Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- de definitieve overdracht van het appartement is met drie maanden uitgesteld ivm taxatie en de financiering bij de bank.
- het geld dat nu bij de notaris staat (…) wordt zo spoedig mogelijk op mijn bankrekening gestort, in ieder geval op 31 mei 2022, de datum van de overdracht.
- de nieuwe datum van de definitieve overdracht stellen we op maandag 22 augustus 2022 of zoveel eerder zodra jij de financiering rond hebt. Jij zorgt dat er dan een afspraak staat voor die datum bij de notaris. (…)”.
3.Beoordeling
eerste grief in principaal hoger beroepbetogen [appellanten] dat de voorzieningenrechter voornoemde beoordelingsmaatstaf heeft miskend. Het hof volgt [appellanten] hierin niet. Hoewel de voorzieningenrechter deze maatstaf enigszins verkort heeft weergegeven in rechtsoverweging 4.1. van het bestreden vonnis, blijkt uit rechtsoverwegingen 4.2. tot en met 4.8. dat zij deze wel in acht heeft genomen bij haar beoordeling. De eerste grief van [appellanten] stuit hierop af.
de grieven 7 en 8 in principaal hoger beroepgeen succes hebben.
de derde grief in principaal hoger beroepgeen succes.
De vijfde grief in principaal hoger beroepstuit hierop al af. Of is voldaan aan de formaliteiten voor inroeping van het financieringsvoorbehoud, waarop
de vierde en (deels) vijfde grief in principaal hoger beroepzien, kan bij deze stand van zaken in het midden blijven.
de zesde grief in principaal hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft bij haar beoordeling betrokken dat het boetebeding gebruikelijk is, dat [appellante 2] , als professional, wordt geacht zich bewust te zijn geweest van de risico’s als zij de koopovereenkomst niet zou nakomen en dat aannemelijk is dat [geïntimeerde] door de wanprestatie schade heeft geleden. Toepassing van het boetebeding levert, gelet hierop, geen buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat op, aldus de voorzieningenrechter. Het hof kan zich met dit oordeel verenigen en maakt dit tot het zijne, mede omdat [geïntimeerde] ter zitting nader heeft toegelicht waaruit haar schade grofweg bestaat (de kosten die met deze zaak gemoeid zijn en de waardedaling van de woning) en onvoldoende weersproken heeft gesteld dat deze schade het boetebedrag inmiddels overstijgt. De zesde grief in principaal hoger beroep slaagt dan ook evenmin.
De tiende grief in principaal hoger beroeptreft dus geen doel.
grief 11 in principaal hoger beroepis dus vergeefs voorgesteld.
de twaalfde grief in principaal hoger beroepaf.
dertiende grief in principaal hoger beroep.
De tweede grief in incidenteel hoger beroepheeft dus wel succes.