Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
“(…) Ik heb vastgesteld dat u uw eigen werk niet meer kunt doen: Ik heb geen voorbeelden van werk kunnen vinden die bij uw mogelijkheden passen. U heeft dus geen theoretische verdiencapaciteit. Het loonverlies ten opzichte van uw eigen werk is daarom 100%. U bent 100% arbeidsongeschikt in de zin van de WIA. (…) Op 13 oktober bespreek ik met de heer [naam 3] de huidige en toekomstige arbeidsmogelijkheden. De verzekeringsarts bevestigt de functionele eenarmigheid met geringe kans op relevante verbetering. Alhoewel de visie van de heer [appellant] gericht is op arbeid zijn de beperkingen fors en deels (min of meer) blijvend. (…) Met de verminderde psychische spankracht, de functionele eenarmigheid aan de (dominante) hand en de zeer geringe inzetbaarheid zijn er (…) nagenoeg geen reële arbeidsmogelijkheden op de arbeidsmarkt.(…) Het arbeidsongeschiktheidspercentage in het kader van de WIA is daarmee vastgesteld op 100%. (…) ”