ECLI:NL:GHAMS:2022:904

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
23-002888-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met uitzondering van straf en beslissingen op beslag in drugszaken

Op 23 maart 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 10 december 2020 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 2000, die zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van cocaïne en heroïne, alsook het voorhanden hebben van een revolver. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en had twee snorfietsen verbeurd verklaard. De advocaat-generaal had dezelfde straffen gevorderd in hoger beroep.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf en beslissingen betreffende het beslag. Het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden, waaronder de jeugdige leeftijd van de verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 86 dagen rechtvaardigen, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 180 uren. Het hof benadrukte dat het bezit van harddrugs en een vuurwapen een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid en de veiligheid van personen met zich meebrengt.

Daarnaast heeft het hof beslist dat de in beslag genomen snorfietsen verbeurd worden verklaard, omdat deze zijn gebruikt bij de strafbare feiten. Een geldbedrag van € 60,00 dat in beslag was genomen, moet worden teruggegeven aan de verdachte, aangezien er geen verband kan worden aangetoond met de bewezenverklaarde feiten. Het hof heeft de beslissing van de politierechter in andere opzichten bevestigd, met inachtneming van de overwegingen in het arrest.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002888-20
datum uitspraak: 23 maart 2022
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 10 december 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-183513-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
9 maart 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde straf en de beslissingen betreffende het beslag. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van voorarrest. De politierechter heeft bovendien twee snorfietsen die onder verdachte in beslag zijn genomen verbeurd verklaard.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk vervoeren en het opzettelijk aanwezig hebben van dealershoeveelheden cocaïne en heroïne. Het aanwezig hebben en vervoeren van harddrugs levert een gevaar op voor de volksgezondheid en leidt, direct en indirect, tot diverse vormen van criminaliteit en overlast in de samenleving.
De verdachte heeft zich bovendien schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens en munitie door een revolver in zijn bezit te hebben. Een vuurwapen vormt in handen van een daartoe niet bevoegde een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. Vuurwapenbezit draagt bovendien bij aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat enkel een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf volstaat. Het hof houdt echter ook rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en het feit dat hij, blijkens hetgeen zijn raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren heeft gebracht en hetgeen wordt bevestigd door het uittreksel uit de Justitiële documentatie van 25 februari 2022, een positieve weg ingeslagen lijkt te zijn. Het hof acht het derhalve niet passend aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht overstijgt. Het hof rekent het de verdachte echter wel aan dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige strafbare feiten en op die manier heeft bijgedragen aan onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het hof zal derhalve tevens een taakstraf van na te melden duur aan de verdachte opleggen.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf en taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslag

Onder de verdachte zijn twee hem toebehorende snorfietsen in beslag genomen en niet teruggegeven. Het onder 1 en 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan of voorbereid met behulp van de snorfietsen. Bij het vervoeren van de verdovende middelen in het etui maakte de verdachte gebruik van de snorfiets met bouwjaar 2012. In de buddyseat van de snorfiets met bouwjaar 2017 werden de verdovende middelen en het vuurwapen aangetroffen. Deze snorfietsen zullen daarom worden verbeurd verklaard.
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven begrenzer, die de verdachte toebehoort, is bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de verdachte onder 1 en 2 begane feiten aangetroffen. De begrenzer kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot belemmering van de opsporing daarvan. Deze begrenzer zal worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Het onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag, te weten € 60,00, dient te worden teruggegeven aan de verdachte, aangezien geen voor verbeurdverklaring vereist verband met het onder 1 en 2 bewezenverklaarde als bedoeld in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht kan worden aangenomen en de verdachte redelijkerwijs als rechthebbende moet worden aangemerkt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en de beslissingen betreffende het beslag en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
86 (zesentachtig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Snorfiets [nummer 1]
(Omschrijving: Piaggo, chassisnr: [nummer 2], bouwjaar 2012);
- 1 STK Snorfiets [nummer 3]
(Omschrijving: zwart, merk: Piaggio, chassisnr: [nummer 4], bouwjaar 2017).
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK Begrenzer ([nummer 5]).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
€ 60,00.
Heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr R.A.E. van Noort, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. A. Dantuma-Hieronymus, in tegenwoordigheid van, mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 maart 2022.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.