Uitspraak
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
mr. P.A.M. Manningen
mr. K.A. Kerkdijk, beiden kantoorhoudende te Zwolle,
[A],
[B],
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, is op 30 maart 2022 een beschikking gegeven inzake de besloten vennootschap HOLDING INBETWEEN HAM B.V. en andere vennootschappen. De procedure betreft een enquêteprocedure die was ingesteld naar het beleid en de gang van zaken van de betrokken vennootschappen over de periode vanaf 1 januari 2017. Eerder, op 11 en 12 mei 2021, had de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen en enkele voorlopige voorzieningen getroffen.
Op 21 maart 2022 hebben de betrokken partijen, vertegenwoordigd door hun advocaten, een regeling in der minne bereikt. Dit leidde tot een verzoek om de enquêteprocedure en de getroffen voorlopige voorzieningen te beëindigen. Zowel de advocaten van de verweersters als de benoemde bestuurder en beheerder hebben ingestemd met dit verzoek.
De Ondernemingskamer heeft, na beoordeling van het verzoek en het ontbreken van belangen die zich tegen de beëindiging verzetten, besloten het verzoek in te willigen. De beschikking houdt in dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen wordt beëindigd en dat de getroffen onmiddellijke voorzieningen worden opgeheven, met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.