ECLI:NL:GHAMS:2023:1517

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
200.323.566/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in vennootschapskwestie tussen aandeelhouders van Mezutec Groep B.V.

In deze zaak heeft verzoekster [A] de Ondernemingskamer verzocht om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap Mezutec Groep B.V. en om onmiddellijke voorzieningen te treffen, waaronder de schorsing van [B] als bestuurder. [B] heeft verweer gevoerd en zelf ook een verzoek ingediend voor een onderzoek naar het beleid van Mezutec Groep. De Ondernemingskamer heeft de verzoeken behandeld op een zitting op 30 maart 2023, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er spanningen zijn tussen de aandeelhouders [A] en [B], die elk 50% van de aandelen in Mezutec Groep bezitten, en dat er een impasse is in de besluitvorming. Ondanks de problemen heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat er geen gegronde redenen zijn voor het bevelen van een onderzoek of het treffen van onmiddellijke voorzieningen. De Ondernemingskamer heeft geconcludeerd dat de dagelijkse gang van zaken binnen Mezutec Groep niet wezenlijk wordt belemmerd door de spanningen tussen de partijen. De verzoeken zijn afgewezen en iedere partij is veroordeeld in de eigen proceskosten.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.323.566/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 juni 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. A. Woertman, kantoorhoudende te Beetsterzwaag,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEZUTEC GROEP B.V.,
gevestigd te Drachten,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. R.A.G. de Vaan,kantoorhoudende te Eindhoven.
Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid als [A] , Mezutec Groep en [B] .

1.Het verloop van het geding

1.1
[A] heeft bij verzoekschrift van 1 maart 2023 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Mezutec Groep over de periode vanaf 1 januari 2022;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure:
a. [B] te schorsen als bestuurder van Mezutec Groep en zo nodig een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Mezutec Groep;
b. de door [B] gehouden aandelen in Mezutec Groep over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
3. Mezutec Groep te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
[B] heeft bij verweerschrift van 16 maart 2023 de Ondernemingskamer verzocht [A] niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, althans haar verzoek af te wijzen. [B] heeft ook zelf een verzoek gedaan. Zij heeft de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Mezutec Groep over de periode vanaf 1 januari 2020;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Mezutec Groep met een doorslaggevende stem die zelfstandig bevoegd is Mezutec Groep te vertegenwoordigen;
b. de door [A] gehouden aandelen in Mezutec Groep over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
c. of een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht.
1.3
De verzoeken zijn behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 30 maart 2023. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht, wat mr. Woertman betreft onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties 16 tot en met 50 en wat mr. De Vaan betreft onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere producties 44 tot en met 53. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt. Ter zitting heeft [B] haar verzoek gewijzigd, in die zin dat zij ook verzoekt [A] te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.4
Bij e-mail van 26 mei 2023 heeft mr. De Vaan namens [B] aan de Ondernemingskamer nog een nadere toelichting en een op onderdelen aangepast verzoek gestuurd. Mr. Woertman heeft daarop namens [A] bij e-mail van 31 mei 2023 gereageerd en daarbij vermeld dat hij mr. De Vaan expliciet heeft laten weten geen toestemming te geven voor het sturen van de nadere toelichting. De Ondernemingskamer zal de na sluiting van de mondelinge behandeling nog ontvangen stukken als strijdig met een goede procesorde hierna buiten beschouwing laten.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over [C] en [D] die, na een langdurige samenwerking als ondernemers, het erover eens zijn dat hun samenwerking duurzaam is ontwricht en dat het tot een ontvlechting van hun belangen in Mezutec Groep zou moeten komen. Ondanks vele gesprekken, met bemiddeling van adviseurs, en nadat voorstellen zijn gedaan met het oog op overname door [A] van de aandelen die [B] in Mezutec Groep houdt, zijn zij er niet in geslaagd dit resultaat te bereiken. Het is nu de vraag of de weerslag die deze ontwrichte samenwerking op Mezutec Groep heeft, voldoende grond vormt om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Mezutec Groep te bevelen en onmiddellijke voorzieningen te treffen.
2.2
[A] en [B] houden elk 50% van de aandelen in Mezutec Groep en zijn elk alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van Mezutec Groep. [C] (hierna: [C] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van [A] en [D] (hierna: [D] ) is enig aandeelhouder en bestuurder van [B] . [C] en [D] zijn ieder op grond van tussen Mezutec Groep en respectievelijk [A] en [B] gesloten managementovereenkomsten werkzaam als algemeen directeur van Mezutec Groep.
2.3
Mezutec Groep, opgericht op 4 oktober 2002, is enig aandeelhouder van Mezutec Drachten B.V. (hierna: Mezutec Drachten) en Mezutec International B.V. (hierna: Mezutec International) en houdt twee derde deel van de aandelen in Enjatec Holding B.V. (hierna: Enjatec). [E] (hierna: [E] ) houdt via HTH B.V. (hierna: HTH) het overige derde deel van de aandelen in Enjatec. Mezutec Groep en HTH zijn bestuurders van Enjatec. Enjatec is enig aandeelhouder en bestuurder van Engeldot Pomp- en Leidingsystemen B.V. (hierna: Engeldot).
2.4
Mezutec Drachten drijft een onderneming op het gebied van (bron)waterzuiveringssystemen. In 2021 waren (gemiddeld) circa zestien personen in dienst bij Mezutec Drachten. Mezutec International is al tijden niet meer actief. Engeldot exploiteert een technische groothandel. In 2021 waren (gemiddeld) circa dertien personen in dienst bij Engeldot.
2.5
[C] en [D] hebben elkaar circa dertig jaar geleden leren kennen als collega's. In 1996 zijn zij samen overgestapt naar de voorganger van Mezutec Drachten. Die onderneming is in 1998 failliet gegaan, waarna [C] en [D] – aanvankelijk met twee anderen, die zij in 1999 hebben uitgekocht – de onderneming hebben overgenomen. In de loop der jaren is hieruit de Mezutec-groep ontstaan. De tussen [C] en [D] ontstane taakverdeling houdt (globaal) in dat [D] zich in het bijzonder richt op de verkoop – in welk verband hij het team van verkopers aanstuurt – en productontwikkeling en dat [C] zich in het bijzonder richt op de overige, interne aangelegenheden zoals administratie en personeelszaken. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het algemene beleid.
2.6
[D] heeft sinds 2017 gezondheidsproblemen. Hij heeft toen aan [C] laten weten dat hij het liefst zijn belang wilde verkopen, maar hij heeft daar vanwege de toestand van de onderneming op dat moment van afgezien. In 2020 heeft hij aan [C] opnieuw kenbaar gemaakt dat hij in verband met zijn gezondheidsproblemen de (indirect) door hem in Mezutec Groep gehouden aandelen wenste over te dragen en wilde stoppen met werken voor Mezutec Groep, en wel per 1 januari 2022. Zij hebben, onder begeleiding van verscheidene adviseurs, vele gesprekken gevoerd en diverse oplossingsrichtingen besproken. [B] heeft ook nadat [D] ziek is geworden en minder is gaan werken voor Mezutec Groep, steeds de volledige managementfee van Mezutec Groep ontvangen.
2.7
Op 17 september 2021 hebben [D] en [C] onder begeleiding van Y. Bouma RA RV (hierna: Bouma) van De Valck dealmakers gesproken over een overdracht van de door [B] gehouden aandelen aan [A] . In een e-mail van 18 september 2021 heeft Bouma de gemaakte afspraken bevestigd. Kort gezegd komt het erop neer dat met HTH zal worden afgesproken dat zij de per 1 januari 2022 de door Mezutec Groep gehouden aandelen in Enjatec zal kunnen overnemen tegen een nader te bepalen prijs en dat [A] de aandelen van [B] in Mezutec Groep per 1 januari 2022 zal overnemen tegen een eveneens nog nader te bepalen prijs. Bouma zal daarvoor waarderingen opstellen. Bij e-mail van 28 september 2021 laat [C] weten dat zij nog nadere gegevens nodig heeft waaronder tussentijdse cijfers en
latest estimateover 2021.
2.8
Volgens een door Bouma op 16 december 2021 op verzoek van partijen uitgebrachte indicatieve waardering is de waarde van de aandelen in Engeldot per 1 januari 2022 € 2.427.000. Wat betreft de waarde van de aandelen in Mezutec Drachten zijn twee waarderingen gegeven naar aanleiding van de door [C] opgeworpen vraag of de omzetten over 2022 en 2023 niet te hoog waren ingeschat. Bij een hoge inschatting van die jaaromzetten zijn de aandelen per 1 januari 2022 te waarderen op € 1.322.000 en bij een lage inschatting op € 1.252.000, aldus Bouma.
2.9
Op 18 februari 2022 heeft [B] , onder verwijzing naar de in september 2021 gemaakte afspraken haar aandelen in Mezutec Groep aangeboden aan [A] overeenkomstig de blokkeringsregeling in de statuten. [B] heeft voorgesteld de termijn om te reflecteren te verlengen tot 1 maart 2022, in de veronderstelling dat de jaarcijfers van alle vennootschappen van de Mezutec-groep dan gereed zullen zijn.
2.1
[A] heeft daarop gereageerd bij e-mail van 23 februari 2022 en gemeld dat zij bezig is de financieringsmogelijkheden voor de koop van de aandelen te onderzoeken, dat het aanleveren van de definitieve jaarrapporten 2021 van alle vennootschappen van de Mezutec-groep tot de voorwaarden van een kredietaanvraag behoort, dat zij er werk van maakt deze jaarcijfers zo snel mogelijk afgerond te krijgen, maar dat dit zorgvuldig dient te gebeuren en dat zij daarbij mede afhankelijk is van anderen, zodat niet eenzijdig een einddatum kan worden bepaald. Volgens [A] is de door [B] genoemde termijn tot 1 maart 2022 onredelijk kort.
2.11
De door [B] in de arm genomen adviseur BANKK B.V. heeft namens haar op 8 april 2022 aan [A] een voorstel gedaan voor een tijdsplanning voor het verdere traject van verkoop van de aandelen die [B] in Mezutec Groep houdt. [A] heeft daarop gereageerd bij brief van 13 april 2022, waarin staat dat zij met de voorgestelde tijdslijn grotendeels akkoord is, “
(…) met dien verstande dat het uiteindelijke verkoopbedrag en vorm van overname, grotendeels afhankelijk zal zijn van de financieringsmogelijkheden en gestelde voorwaarden door de toekomstige financiële partner”.
2.12
[A] heeft bij brief van 20 juni 2022 aangeboden om de aandelen van [B] in Mezutec Groep over te nemen voor € 450.000. [A] heeft daarbij toegelicht – kort gezegd – dat vanwege allerlei ontwikkelingen in de wereld die tot een onzekere toekomstverwachting hebben geleid, volgens haar niet langer aansluiting kan worden gezocht bij de indicatieve waardering van Bouma (zie 2.8) en erop gewezen dat voor haar een groot risico verbonden is aan de financiering van de overnameprijs.
2.13
BANKK B.V. heeft op 4 juli 2022 aan [A] geschreven dat [B] niet akkoord gaat met het aanbod van [A] , omdat dit zou stoelen op de niet realistische redenering dat “
de betaalbaarheid van de financiering aan de bank (…) hierin leidend is”, terwijl het bedrag substantieel afwijkt van de indicatieve waardering. Zij schrijft verder: “
Zelf komen we op basis van de juiste uitgangspunten uit op een waardering van € 2.400.000 voor 100% van de aandelen in[Mezutec Groep]
per 31-12-2022. Dit betekent dat 50% van de aandelen van[ [B] ]
voor € 1.200.000 kan worden overgenomen (…)”.
2.14
Partijen hebben A. van Nijkerk (hierna: Van Nijkerk) van VuurKracht verzocht te bemiddelen en te adviseren bij het verkoopproces. Op 12 oktober 2022 heeft Van Nijkerk aan [C] en [D] een advies uitgebracht waarin wordt geconcludeerd dat een verkoop van de gehele onderneming op dit moment niet mogelijk is. Van Nijkerk adviseert daarom als beste scenario de optie van een ontvlechting van de Mezutec-groep, die een splitsing daarvan inhoudt, waarbij ook [E] (HTH) is betrokken. Op 23 december 2022 heeft Van Nijkerk zijn opdracht aan [C] en [D] teruggegeven, omdat gemaakte afspraken om tot een constructieve oplossing te komen, stelselmatig zouden worden veronachtzaamd.
2.15
Bij brief van 9 februari 2023 heeft de advocaat van [B] bij [A] erop aangedrongen zich in te spannen om op korte termijn te komen tot bindende afspraken die tot beëindiging van de samenwerking tussen partijen zouden moeten leiden, waarbij een objectieve en bindende waardering van de verschillende ondernemingen het uitgangspunt dient te zijn. In reactie daarop heeft de advocaat van [A] bij brief van 13 februari 2023 aan [B] voorgesteld dat [D] zich in het belang van de Mezutec-groep per direct ziekmeldt en dat [B] terugtreedt als bestuurder van Mezutec Groep. [B] is daartoe niet overgegaan.

3.De gronden van de beslissing

3.1
[A] heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Mezutec Groep en dat de toestand van de vennootschap nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft [A] – samengevat – naar voren gebracht dat [D] al langere tijd ziek is, waardoor hij in feite slechts circa twee uren per dag werkt voor Mezutec Groep, terwijl [C] alle zeilen moet bijzetten om de ondernemingen van Mezutec Groep draaiende te houden. Het is [B/D] die kenbaar heeft gemaakt te willen uittreden bij Mezutec Groep; hierdoor is de focus van [B/D] verschoven van het belang van Mezutec Groep naar zijn eigen belang bij een zo hoog mogelijk opbrengst van de aandelen. Het wil [C] en [D] al geruime tijd maar niet lukken om tot overeenstemming te komen over overname door [A] van de aandelen die [B] in Mezutec Groep houdt. Ondertussen zijn er zijn grote verschillen van inzicht tussen [C] en [D] ontstaan over de bedrijfsvoering en deze worden alleen maar groter, wat tot onderlinge frustraties heeft geleid; van constructieve communicatie en samenwerking is geen sprake meer. Enkele verkopers van het verkoopteam waaraan [D] leiding geeft, zijn bij Mezutec Groep vertrokken als gevolg van onvoldoende communiceren en leiding geven door [D] . [D] heeft herhaaldelijk opdrachten gegeven die afwijken van door [C] gegeven opdrachten, waardoor medewerkers zich gedwongen voelen daartussen te kiezen, wat niet in het belang van Mezutec Groep is. In de algemene vergadering van Mezutec Groep, waarin [A] en [B] elk 50% van de aandelen houden, is sprake van een complete patstelling, waardoor besluitvorming illusoir is. Dit leidt ertoe dat de continuïteit van de onderneming van Mezutec Groep en die van de met haar verbonden vennootschappen wordt bedreigd, aldus [A] .
3.2
[B] heeft onderschreven dat er tussen [C] en [D] de laatste tijd regelmatig sprake is van discussies, frustraties en een gebrekkige communicatie, waardoor hun samenwerking negatief wordt beïnvloed. De oorzaak hiervan ligt echter niet bij [B/D] . Weliswaar is [D] in de afgelopen jaren niet fulltime werkzaam geweest door zijn gezondheidsproblemen, maar een belangrijk deel van de verkopen is nog steeds (mede) dankzij hem gerealiseerd en hij is het verkoopteam altijd blijven ondersteunen; het vertrek van de verkopers staat los van zijn functioneren. Van het herhaaldelijk verstrekken van tegenstrijdige opdrachten aan medewerkers is geen sprake. Door op onjuiste en door haar zelf gecreëerde gronden te verzoeken om een onderzoek en het treffen van onmiddellijke voorzieningen, maakt [A] misbruik van enquêtebevoegdheid. Het is [C] die tekortschiet door onvoldoende overleg te voeren met [D] over het aannemen van personeel of het (vervroegd) beëindigen van dienstverbanden en door te weinig informatie te verschaffen. Mede door de lange duur van het traject om tot ontvlechting te komen van de samenwerking met [C] en door haar opstelling in dit proces, is de relatie tussen haar en [D] ernstig verstoord geraakt. Het door [A] geboden bedrag voor de aandelen in Mezutec Groep (zie 2.12) is te laag, gelet op de objectieve waarde daarvan volgens Bouma (zie 2.8) en [A] weigert afspraken te maken over een ontvlechting van de Mezutec-groep. Er is weinig onderling vertrouwen meer tussen [C] en [D] en er is steeds vaker sprake van irritaties, waardoor vruchtbaar en constructief overleg niet langer mogelijk is en er op bestuurs- en aandeelhoudersniveau een impasse bestaat. Het personeel merkt deze spanning en komt hierdoor soms in lastige situaties of discussies terecht; voortzetting van de samenwerking zal (uiteindelijk) schadelijk zijn voor de Mezutec-groep. Het lukt partijen maar niet om tot een oplossing voor hun duurzaam ontwrichte samenwerking te komen, waardoor de impasse blijft voortduren. Volgens [B] is hierdoor sprake van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Mezutec Groep en verkeert de vennootschap in een toestand die nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen.
3.3
De Ondernemingskamer overweegt dat vast staat dat partijen tot een ontvlechting van hun aandelenbelangen willen komen en dat zij daar niet in slagen. Dit heeft tot spanningen tussen de beide bestuurders en aandeelhouders geleid. Beide partijen betogen dat als gevolg daarvan sprake zou zijn van een impasse in de besluitvorming in het bestuur en de algemene vergadering en verwijten de ander daarvan de oorzaak te zijn. De Ondernemingskamer is evenwel van oordeel dat uit hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, niet blijkt dat de besluitvorming binnen het bestuur of de algemene vergadering van Mezutec Groep daadwerkelijk verlamd is geraakt, noch dat dit een negatieve uitwerking heeft op Mezutec Groep en de door haar gedreven onderneming.
3.4
Juist is dat het opmaken van de jaarrekening 2021 van Mezutec Groep veel tijd in beslag heeft genomen – en (al) langer heeft geduurd dan de termijn die de wet daarvoor stelt – maar kennelijk is het bestuur er uiteindelijk toch in geslaagd een jaarrekening op te maken. [A] heeft ter zitting onweersproken gesteld dat de jaarrekening nu ter vaststelling aan de algemene vergadering is voorgelegd. Dat de aandeelhouders het over de vaststelling daarvan vervolgens niet eens zouden zijn is niet gesteld. Volgens [B] zijn er op financieel vlak discussies over onttrekkingen door [A] (kosten van de reparatie van een auto, een vakantie en de hoogte van de kilometervergoeding) waarover partijen geen overeenstemming kunnen bereiken, maar blijkbaar hebben die discussies niet in de weg gestaan aan de totstandkoming van de jaarrekening 2021 van Mezutec Groep terwijl evenmin gebleken is dat sprake is van een voor de jaarrekening materieel relevant verschil van inzicht.
3.5
Partijen hebben ook overigens niet concreet gesteld dat er in het bestuur of de aandeelhoudersvergadering op dit moment belangrijke besluiten voorliggen die niet genomen kunnen worden. Dat de continuïteit van de onderneming op het spel zou staan wordt weliswaar gesteld, maar op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. De dagelijkse gang van zaken binnen de ondernemingen wordt niet wezenlijk belemmerd door de spanningen tussen partijen. [C] heeft de facto de dagelijkse leiding en [D] draagt bij voor zover zijn gezondheidstoestand dat toelaat. [C] wijst er nog op dat [B] ondanks dat [D] als gevolg van zijn zwakke gezondheid minder werkt nog steeds de managementfee ontvangt, maar verbindt daar verder geen gevolgtrekkingen aan. Het klopt dat in korte tijd een aantal verkopers bij Mezutec Drachten is vertrokken. Uit verklaringen van de desbetreffende medewerkers blijkt echter dat dit niet ligt aan de gang van zaken bij Mezutec Drachten, maar dat zij elders een betere betrekking met meer groeimogelijkheden kunnen krijgen. Andere door partijen genoemde kwesties betreffen de aansturing van de verkopers binnen de onderneming van Mezutec Drachten, de huisvesting van de onderneming van Engeldot en het (mede) bepalen van de managementbeloning op het niveau van Enjatec. Geen van deze onderwerpen ligt echter op het niveau van Mezutec Groep, terwijl het door partijen verzochte onderzoek naar het beleid en de gang van zaken en de door hen verzochte onmiddellijke voorzieningen slechts op deze vennootschap zien.
3.6
Partijen zijn het er over eens dat de communicatie tussen hen tekortschiet en dat zij niet goed meer met elkaar kunnen overleggen. De oorzaak daarvan is hun onvermogen om tot een door beiden gewenste ontvlechting te komen. Dat is uiteindelijk de kern van deze zaak. Partijen hebben in hun verzoekschriften en ter zitting uitgebreid besproken en toegelicht waarom zij er al jaren niet in slagen om tot een ontvlechting te komen. Kort gezegd is [D] niet bereid zijn aandelen te verkopen voor de prijs die [C] bereid en in staat is daarvoor te betalen, terwijl [C] niet bereid haar aandelen aan [D] te verkopen en weigert in te stemmen met een splitsing van de ondernemingen of een verkoop van de aandelen in Enjatec aan HTH. Het gelasten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Mezutec Groep gaat daar geen verandering in brengen en dat geldt in de gegeven omstandigheden ook voor de gevraagde voorzieningen. Daarbij speelt een belangrijke rol dat partijen in overleg met diverse adviseurs inmiddels alle mogelijke opties al in kaart hebben gebracht en dat, zoals ook ter zitting nog eens uitdrukkelijk is bevestigd, de slotsom is dat [A] niet in staat is de benodigde financiering te verkrijgen om de door [B] redelijk geachte prijs voor haar aandelen te kunnen betalen en dat [C] weigert in te stemmen met een splitsing van de Mezutec-groep.
3.7
De slotsom is dan ook dat zelfs indien al zou worden aangenomen dat de tussen partijen bestaande spanningen en het gebrek aan overleg en communicatie op zichzelf een gegronde reden oplevert om te twijfelen aan juist beleid en een juiste gang van zaken van Mezutec Groep, niet aannemelijk is dat het gelasten van een onderzoek – waar partijen ook niet op zitten te wachten – en het treffen van de gevraagde onmiddellijke voorzieningen daadwerkelijk zal kunnen bijdragen aan het oplossen van de bestaande problemen. Bij die stand van zaken moet het belang van de vennootschap om verschoond te blijven van de daarmee gemoeide kosten zwaarder wegen. De verzoeken zullen daarom worden afgewezen.
3.8
De Ondernemingskamer ziet ten slotte aanleiding te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst de verzoeken van [A] en van [B] af;
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.M.J. Peters en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2023.