig kan worden besloten tot uitsluiting van het aan Todwick toekomende voorkeursrecht.
1.3
Bij beschikking van 15 december 2022 heeft de Ondernemingskamer, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, bepaald dat in afwijking van het bepaalde in artikel 2:196 lid 1 BW door Cicerone aandelen kunnen worden uitgegeven aan Shell, door middel van een tussen Cicerone en Shell opgemaakte onderhandse akte, overeenkomstig de door de algemene vergadering van Cicerone op 24 oktober 2022 goedgekeurde uitgifteakte waarvan een kopie was aangehecht.
1.4
Cicerone heeft bij verzoekschrift, met bijlagen, van 13 april 2023 de Ondernemingskamer verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en voor zover nodig in afwijking van of in aanvulling op de eerder door haar getroffen onmiddellijke voorzieningen, althans door de gevolgen daarvan nader te regelen:
a. te bepalen dat – in afwijking van artikel 2:196 lid 1 BW – voor de duur van de procedure aandelen aan Shell kunnen worden uitgegeven door middel van een tussen Cicerone en Shell opgemaakte onderhandse akte;
b. althans, (een) andere, passende onmiddellijke voorziening(en) te treffen dan wel om de gevolgen van de getroffen onmiddellijke voorzieningen anderszins nader te regelen;
c. kosten rechtens.
1.5
Shell heeft bij e-mail van 25 april 2023 meegedeeld het verzoek van Cicerone te steunen.
1.6
Todwick heeft bij verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Cicerone af te wijzen onder veroordeling van Cicerone in de kosten.
1.7
Desgevraagd hebben partijen de Ondernemingskamer laten weten dat zij geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling waarna de Ondernemingskamer gelegenheid heeft geboden voor een schriftelijk re- en dupliek.
1.8
Cicerone heeft bij conclusie van repliek van 11 mei 2023 verzocht de door haar verzochte aanvullende onmiddellijke voorzieningen toe te wijzen.
1.9
Shell heeft bij e-mail van 11 mei 2023 de Ondernemingskamer bericht dat zij zich achter de inhoud van de conclusie van repliek van Cicerone schaart en haar verzoek steunt.
1.1
Todwick heeft bij conclusie van dupliek van 25 mei 2023 geconcludeerd tot afwijzing.

2.De feiten

2.1
De Ondernemingskamer verwijst naar de feiten genoemd in de beschikkingen van 15 juli 2022 en 15 december 2022, vermeldt de volgende feiten opnieuw en overweegt waar nodig in aanvulling daarop als volgt.
2.2
De OK-bestuurder heeft in overleg met de OK-beheerder, Shell en Todwick de mogelijkheden en voorwaarden onderzocht waaronder Shell bereid zou zijn om tegen uitgifte van aandelen de noodzakelijke aanvullende financiering aan Cicerone te verstrekken. Dit heeft geresulteerd in een op 5 oktober 2022 tussen Shell, Cicerone en Alliance Holding gesloten s
ubscription agreement. De
subscription agreementbepaalt onder meer dat KPMG de
equity valuevan Cicerone per 30 juni 2022 zal waarderen, dat met het oog op de financiële positie van Cicerone vooruitlopend op die waardering alvast een emissie van aandelen zal plaatsvinden waarbij voor de emissieprijs wordt uitgegaan van een voorlopige waardering van USD 18,7 miljoen en dat, indien de door KPMG uitgevoerde waardering van Cicerone lager of hoger uitvalt dan USD 18,7 miljoen, een tweede uitgifte respectievelijk intrekking van aandelen zal plaatsvinden ter correctie van het aantal aandelen dat aan Shell is uitgegeven (artikel 7.1 en 7.2). De
subscription agreementbepaalt voorts dat de OK-bestuurder gedurende de uitvoering van de waardering de uitgangspunten van de waardering van KPMG en de toegepaste waarderingsgronden extern laat toetsen door Business Finance Intelligence B.V. (hierna: BFI, overweging K en artikel 7.3).
2.3
Op 24 oktober 2022 heeft de algemene vergadering van Cicerone, met vóór stemmen van Shell en de OK-beheerder, besloten i) tot uitgifte van aandelen aan Shell conform de daartoe bij de agenda voor de algemene vergadering gevoegde concept-uitgifteakte, met uitsluiting van het voorkeursrecht, ii) de bevoegdheid tot uitgifte van nieuwe aandelen, voor zover deze uitgifte noodzakelijk is om te voldoen aan de voorwaarden van de
subscription agreement, en de bevoegdheid tot uitsluiting van het voorkeursrecht aan het bestuur van Cicerone te delegeren en iii) tot de voor de uitgifte van aandelen benodigde wijziging van de statuten van Cicerone.
2.4
Cicerone heeft een notaris benaderd om de voor uitgifte van de aandelen aan Shell op de voet van artikel 2:196 lid 1 BW vereiste akte te doen verlijden. De notaris is op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) gehouden cliëntonderzoek te verrichten en dient in dat kader te kunnen beschikken over een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van de
ultimate beneficial owner(UBO) van Todwick, de heer [A] . De OK-bestuurder is er ondanks herhaalde verzoeken en toezeggingen niet in geslaagd om een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van [A] te verkrijgen. De notaris heeft meegedeeld niet bereid te zijn om zonder een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort de voor uitgifte van de aandelen aan Shell vereiste akte te passeren. Twee andere notarissen hebben hetzelfde standpunt ingenomen. Uitgifte van de aandelen op grond van de
subscription agreementkon daarom niet plaatsvinden.
2.5
De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 15 december 2022 overwogen dat de toestand van de rechtspersoon vereist dat een aanvullende onmiddellijke voorziening wordt getroffen die alsnog mogelijk maakt dat Shell de voor de continuïteit van de Cicerone-groep noodzakelijke, aanvullende financiering kan verstrekken tegen uitgifte van nieuwe aandelen in Cicerone en vervolgens de hiervoor onder 1.3 genoemde onmiddellijke voorzieningen getroffen.
2.6
Op 22 december 2022 zijn Cicerone en Shell een onderhandse akte, overeenkomstig de door de algemene vergadering van Cicerone op 24 oktober 2022 goedgekeurde uitgifteakte, aangegaan. Op basis van deze akte heeft Cicerone 62.221 nieuwe aandelen met een nominale waarde van USD 1 uitgegeven aan Shell tegen een uitgifteprijs van in totaal USD 12,7 miljoen. Na deze aandelenuitgifte hield Todwick 28,97% en Shell 71,03% van de aandelen in Cicerone.
2.7
Op 27 oktober 2022 heeft KPMG een
factual memorandumuitgebracht, waarin onder meer de toegepaste waarderingsmethodiek en van toepassing zijnde
discount ratezijn toegelicht. Ook is een overzicht bijgevoegd van de ten behoeve van de waardering aangeleverde informatie. De OK-bestuurder, OK-beheerder, het bestuur van Cicerone en Shell als opdrachtgever zijn in de gelegenheid gesteld op de inhoud van het memorandum te reageren.
2.8
Op 2 februari 2023 heeft BFI een review uitgebracht met betrekking tot het
factual memorandum.
2.9
Op 3 februari 2023 heeft KPMG een concept-waarderingsrapport uitgebracht.
2.1
Op 22 maart 2023 heeft BFI een review uitgebracht met betrekking tot het concept-waarderingsrapport. BFI concludeert in haar review dat de waardering van KPMG in lijn is met de redelijke professionele waarderingsstandaarden.
2.11
Op 23 maart 2023 heeft KPMG een definitief waarderingsrapport uitgebracht. In het rapport wordt de
equity valuevan Cicerone per 30 juni 2022 vastgesteld op een bedrag variërend tussen USD 1 en USD 1,4 miljoen, met als middelpunt USD 700.000. Het rapport is door KPMG gedeeld met de OK-bestuurder, OK-beheerder, het bestuur van Cicerone en Shell als opdrachtgever. In het rapport wordt tevens toegelicht welk commentaar is ontvangen op het concept-rapport, waarom dit commentaar al dan niet is verwerkt in het rapport en wat de mogelijke impact daarvan is geweest op de waardering. Uitgaande van een waardering van USD 700.000 dient Cicerone op grond van artikel 7.2 van de
subscription agreementnog 1.570.636 extra aandelen aan Shell uit te geven, wat ertoe zou leiden dat Todwick 2,56% en Shell 97,44% van de aandelen in Cicerone gaat houden.
2.12
Op 3 april 2023 heeft het bestuur van Cicerone besloten om dit aantal extra aandelen aan Shell uit te geven, met uitsluiting van het voorkeursrecht. De door Todwick aangewezen bestuurder van Cicerone heeft tegen het besluit gestemd en heeft onder verwijzing naar de review van BFI enkele opmerkingen gemaakt ten aanzien van het waarderingsrapport van KPMG. Ook heeft hij meegedeeld dat Todwick een overeenkomst tot uitgifte van nieuwe aandelen pas effectief wil laten zijn nadat de sancties zijn opgeheven. De OK-bestuurder heeft met betrekking tot dat laatste punt blijkens de notulen opgemerkt dat dit niet geagendeerd is en tussen de aandeelhouders besproken moet worden.
2.13
Cicerone wenst uitvoering te geven aan de met Shell gesloten
subscription agreementen het onder 2.12 genoemde bestuursbesluit en de aandelen conform artikel 2:196 lid 1 BW bij notariële akte uit te geven. De OK-bestuurder is er tot op heden niet in geslaagd om een daarvoor uit hoofde van de Wwft vereiste gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van [A] te verkrijgen. Uitgifte van de aandelen bij notariële akte kan daarom opnieuw niet plaatsvinden.
2.14
Todwick heeft een verzoek tot arbitrage ingediend bij de LCIA met betrekking tot het handelen van Shell als aandeelhouder van Cicerone onder de
Shareholders Agreement.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Cicerone legt aan haar verzoek – zeer kort gezegd – ten grondslag dat in de gegeven omstandigheden de door de Ondernemingskamer bij beschikking van 15 juli 2022 mogelijk gemaakte verstrekking van de voor Cicerone noodzakelijke financiering door Shell tegen uitgifte van aandelen zonder aanvullende onmiddellijke voorziening niet kan worden afgerond zoals is overeengekomen in de
subscription agreement.
3.2
Todwick heeft tegen het verzoek verweer gevoerd. Todwick stelt zich verkort weergegeven op het standpunt dat voor het treffen van aanvullende onmiddellijke voorzieningen geen plaats is nu van enige noodzaak daartoe, gelet op de toestand van Cicerone, niet is gebleken; van een financiële noodsituatie is niet langer sprake en besluitvorming in zowel de algemene vergadering als de bestuursvergadering van Cicerone is afdoende zeker gesteld met de eerder getroffen onmiddellijke voorzieningen. Voor het regelen van de gevolgen van de getroffen onmiddellijke voorzieningen op grond van artikel 2:357 lid 2 BW is evenmin plaats nu de voor uitgifte van de aandelen aan Shell vereiste rechtshandelingen en besluitvorming, rechtshandelingen en besluiten van organen van Cicerone betreffen en niet de door de Ondernemingskamer getroffen onmiddellijke voorzieningen. Voorts handelt Cicerone jegens Todwick in strijd met artikel 2:8 BW door de wijze waarop zij uitvoering wil geven aan de
subscription agreementen de verdere verwatering van het belang van Todwick waartoe dit leidt. Shell handelt daarmee ook in strijd met haar verplichting jegens Todwick op grond van de
Shareholders Agreement
to act in good faith’.
3.3
De Ondernemingskamer stelt voorop dat zij de vrijheid heeft om zodanige onmiddellijke voorzieningen te treffen als zij in verband met de toestand van de rechtspersoon noodzakelijk acht en dat aan het treffen van onmiddellijke voorzieningen niet zonder meer in de weg behoeft te staan dat deze kunnen leiden tot onomkeerbare gevolgen, mits de voorziening naar haar aard een voorlopige is en bij het treffen van een zodanige voorziening voldoende rekening is gehouden met, en een billijke afweging heeft plaatsgevonden van, de belangen van de betrokken partijen (vgl. HR 19 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5138,
SkyGate). Dit brengt mee dat de Ondernemingskamer iedere voorziening van voorlopige aard mag treffen mits met het oog op de gevolgen ervan een billijke afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden en de noodzaak van deze voorziening voldoende is gebleken.
3.4
De Ondernemingskamer overweegt dat:
  • met de bij beschikking van 15 juli 2022 getroffen onmiddellijke voorzieningen uitdrukkelijk werd beoogd mogelijk te maken dat Shell de voor de continuïteit van de Cicerone-groep noodzakelijke aanvullende financiering zou kunnen verstrekken tegen uitgifte van nieuwe aandelen in Cicerone;
  • de voorwaarden waaronder Shell bereid was de noodzakelijke, aanvullende financiering te verstrekken zijn vastgelegd in een op 5 oktober 2022 tussen Shell, Cicerone en Alliance Holding gesloten
  • bij het vaststellen van de uitgiftekoers voor de eerste emissie, met het oog op de belangen van Todwick, in eerste instantie is uitgegaan van een voorlopige, hypothetische waardering van Cicerone van USD 18,37 miljoen;
  • de algemene vergadering van Cicerone op 24 oktober 2022, met instemming van de OK-beheerder heeft besloten op die basis aandelen aan Shell uit te geven conform de uitgifteakte;
  • artikel 2:196 lid 1 BW voor uitgifte van aandelen een notariële akte vereist waarbij de betrokkenen partij zijn;
  • Todwick niet bereid of in staat was een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van de heer [A] te verstrekken en de notaris daarom op grond van de Wwft weigerde de benodigde uitgifteakte te passeren, zodat Cicerone haar verplichtingen op grond van de
  • de Ondernemingskamer daarom een aanvullende onmiddellijke voorziening heeft getroffen die alsnog mogelijk maakte dat Shell de voor de continuïteit van de Cicerone-groep noodzakelijke, aanvullende financiering kon verstrekken tegen uitgifte van nieuwe aandelen in Cicerone;
  • KPMG overeenkomstig
o KPMG op 27 oktober 2022 een
factual memorandumheeft opgesteld;
o partijen de gelegenheid hebben gehad daarop te reageren;
o BFI op 2 februari 2023 een
reviewvan het
factual memorandumheeft uitgebracht;
o KPMG op 3 februari 2023 een concept-waarderingsrapport heeft uitgebracht;
o partijen de gelegenheid hebben gehad op het concept-waarderingsrapport te reageren;
o BFI op 22 maart een
reviewvan het concept-waarderingsrapport heeft uitgebracht;
o waarna KPMG op 23 maart 2023 een definitief waarderingsrapport heeft uitgebracht;
  • het bestuur van Cicerone in een vergadering van 3 april 2023 het waarderingsrapport in aanwezigheid van de OK-beheerder, de OK-bestuurder en een van de op voordracht van Todwick benoemde bestuurders heeft besproken en, met instemming van de OK-beheerder, heeft besloten om uitvoering te geven aan de
  • Todwick opnieuw niet bereid of in staat is een gelegaliseerde kopie van het internationale paspoort van [A] te verstrekken en de notaris daarom op grond van de Wwft ook nu zal weigeren een uitgifteakte te passeren, zodat Cicerone haar verplichtingen jegens Shell op grond van de
3.5
De Ondernemingskamer is van oordeel dat onder deze omstandigheden de toestand van de rechtspersoon vereist dat een aanvullende onmiddellijke voorziening wordt getroffen die het alsnog mogelijk maakt dat Cicerone haar verplichtingen jegens Shell onder de
subscription agreementkan nakomen. Het is in de gegeven omstandigheden, waarin Cicerone voor het verkrijgen van de voor de continuïteit van de Cicerone-groep noodzakelijke aanvullende financiering is aangewezen op de bereidheid van Shell om tegen uitgifte van nieuwe aandelen in Cicerone aanvullende financiering te verstrekken, noodzakelijk dat Cicerone in de gelegenheid wordt gesteld om de in dat kader met Shell gemaakte afspraken ook daadwerkelijk na te komen.
3.6
De Ondernemingskamer passeert de door Todwick aangevoerde materiële bezwaren tegen de gevraagde voorzieningen. De uitgiftekoers is gebaseerd op een onafhankelijke waardering van de
equity valuevan Cicerone die heeft plaatsgevonden in een transparant proces waarbij partijen telkens in de gelegenheid zijn geweest zich daarover uit te laten en waarbij ook telkens een externe validatie heeft plaatsgevonden van de gehanteerde uitgangspunten en waarderingsmethoden. De Ondernemingskamer heeft geen aanleiding te twijfelen aan de uitkomst van die waardering en Todwick heeft daartoe ook niets concreets gesteld. Bij die stand van zaken is de als gevolg van de emissie optredende aanzienlijke verwatering van het aandelenbelang van Todwick op zichzelf genomen onvoldoende om aan te nemen dat Cicerone zou handelen in strijd met de op grond van artikel 2:8 BW jegens Todwick in acht te nemen zorgvuldigheid, door jegens Shell haar verplichtingen op grond van de
subscription agreementna te komen. De Ondernemingskamer weegt daarbij nog mee dat de voorgenomen uitgifte van aandelen op zichzelf niet leidt tot onomkeerbare gevolgen en dat een en ander inmiddels onderwerp is van arbitrage tussen Todwick en Shell op grond van de
Shareholders Agreementwaarbij Todwick de kans krijgt om desgewenst al haar bezwaren naar voren te brengen en te laten toetsen.
3.7
De slotsom is dat het verzoek van Cicerone als volgt zal worden toegewezen. De Ondernemingskamer zal bij wijze van onmiddellijke voorziening bepalen dat vooralsnog voor de duur van het geding, in afwijking van het bepaalde in artikel 2:196 lid 1 BW, door Cicerone aandelen aan Shell kunnen worden uitgegeven door middel van een tussen Cicerone en Shell opgemaakte onderhandse akte, overeenkomstig de door het bestuur van Cicerone op 3 april 2023 goedgekeurde uitgifteakte, die als bijlage aan deze beschikking zal worden gehecht.
3.8
De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt bij wijze van onmiddellijke voorziening, vooralsnog voor de duur van het geding, dat in afwijking van het bepaalde in artikel 2:196 lid 1 BW door Cicerone Holding B.V. aandelen kunnen worden uitgegeven aan Shell Overseas Investments B.V., door middel van een tussen Cicerone Holding B.V. en Shell Overseas Investments B.V. opgemaakte onderhandse akte, overeenkomstig de aan deze beschikking als bijlage gehechte akte van uitgifte;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn RA en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Prins, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 21 juni 2023.
BIJLAGE
DEED OF ISSUE OF REGISTERED SHARES
CICERONE HOLDING B.V.
On the ( ) day of ( ) two thousand and twenty-three:
(1)
SHELL Overseas Investments B.V., a private limited liability company (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) under the laws of the Netherlands, with seat in The Hague, the Netherlands, address at Carel van Bylandtlaan 30 2596 HR The Hague, the Netherlands and Trade Register number 27104660 (the "
Subscriber”): and
(2)
Cicerone Holding B.V., a private limited liability company (besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) under the laws of the Netherlands, with seat in Amsterdam, the Netherlands, address at Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR The Hague, the Netherlands and Trade Register number 34261334 (the "
Company").
CONSIDERED THAT
(A) On the fifth day of October two thousand and twenty-two, the Company and the Subscriber, together with another party, entered into a subscription agreement (the "
Subscription Agreement").
(B) On the twenty-fourth day of October two thousand and twenty-two, the general meeting of the Company resolved, among other matters, (i) to issue sixty-two thousand two hundred twenty-one (62,221) shares, numbered from 90,001 to 152,221 inclusive, each with a nominal value of one euro (EUR 1) in the Company's share capital to Shell Overseas Investments B.V., against an aggregate subscription amount of USD 12,700 000 (the "
Subscription Amount") in accordance with the Subscription Agreement, (ii) to exclude pre-emptive rights in connection with the issuance of shares in the Company's share capital referred to under (i) above, (iii) to designate the Company's management board in accordance with clause 5.1 of the Company's articles of association, as the competent body to issue any additional shares in the Company's share capital (in order to enable the Company to satisfy its obligations to issue additional shares in the Company's share capital, if such would be required under the Subscription Agreement) and (iv) to designate the Company's management board to exclude pre-emptive rights in connection with the issuance of shares in the Company's share capital as referred under (iii) above.
(C) On the twenty third day of March two thousand and twenty-three, the KPMG Valuation(as defined in the Subscription Agreement) became available. The KPMG Valuation indicates a valuation of 100% of the share capital of the Company between nihil (USD 1) and USD 1,400,000 with a midpoint of USD 700,000. On the basis of the KPMG Valuation and article 7.2.1(b) of the Subscription Agreement, the Company must issue an additional one million five hundred seventy thousand six hundred thirty-six (1,570,636) shares, to the Subscriber against a subscription price equal to their aggregate nominal value.
(D) On the third day of April two thousand and twenty-three, the management board of the Company resolved, among other things, (i) to issue one million five hundred seventy thousand six hundred thirty-six (1,570,636) shares, numbered from 152,222 to 1,722,857 inclusive, each with a nominal' value of one euro (EUR 1) in the Company's share capital (the "
New Shares") to Shell Overseas Investments B.V. against a subscription price equal to their aggregate nominal value in accordance with article 7.2.1(b) of the Subscription Agreement ("
Share Issuance") and (ii) to exclude any pre-emptive rights in connection with the Share Issuance.
(E) The Company does not have an authorised share capital.
AND DECLARED:
1 DEFINITIONS AND CONSTRUCTION
1.1
Definitions
In this deed:
"
Articles of Association" means the Company's articles of association;
"
BW" means the Dutch Civil Code (Burgerlijk Wetboek);
"
New Shares" is defined in consideration (D);
"
Parties" means the Subscriber and the Company jointly;
"
Share Issuance" is defined in consideration (D);
"
Subscription Agreement" is defined in consideration (A); and
"
Subscription Amount" is defined in consideration (B).
1.2
Construction
In this deed, unless an indication to the contrary appears
"
the Netherlands" means the European part of the Kingdom of the Netherlands (and all derivative terms, including "Dutch", are to be construed accordingly).
Headings do not affect the interpretation of this deed.
2 ISSUE OF SHARES AND ACCEPTANCE
Pursuant to the Subscription Agreement and the resolution as referred to in consideration (D), the Company hereby issues the New Shares to the Subscriber against a subscription price equal to their aggregate nominal value in accordance with article 7.2.1(b) of the Subscription Agreement. The Subscriber accepts the New Shares.
3 ENTRY INTO THE REGISTER
The Company wilt register the New Shares in the Subscriber's name in its shareholders register.

4.ISSUE PRICE

The method of payment of the Issue Price is described in article 7.2.1(b) of the Subscription Agreement and is known to the Subscriber and the Company.
5 OBLIGATIONS AND REQUIREMENTS. STATEMENTS
5.1
Obligations and requirements
The Articles of Association do not provide that:
(a) ownership of the New Shares is subject to contractual obligations;
(b) ownership of the New Shares is subject to requirements;
(c) in certain circumstances, shareholders must offer or transfer all or part of their New Shares, as referred to in article 2:192(1) BW.
6 RESCISSION
6.1
Prior agreements
Except as provided in this deed, the agreements concluded by the Parties before this deed was executed remain valid, but the Parties can no longer invoke any conditions subsequent agreed in connection with the issue and subscription of the New Shares.
Conditions precedent are deemed to have been met.
6.2
Waiver of the right to rescind
The Parties waive the right to rescind the Subscription Agreement and this agreement of issue pursuant to article 6:265 BW.
7 COSTS
The Subscriber will pay the costs of this deed.
8 GOVERNING LAW
The agreement set out in this deed is governed exclusively by Dutch law.
9 JURISDICTION
All disputes arising out of or in connection with this deed, including disputes concerning its existence, its validity and any non-contractual obligation, will be resolved by the Amsterdam District Court.