Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Feit 2hij op of omstreeks 8 januari 2016 te Schiphol in de gemeente Haarlemmermeer, al dan niet opzettelijk, als degene die uit hoofde van artikel 3 Verordening (EG) Nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de controle van liquide middelen die de Gemeenschap binnenkomen of verlaten, verplicht was tot het doen van aangifte, deze aangifte niet, onvolledig of onjuist heeft gedaan, immers heeft hij toen aldaar één of meerdere geldbedrag(en), te weten 65.900 Euro en/of 80.000 Australische dollars, althans een som geld met een tegenwaarde groter dan 10.000 Euro, voorhanden gehad en/of
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een bedrag van 1.840 euro.