ECLI:NL:GHAMS:2022:988

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
200.292.320/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het onderzoeksbudget in het kader van enquêterecht met betrekking tot Funda

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 21 maart 2022 een beschikking gegeven in het kader van het enquêterecht. De verzoekers, gezamenlijk aangeduid als FundaBelang c.s., hebben een verzoek ingediend tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Funda B.V. en de NVM Holding B.V., evenals de Stichting Administratiekantoor Funda. De Ondernemingskamer heeft eerder, op 10 en 14 februari 2022, een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Funda over de periode vanaf 22 september 2016. Mr. H.M. de Mol van Otterloo is benoemd als onderzoeker en heeft een begroting van € 90.000 exclusief btw gepresenteerd voor de kosten van het onderzoek. De begroting is door de betrokken partijen besproken, waarbij Funda in principe akkoord ging, maar verzocht om de kosten zo laag mogelijk te houden. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de begroting voldoende is toegelicht en dat er geen bezwaren zijn ingediend door de partijen. De gehanteerde uurtarieven zijn als redelijk beoordeeld, gezien de aard van de zaak en de ervaring van de onderzoeker. De Ondernemingskamer heeft vervolgens het onderzoeksbudget vastgesteld op € 90.000, exclusief btw, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 21 maart 2022.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.292.320/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 maart 2022
inzake
1. de vereniging
FUNDABELANG,
gevestigd te Utrecht,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te Goes,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. H.H. Tan, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNDA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mrs. S.P. Kamerbeek,
C.N. van Doorenen
K. Notenboom,allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NVM HOLDING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
2. de vereniging
NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. R. Klashorsten
P.P.M. van Kippersluis, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR FUNDA,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. J. van Borssum Waalkesen
M. Deckers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters sub 1 tot en met sub 6 gezamenlijk als FundaBelang c.s.;
  • verweerster als Funda;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als NVM Holding c.s.;
  • belanghebbende sub 3 als STAK Funda.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 10 en 14 februari 2022 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Funda over de periode vanaf 22 september 2016, mr. H.M. de Mol van Otterloo te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aangehouden.
1.3
De onderzoeker heeft bij e-mail van 14 maart 2022 een plan van aanpak van het onderzoek met bijlage aan de Ondernemingskamer gestuurd. In het plan van aanpak heeft hij uiteengezet op welke wijze en binnen welk tijdsbestek hij voornemens is het aan hem opgedragen onderzoek uit te voeren. De onderzoeker is van plan werkzaamheden van meer secretariële aard uit te besteden aan een secretaris. In het plan van aanpak is een begroting met specificatie vervat van de kosten die naar verwachting in verband met het onderzoek tot en met het eerste conceptonderzoeksverslag zullen worden gemaakt. Deze kosten bedragen in totaal € 90.000 exclusief btw. De begroting gaat uit van een uurtarief van € 350 exclusief btw voor de onderzoeker en € 200 exclusief btw voor de secretaris.
1.4
Na partijen in de gelegenheid te hebben gesteld zich uit te laten over de begroting van de onderzoeker, heeft de Ondernemingskamer op 21 maart 2022 e-mailberichten ontvangen van mrs. Van Dooren, Tan, Van Borssum Waalkes en Van Kippersluis namens hun onderscheidenlijke cliënten. Hieruit komt naar voren dat Funda in principe akkoord is met de begroting, maar de onderzoeker verzoekt het onderzoek zo optimaal mogelijk in te steken om de kosten zo laag mogelijk te houden, FundaBelang c.s. zich bij deze opmerkingen aansluiten en NVM Holding c.s. en STAK Funda geen (aanvullende) opmerkingen hebben bij de begroting.

2.De gronden van de beslissing

De onderzoeker heeft in het plan van aanpak met begroting voldoende toegelicht welke werkzaamheden naar verwachting door hem en/of zijn secretaris in verband met het onderzoek zullen moeten worden verricht, welk tijdschema hem daarbij voor ogen staat en welke uurtarieven door hem worden gehanteerd. Geen van partijen heeft enig bezwaar tegen de begroting naar voren gebracht. De gehanteerde uurtarieven zijn niet onredelijk, gezien de aard en omvang van de zaak, de te verrichten onderzoekswerkzaamheden en de kennis en ervaring van de onderzoeker. De begroting komt de Ondernemingskamer ook overigens niet onredelijk voor, zodat zij het onderzoeksbudget op basis daarvan zal vaststellen. Aangezien de begroting ziet op de onderzoekswerkzaamheden tot en met het eerste conceptonderzoeksverslag, gaat de Ondernemingskamer ervan uit dat de onderzoeker haar tijdig een gespecificeerde begroting voor de nadien te verrichten werkzaamheden zal voorleggen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 90.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. J.S.T. Tiemstra RA en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof en mr. N.E.M. Keereweer, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2022.