ECLI:NL:GHAMS:2023:1108
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2]. De kinderrechter had eerder besloten om deze maatregelen te verlengen, omdat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep ging, was het niet eens met deze beslissing en verzocht om een kortere verlenging van de ondertoezichtstelling en afwijzing van de uithuisplaatsing van [kind 1]. De vader steunde de beslissing van de kinderrechter, terwijl de gecertificeerde instelling (GI) ook pleitte voor bekrachtiging van de eerdere beschikking.
Het hof heeft vastgesteld dat er al lange tijd zorgen zijn over de opvoedsituatie van de kinderen, die zijn ontstaan door huiselijk geweld en de problematische situatie van de moeder, die kampt met ernstige gezondheids- en psychiatrische problemen. De kinderen zijn in het verleden onder toezicht gesteld en zijn inmiddels in een pleeggezin geplaatst. Het hof heeft geconcludeerd dat de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing terecht zijn verlengd, gezien de ernst van de problematiek en de noodzaak voor de kinderen om in een veilige omgeving op te groeien. De moeder heeft aangegeven dat zij niet begrijpt waarom de omgang met de kinderen nog steeds beperkt is, maar het hof heeft benadrukt dat de GI nog onvoldoende zicht heeft op haar verbeteringen.
De beslissing van het hof is om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, waarbij de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van [kind 1] en [kind 2] worden voortgezet. Het hof heeft ook aangegeven dat de situatie van de kinderen en de ouders nauwlettend in de gaten moet worden gehouden, en dat de moeder meer openheid moet geven over haar GGZ-traject om de mogelijkheden voor uitbreiding van de omgang te kunnen beoordelen.