ECLI:NL:GHAMS:2023:1098
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verkrijging van het Nederlanderschap door erkenning van kinderen in het buitenland en de vereiste nauwe persoonlijke betrekking
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep na verwijzing door de Hoge Raad. De zaak betreft de vraag of de kinderen van de man, geboren in de Democratische Republiek Congo, op het moment van erkenning door de man op 6 juli 2012 het Nederlanderschap hebben verkregen. De Hoge Raad had eerder geoordeeld dat erkenning van een kind door een gehuwde man alleen leidt tot verkrijging van het Nederlanderschap indien er een nauwe persoonlijke betrekking bestaat tussen de man en het kind. De rechtbank had eerder vastgesteld dat er sprake was van een nauwe persoonlijke betrekking, maar deze beslissing was in cassatie niet behandeld.
De man heeft de kinderen op 6 juli 2012 erkend en heeft sindsdien financiële en emotionele steun verleend. De moeder van de kinderen heeft verklaard dat de man regelmatig contact heeft met de kinderen en hen financieel ondersteunt. Het hof heeft vastgesteld dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij sinds de geboorte van de kinderen nauw betrokken is geweest. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de erkenning van de kinderen op 6 juli 2012 hen het Nederlanderschap heeft verleend. Het hof heeft de bestreden beschikkingen van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat de geboorteakten van de kinderen in het register van de burgerlijke stand van Den Haag moeten worden ingeschreven met vermelding van de erkenning door de man.