ECLI:NL:GHAMS:2023:1262

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
200.316.042/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing concurrentiebeding ten behoeve van indiensttreding werknemer bij concurrent van werkgever

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schorsing van een concurrentiebeding. De zaak betreft een werknemer, [geïntimeerde], die in dienst was bij Maverick Derivatives Coöperatief U.A. en die een aanbod heeft gekregen van GSR, een concurrent in de cryptocurrency handel. Maverick heeft in eerste aanleg geprobeerd het concurrentiebeding te handhaven, maar de kantonrechter heeft dit beding geschorst, omdat niet aannemelijk was dat de indiensttreding van [geïntimeerde] bij GSR een reëel gevaar voor concurrentievoordeel zou opleveren. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat Maverick onvoldoende heeft aangetoond dat [geïntimeerde] over specifieke kennis beschikt die GSR zou bevoordelen. Het hof heeft de belangen van [geïntimeerde] zwaarder laten wegen dan die van Maverick, vooral gezien de financiële voordelen die [geïntimeerde] zou behalen bij GSR. De schorsing van het concurrentiebeding is gehandhaafd, en het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Maverick is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.316.042/01 SKG
zaaknummer rechtbank (Amsterdam) : 9944630 KK EXPL 22-364
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 2 mei 2023
inzake
MAVERICK DERIVATIVES COÖPERATIEF U.A.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. M.A. Molster te Amsterdam,
tegen:
[geïntimeerde] ,
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal appel,
appellant in incidenteel appel,
advocaat: mr. J.D.J. Kokje te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen zullen hierna Maverick en [geïntimeerde] worden genoemd.
Maverick is bij dagvaarding van 7 september 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, hierna ‘de kantonrechter’, van 11 augustus 2022, onder bovenvermeld zaaknummer in kort geding gewezen tussen haar als gedaagde en [geïntimeerde] als eiser. De appeldagvaarding bevat de grieven en is voorzien van producties.
[geïntimeerde] heeft vervolgens een memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel ingediend.
Maverick heeft daarna een memorie van antwoord in incidenteel appel tevens houdende akte eisvermindering, met producties, genomen.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Maverick heeft geconcludeerd, kort gezegd en naar het hof begrijpt, dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, primair, [geïntimeerde] zal veroordelen tot staking van zijn werkzaamheden voor GSR en deze gestaakt te houden tot 13 mei 2023, en voorts [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van € 40.000,- als voorschot op de contractuele boete, vermeerderd met € 1.000,- per dag over de periode vanaf 1 september 2022, althans vanaf de datum van het te wijzen arrest, tot de datum dat [geïntimeerde] zijn werkzaamheden voor GSR staakt en deze gestaakt houdt, althans tot 13 mei 2023, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,- per dag, wegens overtreding van het concurrentiebeding over de periode 1 september 2022, althans de datum waarop [geïntimeerde] bij GSR in dienst is getreden, tot de datum waarop [geïntimeerde] zijn werkzaamheden voor GSR staakt en gestaakt houdt, althans tot 13 mei 2023. Subsidiair, voor het geval [geïntimeerde] nog niet in dienst is getreden van GSR, vordert Maverick [geïntimeerde] te verbieden gedurende de (resterende) looptijd van het concurrentiebeding in dienst te treden van GSR. Ten slotte vordert Maverick dat het hof [geïntimeerde] zal veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties, met rente en nakosten, en uitvoerbaar bij voorraad.
[geïntimeerde] heeft, kort gezegd, in principaal appel geconcludeerd, primair, tot bekrachtiging van het bestreden vonnis. Subsidiair, voor het geval het hof het bestreden vonnis mocht vernietigen, vordert [geïntimeerde] dat het hof Maverick zal veroordelen haar aanbod tot betaling van de helft van het salaris van [geïntimeerde] , zijnde een bedrag van € 3.215,- bruto per maand, tot aan het einde van het concurrentiebeding op 20 mei 2023, gestand te doen, welk aanbod [geïntimeerde] alsdan zal aanvaarden, en voorts in het geval het hof de vordering van Maverick zal toewijzen, de boete bij overtreding van het concurrentiebeding te matigen tot nihil. In incidenteel appel vordert [geïntimeerde] dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en het gehele concurrentiebeding zal schorsen voor zover dit ziet op GSR en aan GSR gelieerde entiteiten, alles met veroordeling van Maverick in de kosten van beide instanties, met nakosten, en uitvoerbaar bij voorraad.
Maverick heeft, kort gezegd en naar het hof begrijpt, geconcludeerd tot verwerping van het incidentele appel, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in incidenteel appel, met nakosten.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1, 1.1 tot en met 1.9, de feiten genoemd die zij in deze zaak tot uitgangspunt heeft genomen. Over de juistheid van de door de kantonrechter genoemde feiten bestaat geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan, met dien verstande dat bij de beoordeling van het hoger beroep ook enkele andere, hierna te noemen, feiten zullen worden betrokken die tussen partijen niet in geschil zijn. Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) [geïntimeerde] is op 1 september 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van 12 maanden in dienst getreden van Maverick in de functie van Trader Analyst.
(ii) [geïntimeerde] is als Junior Quantitative Trader geplaatst in het US Equity Options team van Maverick.
(iii) In de arbeidsovereenkomst zijn onder meer de volgende bedingen opgenomen:
“(…)

6. RESTRICTIVE COVENANTS

6.1
Reasonableness and Business/Service Interests. The Company is a trading company specialized in trading financial instruments. The Employer performs a unique trading strategy for which it has designed sophisticated IT solutions. The developed software, products, services, work procedures and market have such a unique and innovative character that any form of information about them is subject to a strict confidentiality regime. For the commercial viability and continuation of its business, the Company is largely dependent on the unique software it develops, the methodology applied to the products it trades, and associated services developed by the Company and the position that it consequently holds in the market in which it is active.
6.2
The Parties therefore understand and agree that the covenants in this Article 6 are necessary and essential to protect the Company’s proprietary and confidential business information and compelling commercial business interests; that the area, duration and scope of the covenants in this Article 6 are reasonable and necessary to protect the Company; that they do not unduly oppress or restrict Employee’s ability to earn a livelihood in their chosen profession; that they are not an undue restraint on Employee; that good and valuable consideration exists in the agreed remuneration for Employee’s agreement to be bound by such covenants; and that the Company has a legitimate business purpose in requiring Employee to abide by the covenants set forth in this Article 6.
(…)
6.5.
NON-COMPETITION
6.5.1
Restriction. Throughout Employee’s employment under this Agreement and during 12 months after termination thereof, Employee agrees that without the Company’s prior written approval Employee shall not, in any manner whatsoever, directly, or indirectly, either for Employee’s own account or for the account of third parties, either against or without consideration:
a. perform services or work for;
b. act as an intermediary in whatsoever manner for or on behalf of; and/or
c. hold any financial interest in;
any person, legal entity and/or business, carrying out commercial activities, services and/or financial products, that are identical, similar or in any way in competition with those of the Company and/or any Maverick Derivatives Entity and/or be involved in any activity which is in competition with an activity, service and/or product carried on by the Company and/or any Maverick Derivatives Entity or – demonstrably – scheduled to be carried on by the Company and/or any Maverick Derivatives Entity at the time of termination of the Agreement.
6.5.2
Compelling Business Interests. The Non-Competition clause aims to prevent competitive activities and competing parties from developing identical or similar products and services on the basis of recent, specific, strategic, crucial and / or essential knowledge, skills and commercial insider information that Employee acquired pursuant to the employment with the Company. As a Trading Analyst Employee is trained on the job to specialize in analyzing vast volumes of both publicly available data as well as confidential data gained or developed by the Company with the goal to identify the optimal trading opportunities for Maverick Derivatives’ stakeholders. The training on the job and the proper fulfillment of the job requirements demand that Employee:
-
- is made privy to highly competition sensitive information enabling Employee to efficiently research and analyze information to find optimal trading opportunities for Maverick Derivatives’ stakeholders;
-
- has full access to and understanding of Maverick Derivatives’ trading positioning enabling Employee to monitor and rebalance existing trading positioning;
-
- has full understanding of Maverick Derivatives’ systems and infrastructure elements enabling Employee to secure proper functioning thereof;
-
- is either directly or indirectly involved in the full cycle all matters relating to the Company’s approach to making research-based trades;
-
- receives all-round training and gains exclusive experience in the trader analytic field essential to the Company;
-
- must have a thorough understanding of the trading strategy of the Company;
-
- receives continuous training and development opportunities to become a proficient Trading Analyst in the Maverick Derivatives trading methods and approach.
Maverick Derivatives invests heavily in its employees and in the data analysis and market research as this forms the scientific basis for the way it organizes and executes its core trading business. By nature the analysis and research results are highly competition sensitive as these form the foundation for selecting trading transactions. Maverick Derivatives cannot protect its justified business interests sufficiently without the non-competition clause reflected in this Article 6.5. The nature of the Duties and the fact that the Company operates in a highly competitive and fast-paced market with substantial financial stakes, creates a substantial commercial risk for the Company if Employee would enter the service of or otherwise commit themselves to a competing party or engages in competing activities. Employee recognizes the interests of the Company and accepts the non-competition clause in view of this compelling business and service interest.”
(iv) Op 13 mei 2022 heeft [geïntimeerde] de arbeidsovereenkomst opgezegd.
( v) Op 20 mei 2022 is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd. Artikel 1.4 van de vaststellingsovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Mr [geïntimeerde] agrees that he shall not undertake any activities that are in competition with Maverick Derivatives’ business activities as is set out in Article 6.5. of the Employment Agreement between Mr [geïntimeerde] and Maverick Derivatives Coöperatief U.A. (…) and that he shall not, either directly or indirectly, either for or without pay, accept employment with and/or provide services to a competitor of Maverick until the 20th of May, 2023.”
(vi) Bij e-mail van 25 mei 2022 heeft [geïntimeerde] Maverick laten weten dat hij als Quantitative Trader, Associate bij GSR in [woonplaats] aan de slag zou willen gaan. GSR is een handelsbedrijf dat zich richt op het handelen in cryptocurrency.
(vii) Bij e-mail van 11 juni 2022 heeft Maverick aan [geïntimeerde] laten weten dat het concurrentiebeding daar geen ruimte voor biedt.
(viii) Bij e-mail van 17 juni 2022 heeft [geïntimeerde] aan Maverick geschreven dat hij de vaststellingsovereenkomst buitengerechtelijk vernietigt wegens misbruik van omstandigheden.
(ix) GSR heeft [geïntimeerde] een dienstverband aangeboden met ingang van 1 september 2022 in de functie van Quantitative Trader, Associate. [geïntimeerde] is met ingang van laatstgenoemde datum werkzaam voor GSR.
( x) Een schriftelijke verklaring d.d. 6 september 2022 van V. [naam 2], medeoprichter en directeur van Maverick, luidt als volgt, voor zover van belang:
“The training program at Maverick Derivatives is aimed at creating strong foundations in the basic skills required for a trainee to be a successful options trader irrespective of their existing knowledge. (…) The program is eight-weeks long and is a combination of in-classroom learning and practical training. The first few weeks are focused on covering the theory behind derivative pricing with focus on pricing volatility in American options. (…) We have dedicated sections of the trainee program where I discuss the peculiarity of crypto markets and crypto derivatives pricing, that is very sensitive. [geïntimeerde] was part of those sessions too.
During his employment with Maverick Derivatives [geïntimeerde]:
-
took part in trader training that covered concepts relevant for crypto derivatives
trading that are not well understood by competitors;
-
was conducting research in traditional markets and certain derivatives related to
crypto;
-
had access to chats where crypto trading was discussed continuously and trading
strategies were shared;
-
was sitting few meters away from the crypto team in an open working office
where a mutual cooperation between the US equity options team and the crypto
team takes place on an daily basis.”
(xi) Een schriftelijke verklaring d.d. 6 september 2022 van [naam 1], Chief Technical Officer van Maverick, luidt als volgt, voor zover van belang:
“Als Chief Technical Officer van MD (Maverick Derivatives, hof) ben ik verantwoordelijk voor de gehele IT omgeving, met name op het gebied van beschikbaarheid en veiligheid van de IT infrastructuur binnen MD. In mijn hoedanigheid van CTO heb ik verzoeken voor het verlenen van toegang voor [geïntimeerde] moeten beoordelen en goedkeuren.
In onze IT omgeving worden veel systemen en applicaties gedeeld tussen crypto markten en de traditionele markten. Dit zorgt ervoor dat toegang tot de ene omgeving automatisch toegang geeft tot de andere omgeving. De database is het meest prominente voorbeeld hiervan. Deze database is voor iedereen toegankelijk die zich bezig houdt met de handel. Er is binnen de database geen scheiding tussen de crypto en de traditionele markten. [geïntimeerde] had read-only access tot onze primaire database, waarin bedrijfsgevoelige informatie stond die gerelateerd is aan onze handelsactiviteiten, waaronder ook crypto handel. Zonder deze toegang zou [geïntimeerde] zijn werk niet kunnen uitvoeren. [geïntimeerde] heeft verder toegang gehad tot de source code van onze handelsapplicaties voor crypto en traditionele optiehandel. Gedurende zijn tijd bij Maverick Derivatives heeft [geïntimeerde] wijzigingen aangebracht aan programma’s die gerelateerd zijn aan de crypto en de traditionele optiehandel.”

3.Beoordeling

3.1
[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gevorderd, primair, schorsing van het gehele concurrentiebeding - zoals tussen partijen is overeengekomen in artikel 6.5 van de arbeidsovereenkomst en de verwijzing ernaar in artikel 1.4 van de vaststellingsovereenkomst - met ingang van 1 september 2022, en subsidiair schorsing van dit concurrentiebeding, beperkt tot GSR en aan GSR gelieerde entiteiten met ingang van 1 september 2022, alles met veroordeling van Maverick in de proceskosten.
3.2
Nadat Maverick verweer had gevoerd tegen de vordering, heeft de kantonrechter bij het bestreden vonnis - overeenkomstig de subsidiaire vordering van [geïntimeerde] - het concurrentiebeding tussen partijen geschorst met ingang van 1 september 2022 ten behoeve van de indiensttreding van [geïntimeerde] bij GSR totdat in een bodemprocedure anders wordt beslist, Maverick veroordeeld in de proceskosten, met nakosten, en het meer of anders gevorderde afgewezen. De kantonrechter heeft daartoe, kort samengevat, overwogen dat niet aannemelijk is geworden dat er een reëel gevaar bestaat dat GSR enig concurrentievoordeel zal hebben indien [geïntimeerde] bij haar in dienst treedt, zodat te verwachten valt dat de bodemrechter het concurrentiebeding zal vernietigen.
3.3
Tegen deze beslissing en de daartoe leidende overwegingen komt Maverick in hoger beroep op met vijf grieven. [geïntimeerde] bestrijdt de grieven. In incidenteel appel komt hij met één grief op tegen de afwijzing van zijn primaire vordering strekkende tot schorsing van het gehele concurrentiebeding zonder enige beperking. Maverick bestrijdt de grief in incidenteel appel.
3.4
Met de grieven I tot en IV in principaal appel die zich voor een gezamenlijke behandeling lenen, betoogt Maverick dat de kantonrechter haar belang bij handhaving van het concurrentiebeding heeft miskend. Maverick stelt dat het oordeel van de kantonrechter dat de indiensttreding van [geïntimeerde] bij GSR voor Maverick geen reëel gevaar vormt omdat GSR niet handelt in equity opties zodat GSR niet zal kunnen profiteren van de op dat terrein door [geïntimeerde] bij Maverick opgedane kennis en ervaring, niet juist is. Het maakt volgens Maverick niet uit of GSR handelt in equity opties omdat het reële gevaar erin is gelegen dat [geïntimeerde] alle benodigde kennis en informatie die hij bij Maverick heeft opgedaan rechtstreeks kan aanwenden bij GSR en daarmee GSR een direct concurrentievoordeel verschaft. Daarbij is niet relevant of Maverick aannemelijk heeft gemaakt dat [geïntimeerde] als lid van het Equity options team zelf heeft gehandeld in crypto derivaten omdat de kern van de taken gelegen is in het voorbereidend onderzoeks- en programmeerwerk (grieven I en II). Hetzelfde geldt voor de overweging van de kantonrechter dat Maverick ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat [geïntimeerde] anderszins specifieke kennis zou hebben opgedaan op het gebied van crypto derivaten. De overweging van de kantonrechter dat [geïntimeerde] heeft weersproken dat hij een inhoudelijke training bij Maverick heeft gevolgd over haar handelsstrategie ten aanzien van crypto derivaten is, gelet op de verklaring van [naam 2], bovendien onjuist (grief III). Ten slotte betoogt Maverick dat de kantonrechter de belangenafweging in haar voordeel had moeten laten uitvallen. Maverick ondervindt nadeel van de indiensttreding van [geïntimeerde] bij GSR. Niet alleen een deel van haar bedrijfsdebiet gaat daarmee verloren, maar ook komt dit terecht bij een directe concurrent van Maverick. De financiële vooruitgang die [geïntimeerde] stelt te hebben met zijn overstap naar GSR, rechtvaardigt geen schorsing van het concurrentiebeding (grief IV).
3.5
Centraal in de onderhavige kort geding procedure staat de vraag of het aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat het [geïntimeerde] is toegestaan om voor GSR te werken, dan wel het concurrentiebeding waarop Maverick zich beroept, in een bodemprocedure zal vernietigen of matigen, zodat het gerechtvaardigd is om, zonder verdere bewijslevering waarvoor in het algemeen in een procedure als deze geen plaats is, daarop vooruit te lopen door het treffen van een voorlopige voorziening als door [geïntimeerde] is gevorderd. Uit de aard van de vordering volgt dat ook in hoger beroep hierbij spoedeisendheid is geboden.
3.6
Het hof stelt voorop dat een concurrentiebeding bedoeld is om het bedrijfsdebiet van de werkgever - de opgebouwde knowhow en goodwill - te beschermen. Het gaat daarbij onder meer om het beschermen van bedrijfsgeheimen en andere concurrentiegevoelige informatie. Het beding is niet bedoeld om werknemers te binden. Dat een werknemer bij zijn vertrek kennis en ervaring die is opgedaan bij zijn werkgever ‘meeneemt’ is inherent aan zijn vertrek. Dat de nieuwe werkgever profijt heeft van de kennis en ervaring van de werknemer is inherent aan het in dienst nemen van een werknemer met kennis en ervaring. Het concurrentiebeding biedt geen bescherming tegen het vertrek van een ervaren werknemer en tegen de indiensttreding van die werknemer bij een concurrent van de oude werkgever, maar alleen tegen de aantasting van het bedrijfsdebiet door zo’n overstap. De enkele omstandigheid dat een werknemer vertrekt naar een concurrent betekent nog niet dat een werkgever (rechtstreeks) in zijn debiet is aangetast. Van zo’n aantasting zal eerst sprake zijn wanneer de betrokken werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van unieke werkprocessen en strategieën en hij deze kennis ten behoeve van zijn nieuwe werkgever kan gebruiken, waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de oude werkgever in het voordeel is.
3.7
Tegen de achtergrond van het voorgaande heeft Maverick onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij door de overstap van [geïntimeerde] naar GSR in haar bedrijfsdebiet wordt aangetast. Daartoe is het volgende redengevend. Maverick heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat [geïntimeerde] beschikt over een dusdanige kennis van specifieke werkprocessen dan wel concurrentiegevoelige informatie waarmee GSR haar voordeel kan doen. Het staat weliswaar buiten kijf dat GSR - een concurrent in de handel in financiële producten - evenals Maverick handelt in cryptocurrency opties en dat [geïntimeerde] bij GSR werkzaamheden verricht op het gebied van cryptocurrency, maar tussen partijen is niet in geschil dat [geïntimeerde] bij Maverick uitsluitend werkzaam is geweest als Trader Analyst in het Equity Options team en niet actief is geweest in het Crypto Derivatives team van Maverick. Evenmin is gebleken dat [geïntimeerde] kennis heeft gehad van handelsstrategieën specifiek gericht op de handel in cryptocurrency opties. De enkele stelling van Maverick dat al haar ‘traders’ op de werkvloer dicht bij elkaar werken en dat zij zo nu en dan iets van elkaar opvangen, is te algemeen van aard, althans onvoldoende onderbouwd en nader uitgewerkt, zodat die niet tot een ander oordeel leidt. Ook uit de schriftelijke verklaringen van [naam 2] en [naam 1], hiervoor weergegeven onder 2 sub (x) en (xi), volgt naar het voorlopig oordeel van het hof in onvoldoende mate dat [geïntimeerde] dusdanige kennis en ervaring heeft opgedaan op het gebied van de handel in cryptocurrency opties dat hij Maverick zou kunnen benadelen door voor GSR werkzaamheden te verrichten op het gebied van de handel in cryptocurrency opties. [naam 1] verklaart weliswaar dat [geïntimeerde] toegang had tot bepaalde gegevens maar - nog daargelaten dat [geïntimeerde] de inhoud van deze verklaring gemotiveerd heeft weersproken en binnen het kader van dit kort geding geen ruimte bestaat voor een nader onderzoek naar de feiten - volgt daar niet uit dat [geïntimeerde] handelsstrategieën heeft ontwikkeld of programmeercodes heeft geschreven voor cryptoderivaten of dat hij thans over dusdanige specifieke kennis beschikt op het gebied van cryptoderivaten dat hij daarmee Maverick zou kunnen benadelen. Met betrekking tot de verklaring van [naam 2] dat [geïntimeerde] privétrainingen heeft gekregen overweegt het hof dat [geïntimeerde] ook die verklaring gemotiveerd heeft weersproken alsmede dat onvoldoende duidelijk is geworden dat die trainingen specifiek gericht waren op het handelen in cryptoderivaten. Voor zover daarbij basisregels over het handelen in cryptoderivaten aan de orde zijn geweest, acht het hof dit voorshands onvoldoende om te spreken van specifieke kennis en informatie die schade kan toebrengen aan Maverick wanneer [geïntimeerde] die kennis en informatie zou gebruiken bij GSR. Van belang is voorts dat [geïntimeerde] relatief kort - minder dan negen maanden - in dienst is geweest van Maverick en dat hij eerst na ongeveer vier maanden is gestart met zijn werkzaamheden als trader in equity opties. Tegenover de stelling van [geïntimeerde] dat zijn bij Maverick opgedane kennis en ervaring er hooguit uit bestaat dat hij weet hoe het is om te handelen in equity opties, heeft Maverick onvoldoende aannemelijk gemaakt dat die kennis en ervaring één op één toegepast kunnen worden op de handel in cryptocurrency opties en dat daarin een gerechtvaardigd belang is gelegen voor Maverick bij bescherming van haar bedrijfsdebiet. Aldus valt niet in te zien dat [geïntimeerde] met zijn bij Maverick opgedane kennis en ervaring GSR - die uitsluitend handelt in cryptocurrency opties - een voordeel oplevert als hiervoor onder 3.6 bedoeld. Maverick heeft bovendien onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit concrete benadeling volgt. Het betoog van Maverick dat de benadeling erin is gelegen dat [geïntimeerde] bij Maverick zich heeft beziggehouden met onderzoek ten behoeve van de handel in opties en dat GSR van die kennis kan profiteren, wordt verworpen aangezien niet is gebleken dat [geïntimeerde] zich heeft beziggehouden met onderzoek ten behoeve van de handel in cryptocurrency opties. Wat betreft de belangen van [geïntimeerde] overweegt het hof dat hij een duidelijk belang heeft vrij te zijn in de keuze van een opvolgend dienstverband en dat [geïntimeerde] onweersproken heeft aangevoerd dat hij bij GSR zijn financiële positie aanzienlijk kan verbeteren en bij indiensttreding een tekenbonus ontvangt van € 35.000,-.
3.8
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat na afweging van de wederzijdse belangen het hof voorshands van oordeel is dat het belang van [geïntimeerde] om van de werking van het concurrentiebeding ontheven te worden, zwaarder weegt dan het belang van Maverick bij handhaving daarvan, en dat [geïntimeerde] door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Dit betekent dat het hof met de kantonrechter voorlopig van oordeel is dat aannemelijk is dat de bodemrechter aan het concurrentiebeding haar werking zal ontnemen. De door de kantonrechter uitgesproken schorsing van het concurrentiebeding zal derhalve worden gehandhaafd en de door Maverick gevorderde voorziening is in hoger beroep niet toewijsbaar. De grieven I tot en met IV in principaal appel falen derhalve. Dit brengt tevens met zich dat ook grief V in principaal appel die gericht is tegen de door de kantonrechter uitgesproken proceskostenveroordeling, faalt. Immers, niet kan worden gezegd dat de kantonrechter Maverick ten onrechte in het ongelijk heeft gesteld.
3.9
Gelet op deze uitkomst heeft [geïntimeerde] geen belang bij het incidentele appel, zodat bespreking daarvan achterwege kan blijven.
3.1
De slotsom is dat de grieven in principaal appel falen en dat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Maverick zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in principaal appel.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt Maverick in de kosten van het geding in principaal appel, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op 343,- aan verschotten en € 2.366,- voor salaris van de advocaat;
verklaart dit arrest ten aanzien van bovenstaande kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.L.D. Akkaya, F.J. van de Poel en S. Tamboer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023.