ECLI:NL:GHAMS:2023:1133

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
23-002273-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bezit van kinderporno met aanvullende bewijs- en strafmaatoverwegingen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2019. De verdachte, geboren in 1959, was eerder vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak in eerste aanleg. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 12 april 2023 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met aanvullende bewijsoverwegingen. De verdachte had kinderpornografisch materiaal op zijn computers, en het hof heeft vastgesteld dat er geen computervirussen aanwezig waren die de bestanden zelfstandig konden downloaden. De verdachte heeft verklaard niet te weten hoe de bestanden op zijn computers zijn gekomen, maar het hof acht het niet aannemelijk dat een ander verantwoordelijk is voor de aanwezigheid van het materiaal.

De strafmaat is ook besproken, waarbij het hof opmerkt dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden. Ondanks dat een langere voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats zou zijn, heeft het hof besloten om de straf zoals opgelegd door de rechtbank te handhaven. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor het deel dat betrekking heeft op de vrijspraak en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd voor het overige.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002273-19
datum uitspraak: 26 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 juni 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-244039-17 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1959,
adres: [adres01] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 2 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
  • aan de toepasselijke wettelijke voorschriften artikel 9 Sr toevoegt en artikel 254a Sr schrapt;
  • aan de bewijsmiddelen de navolgende conclusies van het NFI-rapport ‘Onderzoek naar computervirussen en Chinese tekens op computersystemen waarop kinderpornografische afbeeldingen en video’s zijn aangetroffen’ van 28 oktober 2022 toevoegt:
“Conclusie
Ten aanzien van de specifieke onderzoeksvragen, kan het volgende worden
geconcludeerd:
1. De computers dienen onderzocht te worden of er een computervirus
aanwezig is dat in staat is zelfstandig bestanden te downloaden en/of
zoekopdrachten te verrichten.
Conclusie van het onderzoek naar vraag 1:
Uit het onderzoek met behulp van meerdere virusscanners is niet gebleken dat er
computervirussen aanwezig zijn op beide computers. In een scenario waarin een
computervirus zelfstandig (of als hulpmiddel voor een hacker op afstand) bestanden
download verwachten we geen sporen te vinden die wijzen op fysieke handelingen
van een gebruiker op de computer zoals het insteken van een USB-stick. Uit
onderzoek naar de Windows verwijsbestanden is gebleken dat er verwijzingen zijn
naar bestanden met kinderpornografische inhoud op verschillende externe fysieke
gegevensdragers waarvoor wel fysieke handelingen van een gebruiker vereist zijn.
Deze bevindingen passen slecht bij een scenario waarbij “een computervirus
aanwezig is dat in staat is zelfstandig bestanden te downloaden en/of
zoekopdrachten te verrichten”.”
2. Onderzocht dient voorts te worden wat de functionaliteit is van de software
die achter de Chinese tekens op de taakbalk zit en of er aanwijzingen zijn
dat de gebruikersaccount van de verdachte daar enige betrokkenheid bij
heeft;
Conclusie van het onderzoek naar vraag 2:
De software die achter de Chinese tekens op de taakbalk zit, is gemaakt door het
bedrijf [bedrijf01]. Het is een programma dat helpt met verschillende taken om een
computer te beheren waaronder het beschermen tegen computervirussen. Dit type
software kan zelfstandig software updates downloaden en nieuwsberichten tonen
aan de gebruiker zonder dat de gebruikersaccount van de verdachte daar enige
betrokkenheid bij heeft. Voorts is vastgesteld dat deze software op 22 maart 2016 is
geïnstalleerd en dat tijdelijke bestanden van de applicatie worden opgeslagen in een
map die gerelateerd is aan de gebruikersaccount [account01].”
- het vonnis aanvult met de navolgende bewijsoverweging en strafmaatoverweging.

Aanvullende bewijsoverweging

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem onder 1 is ten laste gelegd. Het is mogelijk dat een ander de bestanden op de Dell laptop heeft gezet. De verdachte heeft de bestanden niet opzettelijk in zijn bezit gehad.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij niet weet hoe de bestanden op zijn computers zijn terechtgekomen. De wifi-verbinding op de Dell laptop, de laptop van zijn werk, deed het niet meer. Daarom koppelde de verdachte de laptop thuis aan zijn eigen netwerk. Ook liet de verdachte de Dell laptop regelmatig op zijn werk staan. De verdachte vergat snel zijn wachtwoord en had daarom zijn wachtwoord op een geel plakkertje onderop het scherm van de laptop geplakt. De verdachte maakte voor zijn werk foto’s. Andere werknemers haalden vervolgens deze foto’s van zijn laptop, waarvoor zij een usb-stick gebruikten. Toen de verdachte problemen had met de laptop, liet hij deze achter bij de IT-afdeling van zijn werk.
Het hof overweegt als volgt.
In voornoemd NFI-rapport staat dat niet is gebleken dat er computervirussen aanwezig waren op de computers van de verdachte. Bovendien staat in het rapport dat in het scenario waarin een computervirus zelfstandig (of als hulpmiddel voor een hacker op afstand) bestanden downloadt waarvan de naam refereert aan kinderpornografie, men geen sporen verwacht die wijzen op fysieke toegang tot de computer, zoals bijvoorbeeld het aansluiten van een externe USB-stick. Deze sporen zijn er echter wel, zodat dit scenario onaannemelijk is.
Het scenario dat een ander dan de verdachte de kinderpornografische bestanden op de computers van de verdachte heeft geplaatst, acht het hof evenmin aannemelijk, gelet op de vele handelingen die daarvoor door die ander gedurende een langere periode op zowel de werk- als de privécomputer van de verdachte zouden moeten zijn verricht. Veel verwijderde pornografische bestanden op de computers van de verdachte konden zonder daarvoor bestemde software niet meer eenvoudig door de gebruiker worden benaderd, doordat zij in de map stonden waar verwijderde bestanden uit de prullenbak blijven bestaan of bevonden zich in de prullenbak. Als een ander verantwoordelijk zou zijn geweest voor de aanwezigheid van deze bestanden op de computers, zou diegene eerst de bestanden moeten hebben gedownload om deze vervolgens deels te verwijderen naar de prullenbak en deze daarna ook nog deels uit die prullenbak te verwijderen. Ook gelet op de hoeveelheid van het aangetroffen materiaal, acht het hof dit scenario niet aannemelijk.
Het hof acht het gelet op het vorenoverwogene niet aannemelijk dat een ander dan de verdachte het kinderpornografisch materiaal op zijn computers heeft geplaatst.
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk het kinderpornografisch materiaal op de toegankelijke locaties op de Dell laptop in bezit heeft gehad.

Aanvullende strafmaatoverweging

Het hof overweegt dat, gelet op de LOVS-oriëntatiepunten met betrekking tot het bezit van kinderporno, een langere voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats zou zijn dan door de rechtbank opgelegd. Echter, het hof stelt vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM in hoger beroep is overschreden. Het hoger beroep is namens de verdachte op 14 juni 2019 ingesteld, terwijl het hof eerst thans arrest wijst. Dit betekent dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden met ongeveer 1 jaar en 10 maanden. Het hof is daarom van oordeel dat kan worden volstaan met de straf zoals door de rechtbank opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr. P.F.E. Geerlings en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 april 2023.
mrs. Van Noort en Kwak zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]