In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1981, was beschuldigd van mishandeling van zijn levensgezel op 1 oktober 2021 te Haarlem. De politierechter had eerder een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een taakstraf van 60 uren opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 13 juni 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw gehoord. De verdediging stelde dat de verklaring van de aangeefster ongeloofwaardig was, maar het hof oordeelde dat de aangifte en ondersteunende bewijsmiddelen, zoals letselfoto's, de verklaring van de verdachte weerlegden. Het hof achtte de verklaring van de verdachte dat het letsel was veroorzaakt door heftige seks ongeloofwaardig. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een taakstraf van 60 uren, met een proeftijd van twee jaar. Het hof benadrukte de ernst van huiselijk geweld en de impact op de geestelijke en lichamelijke integriteit van de aangeefster. De strafoplegging is bedoeld om herhaling van dergelijke feiten te voorkomen.