ECLI:NL:GHAMS:2023:1096
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huwelijksvermogensregime en partneralimentatie tussen echtgenoten met Griekse en Nederlandse nationaliteit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de vermogensrechtelijke afwikkeling van zijn huwelijk met de vrouw werd behandeld. Partijen zijn in 2008 in Griekenland gehuwd en hebben op 27 mei 2022 hun huwelijk ontbonden. De man, die de Griekse nationaliteit heeft, verzoekt om een partneralimentatie van € 3.000,- per maand en om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap, waarbij hij stelt dat Nederlands recht van toepassing is. De vrouw, met de Nederlandse nationaliteit, verzet zich hiertegen en vraagt om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 november 2022 is gebleken dat de man recht heeft op een deel van het ouderdomspensioen van de vrouw, wat leidt tot het intrekken van zijn verzoek om partneralimentatie. Het hof overweegt dat het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten het nauwst verbonden is met Griekenland, op basis van het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978. Het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij het verzoek van de man om de toepassing van Nederlands recht wordt afgewezen. De man wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om partneralimentatie, en het hof wijst het overige verzoek af.