ECLI:NL:GHAMS:2023:1512

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
23-003184-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor belediging, bedreiging en wederspannigheid met taakstraf en schadevergoeding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1996, was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder belediging en bedreiging van politieambtenaren, en wederspannigheid. De tenlastelegging omvatte ernstige beledigingen aan het adres van verschillende verbalisanten, bedreigingen met geweld, en verzet tegen de rechtmatige uitoefening van hun functie. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting en de vordering van de advocaat-generaal. De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten, wat het hof als ernstig heeft aangemerkt. De verdachte heeft echter ook positieve stappen gezet in zijn leven, waaronder deelname aan een ambulante behandeling en het stoppen met alcohol en drugs. Het hof heeft besloten om in plaats van een gevangenisstraf een taakstraf op te leggen van 50 uren, ter vervanging van 25 dagen hechtenis. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 400,00 toegewezen, met de verplichting tot betaling van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde is gekwalificeerd en de verdachte strafbaar is verklaard.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003184-21
datum uitspraak: 13 juni 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 november 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-214375-21 (zaak A) en 15-231609-21 (zaak B) en 15-279747-21 (zaak C) en 15-291605-21 (zaak D) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 juni 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak A:1.
hij, op of omstreeks 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad opzettelijk een of meer ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland en/of [verbalisant 2] , hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling en/of door feitelijkheden heeft beledigd door
- die [verbalisant 1] (meermalen) de woorden toe te voegen: "jij bent echt een kankerhoer. Ik ga je echt hard neuken en je moeder ook. Je gaat mijn ballen likken. Ik ga je zwanger prikken. Ik ga je verkrachten.", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
- die [verbalisant 2] (meermalen) de woorden toe te voegen: "Nikker en/of zwarte en/of kankerneger", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of door in de richting van die [verbalisant 2] te spugen;
2.
hij, op of omstreeks 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad [verbalisant 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door tegen die [verbalisant 2] (dreigend) te zeggen dat hij, verdachte, die [verbalisant 2] ging doodmaken en/of dat hij, verdachte die [verbalisant 2] persoonlijk op zou zoeken en hem dan zou doodmaken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij, op of omstreeks 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, [verbalisant 1] (hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland) en/of [verbalisant 2] (hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van de verdachte door
- zich los te rukken en/of trekken - in de richting van de verbalisanten, in ieder geval in de richting van die [verbalisant 2] , te spugen en/of
- in de richting van de verbalisanten te schoppen en/of trappen;
Zaak B:1.
hij op of omstreeks 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 3] , politieambtenaar van Politie Noord-Holland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: stelletje kankerlijers, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een (zogenaamd) coronascherm, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan winkelbedrijf [winkel] , lokatie [adres 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk [adres 2] , politieambtenaar bij Regiopolitie Noord-Holland, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: kankerleijers, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak C:
1.
hij in of omstreeks 16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, [verbalisant 4] hoofdagent van politie Noord-Holland Noord in uniform gekleed en belast met assistentie dienst heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die invullen1 dreigend de woorden toe te voegen "Kankerhond, en ik ga je dood maken, ik heb je hoofd onthouden” en/of “Jij die nu mijn hoofd vast houd, als ik jou in privé tijd zie in privé kleding maak ik je dood ouwe, als jij een zoon of dochter heb en een vrouw”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, zich heeft verzet tegen meerdere althans een ambtena(a)ar(en), te weten:
- [verbalisant 5] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 4] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 6] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met assistentie surveillance en/of
- [verbalisant 7] , .hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 8] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, werkzaam bij Basisteam Recherche Hoorn, belast met het onderzoek voorzien van procesnummer 2021216027 en/of
werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar/zijn en/of hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte door
- in tegengestelde richting te bewegen dan waar de verbalisanten hem heen wilde brengen,
- zijn benen en/of lijf schrap te zetten en/of niet mee te bewegen terwijl hij vooruit werd bewogen en/of met zijn benen tegen een kozijn en/of trap te plaatsen en/of
- zich los proberen te trekken en/of
- tijdens de overbrenging naar het dienstvoertuig diverse malen te schoppen;
3.
Hij op of omstreeks 16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, opzettelijk meerdere althans een ambtena(a)ar(en), te weten
- [verbalisant 5] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 4] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 6] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met assistentie surveillance en/of
- [verbalisant 7] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance en/of
- [verbalisant 8] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, werkzaam bij Basisteam Recherche Hoorn, belast met het onderzoek voorzien van procesnummer 2021216027 en/of
in zijn/haar/ hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: “Wat moeten jullie, kankerjood, rot op ik neuk al jullie moeders" en/of “kankerjoden” en/of “kankermoeder, jij met je kankerhoofd ,ik ga niet met jou in verhoor, uit de kamer, kankerlijers, je moeder de kanker, hoerenkind”, en/of “Oprotten Kankerlijers”, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak D:1.
hij op of omstreeks 27 oktober 2021 te Heerhugowaard, in elk geval in Nederland, een telefoon (merk: Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 27 oktober 2021 te Hoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde] , hoofdagent bij de Eenheid Noord-Holland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling en/of door feitelijkheden heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: "jullie stelletje kankerlijders" en/of "kankerhomo's" en/of "kankerflikkers" en/of "ik neuk je moeder", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking
en/of door in de richting van het gezicht, althans het hoofd, van voornoemde [benadeelde] te spugen (waarbij speekel op het gezicht, althans het hoofd, van die [benadeelde] terecht is gekomen), althans door een gebaar van gelijke beledigende aard en/of strekking te maken;
3.
hij op of omstreeks 27 oktober 2021 te Hoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 9] , aspirant bij de Eenheid Noord-Holland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "jullie stelletje kankerlijders" en/of "kankerhomo's" en/of "kankerflikkers" en/of "ik neuk je moeder", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaken A, B, C en D tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak A:1.
hij op 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad, opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland, en [verbalisant 2] , hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling en door feitelijkheden heeft beledigd door
- die [verbalisant 1] de woorden toe te voegen: "jij bent echt een kankerhoer. Ik ga je echt hard neuken en je moeder ook. Je gaat mijn ballen likken. Ik ga je zwanger prikken. Ik ga je verkrachten.", en
- die [verbalisant 2] (meermalen) de woorden toe te voegen: "Nikker” en “zwarte” en “kankerneger” en door in de richting van die [verbalisant 2] te spugen;
2.
hij op 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad, [verbalisant 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door tegen die [verbalisant 2] (dreigend) te zeggen dat hij, verdachte, die [verbalisant 2] ging doodmaken en dat hij die [verbalisant 2] persoonlijk op zou zoeken en hem dan zou doodmaken;
3.
hij op 9 augustus 2021 te Zaandam, gemeente Zaanstad, zich met geweld en bedreiging met geweld heeft verzet tegen ambtenaren, [verbalisant 1] (hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland) en [verbalisant 2] (hoofdagent bij politie eenheid Noord-Holland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten ter aanhouding van de verdachte door
- in de richting van de verbalisanten, in ieder geval in de richting van die [verbalisant 2] , te spugen en
- in de richting van de verbalisanten te schoppen;
Zaak B:1.
hij op 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 3] , politieambtenaar van Politie Noord-Holland, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: “stelletje kankerlijers”;
2.
hij op 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk en wederrechtelijk een (zogenaamd) coronascherm dat aan winkelbedrijf [winkel] , lokatie [adres 2] , toebehoorde heeft vernield;
3.
hij op 29 augustus 2021 te Hoorn opzettelijk [adres 2] , politieambtenaar bij Regiopolitie Noord-Holland, in zijn tegenwoordigheid mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: “kankerleijers”;
Zaak C:1.
hij
op16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, [verbalisant 4] , hoofdagent van politie Noord-Holland in uniform gekleed en belast met assistentie dienst, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door
hemdreigend de woorden toe te voegen: "Kankerhond, en ik ga je dood maken, ik heb je hoofd onthouden” en “Jij die nu mijn hoofd vast houd, als ik jou in privé tijd zie in privé kleding maak ik je dood ouwe”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op 16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, zich heeft verzet tegen ambtenaren, te weten:
- [verbalisant 5] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en belast met noodhulp surveillance en
- [verbalisant 4] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en
- [verbalisant 6] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en belast met assistentie surveillance en
- [verbalisant 7] , Politie Noord-Holland Noord, in uniform en belast met noodhulp surveillance
werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten de aanhouding van verdachte door
- in tegengestelde richting te bewegen dan waar de verbalisanten hem heen wilde brengen,
- zijn lijf schrap te zetten en niet mee te bewegen terwijl hij vooruit werd bewogen en zijn benen tegen een kozijn en trap te plaatsen en
- zich los proberen te trekken;
3.
hij op 16 oktober 2021 te Hoorn, gemeente Hoorn, opzettelijk ambtenaren in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, te weten door
- [verbalisant 5] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en belast met noodhulp surveillance en
- [verbalisant 4] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en
- [verbalisant 6] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland, in uniform en belast met assistentie surveillance en
- [verbalisant 7] , Politie Noord-Holland, in uniform en belast met noodhulp surveillance en
de woorden toe te voegen: "Wat moeten jullie, kankerjood, rot op ik neuk al jullie moeders" en/of “kankerjoden” en door
- [verbalisant 8] , hoofdagent bij Politie Noord-Holland Noord, werkzaam bij Basisteam Recherche Hoorn, de woorden toe te voegen: “kankermoeder, jij met je kankerhoofd, ik ga niet met jou in verhoor, uit de kamer, kankerlijers, je moeder de kanker, hoerenkind”;
Zaak D:1.
hij op 27 oktober 2021 te Heerhugowaard een telefoon (merk: Iphone), die aan [slachtoffer] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om zich
dezewederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 27 oktober 2021 te Hoorn opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde] , hoofdagent bij de Eenheid Noord-Holland, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling en door feitelijkheden heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: "jullie stelletje kankerlijders" en "kankerhomo's" en "kankerflikkers" en "ik neuk je moeder", en door in de richting van het gezicht van voornoemde [benadeelde] te spugen (waarbij speeksel op het gezicht van die [benadeelde] terecht is gekomen);
3.
hij op 27 oktober 2021 te Hoorn opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 9] , aspirant bij de Eenheid Noord-Holland, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "jullie stelletje kankerlijders" en "kankerhomo's" en "kankerflikkers" en "ik neuk je moeder".
Hetgeen in deze zaken meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaken A, B, C en D bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in zaak A onder 1, zaak B onder 1 en zaak D onder 2 en 3 bewezenverklaarde levert telkens op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het in zaak A onder 2 en in zaak C onder 1 bewezenverklaarde levert telkens op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in zaak A onder 3 en in zaak C onder 2 bewezenverklaarde levert telkens op:
wederspannigheid.
Het in zaak B onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Het in zaak B onder 3 en zaak C onder 3 bewezenverklaarde levert telkens op:
eenvoudige belediging.
Het in zaak D onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het in de zaken A, B, C en D bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg ten aanzien van het in zaak A onder 1 tot en met 3, zaak B onder 1 tot en met 3, zaak C onder 1 tot en met 3 en zaak D onder 1 tot en met 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor die feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 dagen (gelijk aan de tijd in voorlopige hechtenis doorgebracht) en daarnaast tot het verrichten van een werkstaf voor de duur van 50 uren, te vervangen door 25 dagen hechtenis.
De raadsman van de verdachte heeft verzocht een lagere werkstraf op te leggen dan gevorderd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten. Het gaat om vernieling en diefstal, om tegen politieambtenaren gerichte bedreigingen, beledigingen en om, wederspannigheid. Dergelijk gedrag is ernstig: het getuigt van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag, het bemoeilijkt het werk van de politie. Ook is de lichamelijke integriteit van politieambtenaren door de verdachte aangetast. Daar komen de hinderlijke vernieling en diefstal nog bij.
De ernst van de feiten rechtvaardigt in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van enkele weken. Het hof houdt bij het bepalen van de straf rekening met het feit dat de verdachte onlangs een langdurige straf in een andere zaak is opgelegd, zodat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Belangrijk nog vindt het hof het gegeven dat de verdachte zijn leven een positieve wending heeft gegeven. De verdachte is vrijwillig gaan meewerken aan een ambulante behandeling en is bovendien vrijwillig gestopt met het gebruiken van alcohol en drugs. Uit het voortgangsverslag van de reclassering van 12 juni 2023 is gebleken dat de verdachte nu begeleid woont in het trainingshuis van [instelling]. Zodra de juiste diagnose is gesteld, kan de verdachte worden aangemeld voor een begeleide woonvorm in de regio [regio], dichtbij zijn familie. Het hof acht het in het belang van de verdachte en de samenleving dat deze positieve ontwikkeling niet wordt doorkruist door een gevangenisstraf. Het hof ziet hierin reden om, in plaats van een gevangenisstraf, een taakstraf op te leggen. Die strafvorm kan de verdachte ook helpen om te wennen aan het ritme dat past bij een zinvolle dagbesteding.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 400,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De advocaat-generaal heeft, gelijk aan de beslissing door de rechter in eerste aanleg, gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel wordt toegewezen en dat daarbij de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
De raadsman van de verdachte heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij te matigen, nu de verdediging meent dat in soortgelijke gevallen niet wordt gekomen tot een schadevergoeding van € 400,00.
Uit het dossier is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in zaak zaak D onder 2 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Deze schade is door of namens de verdachte in zoverre betwist, dat de verdediging de vordering van € 400,00 te hoog vindt en het hof verzoekt het schadebedrag te halveren. Het gevorderde bedrag komt het hof echter niet onrechtmatig of ongegrond voor.
Het hof zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 aanhef en onder b. van het Burgerlijk Wetboek naar billijkheid vaststellen op € 400,00. Daarbij is in het bijzonder gelet op:
  • de aard en ernst van de normschending;
  • de aantasting van de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij;
  • de schadevergoeding die in soortgelijke gevallen door rechters pleegt te worden toegekend.
De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 57, 63, 180, 266, 267, 285, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-214375-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-231609-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-279747-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-291605-21 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 15-214375-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-231609-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-279747-21 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 15-291605-21 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-291605-21 onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-291605-21 onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 27 oktober 2021.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, M.L.M. van der Voet en mr. R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Haas, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 juni 2023.