Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 6 mei 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met benzine, althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan een opslagruimte en/of een kantoorruimte en/of een (opslag)ruimte naast het (personeels)toilet van een tankstation geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor bovengenoemd tankstation en/of achter-/naastliggend hotel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor (de in het tankstation aanwezige) [slachtoffer] en/of medewerker(s)/bezoeker(s) van bovengenoemd hotel, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor bovengenoemde perso(o)n(en), in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
hij op of omstreeks 5 mei 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, opzettelijk een hoeveelheid geld (in elk geval een bedrag van meer dan €450,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten van/als assistent teamleider en/of stationsmanager, in elk geval van/als medewerker van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , in elk geval geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op of omstreeks 5 mei 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, een hoeveelheid geld (in elk geval een bedrag van meer dan €450,-), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 26 april 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid paysafekaarten (voor een bedrag in totaal €600,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten van/als assistent teamleider en/of stationsmanager, in elk geval van/als medewerker van [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , in elk geval geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 26 april 2019 te Haarlem, in elk geval in Nederland, (telkens) een hoeveelheid paysafekaarten (voor een bedrag van in totaal €600,-), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 6 mei 2019 te Haarlem opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met benzine, althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan een opslagruimte en een kantoorruimte en een opslagruimte naast het personeelstoilet van een tankstation gedeeltelijk zijn verbrand en daarvan gemeen gevaar voor bovengenoemd tankstation en levensgevaar voor de in het tankstation aanwezige [slachtoffer] of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor bovengenoemde persoon te duchten was;
hij op 5 mei 2019 te Haarlem opzettelijk een hoeveelheid geld (in elk geval een bedrag van meer dan €450,-),
dietoebehoorde aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op 26 april 2019 te Haarlem opzettelijk een hoeveelheid paysafekaarten (voor een bedrag in totaal €600,-),
dietoebehoorde aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] , welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
34 (vierendertig) maanden.